De leraar komt in onderzoek steeds naar voren als belangrijkste factor binnen het onderwijs. Stichting LeerKRACHT (LK) heeft een tweejarig (betaald) programma ontwikkeld om scholen te helpen een meer lerende schoolcultuur te ontwikkelen. Leraren werken hierin samen aan het verbeteren van het onderwijs en de schoolleiding speelt een ondersteunde rol. In een grootschalig, vierjarig onderzoek verzamelden we van 2017 tot 2021 data op 212 scholen (po, vo en mbo) over de uitvoering van het programma en het enthousiasme van leraren. Op een deel van de scholen keken we naar de effecten op de schoolcultuur, het handelen van de leraren in de klas en cognitieve resultaten bij leerlingen.
LeerKRACHT-programma
|
Scholen zetten van de instrumenten uit het LK-programma (zie kader op deze pagina) de bordsessies het vaakst in: bijna iedere week. Daarnaast bezoeken leraren vaak elkaars lessen, gemiddeld om de week. Samen lessen ontwerpen gebeurt het minst frequent (één keer per maand). Feedback van leerlingen wordt op verschillende manieren opgehaald (bijvoorbeeld met een bordsessie in de klas of een ‘leerlingarena’, waarbij leerlingen hun onderwijservaringen delen en de leraren alleen mogen luisteren).
Vooral bordsessies blijven naderhand
een geliefd middel
Er zijn behoorlijke verschillen tussen scholen in hoe vaak zij de LK-instrumenten gebruiken. Als het programma na twee jaar afloopt, gaan de meeste scholen vooral met de bordsessies door. Tijdens deze sessies werken leraren doelgericht en delen ze ervaringen, om meer bij elkaar betrokken te raken. In de coronacrisis werkte een derde van de scholen minder met de LK-instrumenten dan voorheen; bij twee derde van de scholen zagen we geen verandering.
Het oordeel van leraren over het programma hebben we vastgesteld door ze op verschillende momenten in twee jaar te laten aangeven in hoeverre ze het eens waren met uitspraken zoals ‘Ik ben er enthousiast over dat onze school meedoet aan LeerKRACHT’. De 2.680 leraren konden hun mening geven op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 5 (helemaal mee eens). Po-leraren waren het meest enthousiast (3,7), gevolgd door die in het mbo (3,5) en die in het vo (3,3). Het enthousiasme nam over de tijd heel licht af. Op scholen waar leraren positief oordeelden maakte het team veelal frequenter gebruik van lesontwerp en lesbezoek.
Leraren ervaren doorgaans dat de schoolcultuur ‘lerender’ wordt door de deelname aan het programma, blijkt uit een vragenlijst op 98 scholen en aanvullende interviews op nog eens 20 scholen. Ze maken meer gebruik van gegevens en werken vaker samen met collega’s aan de verbetering van het onderwijs.
Voorwaarden voor succes
|
Wel vindt de ene school sterker dan de ander dat die lerende cultuur uit de verf komt, een oordeel dat ook weer samenhangt met hoe de LK-instrumenten worden gebruikt en de omstandigheden op school. Een veilige sfeer en een stimulerende schoolleider bijvoorbeeld (zie kader op deze pagina) blijken belangrijk voor de samenwerking tussen leraren.
Uit observaties op scholen bleek dat leraren tijdens het LK-programma enigszins anders zijn gaan lesgeven, maar die veranderingen bleken in het tweede jaar niet altijd duurzaam. Of zij verband hielden met het LK-programma is op basis van ons onderzoek niet duidelijk. Hetzelfde geldt voor de leerlingresultaten, die we hebben gemeten in po-scholen. We vergeleken de eindtoetsgegevens van de LK-scholen met die op ruim zesduizend andere po-scholen over vier schooljaren, waarvan twee jaar voorafgaand aan en twee jaar tijdens het werken met LK (vóór corona). Wij vonden hierin geen verschillen: op de LK-scholen presteerden leerlingen na één of twee jaar LK niet beter dan op andere scholen. Toch geeft deze beperkte analyse (alleen in groep 8, alleen eindtoets) nog geen uitsluitsel over het effect van LK op resultaten van leerlingen.
Met medewerking van Ditte Lockhorst, Renske de Kleijn en Mirko Noordegraaf.
Angela de Jong e.a., Over de kracht van LeerKRACHT. Eindrapportage van vierjarig onderzoek. Universiteit Utrecht/Oberon (NRO-projectnummer 405.17812), 2021. Meer informatie: Angela de Jong, [email protected].
Dit artikel verscheen in Didactief, september 2021.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven