Onderzoek

Een leerling als co-teacher?

Tekst Anne-Roos Gutter, Else Lasschuit-Kranenburg
Gepubliceerd op 23-05-2024 Gewijzigd op 22-05-2024
Beeld Shutterstock
Feedback is essentieel voor het leerproces van leerlingen, maar ook tijdrovend. Gelukkig hoef je het niet altijd alleen te doen als leraar. Uit onderzoek blijkt dat feedback van medeleerlingen toegevoegde waarde kan hebben. Maar hoe organiseer je dat in de klas? 

In het hoger onderwijs is het al veel normaler: studenten die elkaar helpen met feedback. Nu hebben Finse onderzoekers geconcludeerd dat het – mits goed aangeleerd - ook voor jongere leerlingen van nut kan zijn, op de middelbare school.

Voordelen

Leerlingen die elkaar feedback geven is een vorm van formatief peer assessment, met andere woorden het is de bedoeling dat de feedbackgever en de –ontvanger bijleren en hun werk en/of leerstrategie kunnen verbeteren na de beoordeling. Het is formatief en dus geen eindoordeel (voor een cijfer). Als de feedback  goed is, zal het project of product waaraan leerlingen werken inderdaad verbeteren en zullen hun vaardigheid en inhoudelijke kennis toenemen. Zonder dat het jou als leerkracht tijd kost! Want terwijl klasgenoten elkaar feedback geven, kan jij een les voorbereiden of een leerling wat extra aandacht geven.

Uit onderzoek weten we ook dat formatief peer assessment zorgt dat leerlingen actiever deelnemen aan je les en zich veiliger voelen binnen de groep. Ze durven vaker hun mening te geven of om hulp te vragen. Ten slotte is anderen te helpen leren en/of feedback te ontvangen ook buiten het onderwijs een waardevolle vaardigheid, bijvoorbeeld op het werk of op sociaal vlak. Redenen genoeg dus om aandacht te besteden aan formatief peer assessment in je klas. Toch?

In het hoger onderwijs luidt het antwoord ja en is dit al voldoende onderzocht. De Finse lerarenopleiders Ketonen, Nieminen en Hähkiöniemi (2020) onderzochten nu een jaar lang of formatief peer assessment ook werkt voor middelbare scholieren. Ze gingen tijdens de natuur-/scheikundelessen van een 1e en 2e klas eerst in gesprek met de leerlingen en de docent over peerfeedback. Uitgebreid besteedden ze daarbij aandacht aan de vier componenten van effectieve feedback, zoals Carless & Boud (2018) die hebben beschreven:

1. Feedback waarderen: De leerling begrijpt dat feedback een leermiddel is en waardeert feedback van verschillende bronnen. Dus van de leerkracht én van medeleerlingen.

2. Beoordelen: De leerling begrijpt de beoordelingscriteria en kan aan de hand hiervan zowel het eigen werk als dat van anderen constructief beoordelen. Constructieve feedback gaat over de inhoud/proces, waarbij je aangeeft wat goed gaat en wat nog beter kan met suggesties. De leerling ontvangt feedback actief, wat ook de motivatie kan verhogen, en kijkt kritisch naar de gekregen feedback.

3. Emoties reguleren: De leerling kan omgaan met emoties rondom feedback. Dit gaat om de eigen reactie op de ontvangen feedback, maar ook over gepast rekening houden met emoties van anderen bij het geven. Hiervoor helpt het als de feedbackgever ook benoemt wat goed gaat en zijn of haar mening in de ik-vorm (ik + werkwoord) geeft.

“Alles is aanwezig en uitgebreid beschreven, top! Ik vind dit stuk moeilijk te begrijpen, want de zinnen zijn vrij lang. Ik zou dus kortere zinnen maken en voegwoorden gebruiken.”


4. Actie ondernemen: Het is noodzakelijk dat de leerling actie onderneemt: strategieën ontwikkelt om feedback te verwerken en het werk verbetert naar aanleiding van de ontvangen feedback.

Daarna konden de leerlingen oefenen met de verschillende onderdelen. De hoofdboodschap was: Peer assessment is bedoeld om anderen te helpen leren en om hulp te krijgen van anderen. Vervolgens gaven ze elkaar feedback op een taak, aan de hand van een lijst met beoordelingscriteria. Ze beoordeelden ieder criterium van de taak op een driepuntsschaal (1. Ontbreekt, 2. Gedeeltelijk, 3. In orde) en gaven geschreven opmerkingen. Deze combinatie is het meest effectief voor het leer- en verbeterproces.

Zo volgden een jaar lang trainingen, oefensessies en peer assessments. Na afloop was volgens Ketonen en haar collega’s bij deze leerlingen de feedbackvaardigheid toegenomen in elk van de vereiste kenmerken. Ketonen cum suis toonden zo aan dat middelbare scholieren dezelfde feedbackvaardigheden kunnen verwerven die studenten in het hoger onderwijs eerder lieten zien.

Noodzakelijke vaardigheden

Heb jij het wel eens geprobeerd maar werkte het niet? Het kan inderdaad misgaan. Bijvoorbeeld als de feedback die leerlingen geven van lage kwaliteit is, of onvoldoende. Soms ook gebruiken leerlingen de feedback niet om hun werk te verbeteren. Feedback geven en ontvangen gaat dan ook niet vanzelf. Jij moet het ze leren, zoals Ketonen en de Finse docent dat deden: voor een productief peer-assessment proces hebben leerlingen feedbackvaardigheden nodig, ook wel feedbackgeletterdheid of feedback literacy genoemd.

Deze vaardigheden zullen je leerlingen al doende en met ondersteuning moeten ontwikkelen. In het kader Toptips vind je aandachtspunten om je leerlingen daarbij optimaal te helpen - zodat jij straks tijd overhoudt.

Top Tips voor effectief peer assessment over inhoud én proces:

1. Ondersteun leerlingen in hun ontwikkeling door aandacht te geven aan alle vier essentiële onderdelen van feedbackvaardigheid.

2. Ga de dialoog aan met leerlingen over (peer)feedback.

3. Gebruik een peerfeedbackformulier met concrete criteria voor een puntenschaal en opmerkingen.

4. Laat leerlingen benoemen wat goed gaat en wat beter kan, met onderbouwing en suggesties.

5. Laat leerlingen feedback geven in de vorm: Ik vind [wat gaat goed] + [opmerking over inhoud/proces], want [onderbouwing]. Ik zou [concrete suggestie ter verbetering].


Referenties

Ketonen, L., Nieminen, P. & Hähkiöniemi, M. (2020). The development of secondary students’ feedback literacy: Peer assessment as an intervention. The Journal of Educational Research, 113:6, 407-417, DOI: 10.1080/00220671.2020.1835794

Carless, D., & Boud, D. (2018). The development of student feedback literacy: Enabling uptake of feedback. Assessment & Evaluation in Higher Education, 43(8), 1315–1325.
 

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de Universiteit Utrecht.

 

Click here to revoke the Cookie consent