Recensies

De kloof met de praktijk blijft

Tekst Astrid van de Weijenberg
Gepubliceerd op 26-02-2007 Gewijzigd op 02-08-2018
Universiteiten doen volop onderzoek naar onderwijsvernieuwing. Maar de kloof tussen onderzoek en de dagelijkse lespraktijk blijft groot, ook na lezing van het boek Educational Design Research.

‘Uit onderzoek hebben wij laten blijken’, sneerde Freek de Jonge in zijn verkiezingsconference ‘De Stemming’. Had hij het over onderwijsonderzoek gehad, dan zou hij gezegd hebben: ‘Uit onderzoek hebben wij laten blijken dat er nog meer onderzoek nodig is.’ Maar na een jarenlange stroom van bijna onleesbare proefschriften met die conclusie lijken onderwijskundigen de hand nu in eigen boezem te steken. Dat moet ook wel, want onderwijskunde krijgt de laatste jaren veel kritiek. Overtuigende resultaten blijven uit en de relatie met de onderwijspraktijk is zwak. De relevantie van het onderzoek voor de praktijk moet groter en onderzoekers moeten bovendien gebruik maken van meer natuurlijke testomgevingen, is een veelgehoord advies. Want ook in de lespraktijk zijn er weinig meetbare verbeteringen te vinden. In navolging van het advies van de Onderwijsraad heeft ook de Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO/ PROO) steeds meer aandacht voor de relevantie van onderzoek op lange termijn. NWO/PROO organiseerde daarom een seminar over educational design research. Dit seminar is de basis van het Engelstalige boek Educational Design Research. Het is een bundel aangepaste en geactualiseerde artikelen van de deelnemers aan dit seminar. Vage definitie Educational Design Research ofwel ontwerpgericht onderzoek is een onderzoeksbenadering die de laatste jaren sterk in opkomst is. Deze hangt nauw samen met de trend om het onderwijs te vernieuwen en te verbeteren. Een aantal auteurs zijn kritisch over de rol van onderwijskundigen bij deze vernieuwing. ‘”It depends” is vaak het beste antwoord dat ze kunnen geven op vragen van praktijkmensen. Dat is niet genoeg’, zegt auteur Thomas Reeves. ‘Het is nu tijd om de rich- ting van het onderwijsonderzoek te veranderen.’ Design research moet een wezenlijk onderdeel zijn van onderwijsvernieuwing, vindt ook Decker Walker in zijn bijdrage aan de bundel. Onderwijsvernieuwing moeten we niet overlaten aan mode en marketing. Design research gaat over ontwerpen én onderzoeken, maar is verder een etiket voor diverse vormen van onderzoek. De auteurs hanteren dan ook een tamelijke vage definitie: ‘een serie van benaderingen, met de bedoeling nieuwe theorieën, feiten en praktijken te ontwikkelen die invloed hebben op het leren en het lesgeven in de dagelijkse praktijk.’ De ontwikkeling van het onderwijskundige model is belangrijk, zeggen Koeno Gravemeijer en Paul Cobb. Maar bij die theoretische basis moet niet uit het oog verloren worden dat er in het klaslokaal een wisselwerking plaatsvindt tussen complexe elementen, die allemaal invloed hebben op het leren. De ‘learning ecology’ noemen de auteurs dit. Ze deden zelf onderzoek naar de invoering van de grafische rekenmachine en ondervonden dat daarbij de rol van de leraar (zijn vertrouwen in de grafische rekenmachine, zijn vaardigheid ermee, en zijn pedagogisch-didactische kwaliteiten) belangrijk zijn, evenals de cultuur in de klas, hoe de instructie eruit ziet, de manier waarop met de grafische rekenmachine wordt ingezet. Ook McKenney, Nieveen en Van den Akker pleiten voor aandacht voor de context, ‘het systeem waar de activiteiten plaatsvinden’ en de deelnemers, de leraren en de leerlingen dus. Voor samenwerking dus. Om zo aansluiting te vinden bij ‘the real world’. Overtuigen Hoe kun je het onderwijs aan kinderen en volwassenen verbeteren: dat is de uitdaging van onderwijskundig onderzoek. Daar lijken de schrijvers het in deze bundel over eens. Ook dat de kloof tussen theorie en praktijk kleiner moet. Maar de auteurs zelf blijven ver van de praktijk af staan. Volgens de achterflap richt het boek zich op iedereen met interesse in educational research. Maar onder iedereen verstaat men dan waarschijnlijk toch alleen wetenschappers. De focus is sterk theoretisch gericht, op het onderzoek en hoe dit onderzoek eruit moet zien. Dat is niet erg, maar de kloof naar de praktijk wordt niet overbrugd. Hoewel er gesproken wordt over ‘longterm collaborative relationship’ en over ‘real- world research’ is dit niet een bundel die de ‘real world’ zal overtuigen van het belang van samenwerking ten behoeve van design research. Participatie in netwerken en kennisgemeenschappen vinden de auteurs belangrijk. Maar dit boek is geschreven om daarvan wetenschappers te overtuigen en niet de beroepsbeoefenaars in de praktijk. We moeten de overheid en andere fondsenverstrekkers ervan overtuigen dat wij design researchers kunnen leveren wat zij nodig hebben, zegt Hugh Burkhardt in zijn bijdrage. De vraag is of dat met dit boek gelukt is.

Astrid van de Weijenberg Educational Design Research, red. Jan van den Akker, Koeno Gravemeijer, Susan McKenney, Nienke Nieveen. London – New York 2006. 176 pagina’s. ISBN 9780415396356. Informatie: www.routledge.com/education. Prijs: £ 24,99 

Click here to revoke the Cookie consent