Onderzoek

Do try this at home!

Tekst Marlot Akkermans
Gepubliceerd op 08-01-2020 Gewijzigd op 09-01-2020
Waarom lukt thuis lezen soms wel en soms niet? Thuis lezen met ondersteuning van een ouder is enorm belangrijk voor de leesontwikkeling van kinderen. Minister Slob heeft het maar weer eens benadrukt, vlak voor de dramatische PISA-resultaten bekend werden op 3 december 2019. Maar wanneer een leraar leesopdrachten mee naar huis geeft, gaat elk gezin daar op een andere manier mee om. Hoe zijn de verschillen te verklaren? En waar kun je rekening mee houden, als je het thuis lezen wilt stimuleren door leesopdrachten uit te delen? 

Om deze vraag te beantwoorden, zijn 26 Groningse groep vijf kinderen en hun ouders (apart van elkaar) geïnterviewd. Deze kinderen en ouders hebben drie jaar lang leesopdrachten mee naar huis gekregen, om aan twee doelen te werken: het lezen oefenen, en (het allerbelangrijkste) een liefde voor lezen ontwikkelen. Tijdens de interviews stonden drie vragen centraal: wat vind je van lezen? Wat vind je van thuis lezen? En: Wat vind je van de thuisleesopdrachten?

Uit onderzoek was al gebleken dat vier factoren van invloed zijn op de omgang van kinderen en ouders met thuis lezen: de basishouding ten opzichte van lezen van de ouder, de leesvaardigheden van de ouder, de verwachtingen van de ouder wat betreft de leesontwikkeling van het kind, en het leesniveau van het kind. Uit de interviews met de Groningse ouders en kinderen bleek dat daar een vijfde factor aan toegevoegd zou moeten worden, namelijk: de basishouding ten opzichte van lezen van het kind. Of het kind graag leest of niet, heeft grote invloed op het thuis lezen.

Leesprofielen

Het clusteren van ouders en kinderen met vergelijkbare scores op deze vijf factoren leverde drie leegemotiveerde lezerssprofielen op: gemotiveerde lezers, onverenigbare lezers, en ongeoefende lezers. De gemotiveerde lezers kunnen worden onderverdeeld in intrinsiek gemotiveerde lezers (die lezen omdat ze het leuk vinden) en extrinsiek gemotiveerde lezers (die lezen omdat ze het belangrijk vinden).  Maria, een alleenstaande moeder van drie kinderen, vertelt: ‘Wij gaan elke week naar de bibliotheek. Dat is een standaard uitje waar we allemaal veel plezier aan beleven.’ Haar zoon Mark: ‘Natuurlijk lees ik thuis ook, want als ik alleen op school zou lezen, zou ik er niet beter in worden. Het mooiste boek dat ik heb gelezen was een atlas, dat ging over allemaal interessante dingen zoals lava, de aardkern, landen, dieren. Dat was echt leuk.’

Onverenigbare lezers verschillen in hun Onverenigbare lezers basishouding ten opzichte van lezen. Ofwel de ouder houdt ervan en het kind niet, of het kind houdt ervan en de ouder niet. Olivia zit in groep 5 en is gek op lezen: ‘Lezen maakt me blij. Ik lees vaak thuis met mijn moeder, want dat moest van de juf. We lezen elke avond, ik denk dat mama trots op me is.’ Haar moeder Olga vertelt dat ze helemaal niet van lezen houdt: ‘Ik heb in mijn hele leven maar één boek gelezen: Heidi. Meer niet. Ik ben erg dyslectisch.’ Olga doet haar best om zoveel mogelijk met Olivia te lezen, maar omdat ze het niet leuk vindt, twijfelt aan haar eigen kunnen en bovendien met veel andere problemen kampt, lukt dat niet altijd even goed.

De ongeoefende lezers zijn onder te verdelen in eerste en tweede generatie migranten en autochtone niet-lezers. Ghilas is een Algerijnse vader die vertelt dat lezen geen onderdeel van zijn cultuur is: ‘Mijn ouders zijn analfabeet. Ik lees zelf ook weinig. Ik probeer mijn kinderen wel te helpen, maar ik denk dat ik het tot ongeveer groep 5 of 6 volhoud. Daarna kan ik ze niet meer bijhouden.’ Het was voor hem een schok te merken dat veel Nederlandse ouders al vroeg beginnen met lezen met hun kinderen. Hij heeft het gevoel zijn dochter Gazala tekort te hebben gedaan, door haar pas vanaf groep 3 te ondersteunen met lezen. Hij heeft daarom alle door school uitgedeelde boekjes en opdrachten bewaard, zodat hij die kan gebruiken om vroeg met zijn nu tweejarige zoon te kunnen gaan lezen.

Thuisleesopdrachten

De kinderen en ouders binnen de drie verschillende leesprofielen variëren in hun evaluatie van de uitgedeelde thuisleesmaterialen. Voor de intrinsiek gemotiveerde lezers is het prettig dat een door hen zo gewaardeerde activiteit wordt aangemoedigd door school, maar ze zien graag meer uitdaging in de opdrachten. De extrinsiek gemotiveerde lezers vinden lezen zó belangrijk, dat ze strikt elke opdracht maken, ongeacht of het uitvoeren van de opdracht hen plezier brengt, of niet. Voor de onverenigbare lezers is het lastig gemotiveerd te blijven door de negatieve basishouding ten opzichte van lezen van ofwel het kind, of de ouder. Moeder Olijne: ‘Die boekjes die we samen moesten lezen… zó niet mijn ding. Te veel herhaling, te veel malle opdrachtjes. Niks voor mij.’ En leerling Olaf vertelt: ‘Ik vind die opdrachten zo saai! Ik word er boos van op mijn moeder. Dan zegt zij tegen mij dat we de opdrachten moeten maken en dan zeg ik: nee, nee! Als ik thuis ben, wil ik niet meer aan school denken.’ De migrantenfamilies zijn erg positief over de uitgedeelde opdrachten. Hoe completer, hoe beter. Met name de combinatie van een boekje en een opdracht helpt hen erg bij het thuis lezen, omdat de ouders aangeven moeite te hebben met het vinden van geschikt leesmateriaal voor hun kind. De autochtone niet-lezers hebben te kampen met onwennigheid. De ouders hebben van huis uit geen liefde voor lezen meegekregen en weten vaak ook niet goed hoe ze dat hun eigen kinderen wel mee zouden kunnen geven. Deze families vinden de thuisleesopdrachten van school handig, maar haken af zodra er te veel herhaling van opdrachten in voor komt.

Implicaties

Als scholen het thuis lezen willen stimuleren door leesopdrachten uit te delen, lijkt het verstandig met drie zaken rekening te houden: 1) differentiatie (voor de gemotiveerde lezers), 2) variatie (voor de onverenigbare lezers), en 3) compleetheid (het liefst de combinatie van een leesboek en opdrachten, voor de ongeoefende lezers). En vergeet vooral ook niet om het belangrijkste doel, het stimuleren van liefde voor het lezen, telkens te herhalen. Want een constant corrigerende ouder, dát vinden kinderen echt helemaal niet leuk.
 

Thuisleesopdrachten moeten:

  • Gedifferentieerd zijn

  • Gevarieerd zijn

  • Compleet zijn


Marlot Akkermans is verbonden aan de Hanze Hogeschool in Groningen.

Click here to revoke the Cookie consent