Stichting Cito maakt sinds jaar en dag de Nederlandse examens en ontwikkelde ook de eerste digitale afnametool Examentester. Toen deze in 2012 niet meer toereikend bleek voor de huidige technologische omgeving, werd de ontwikkeling van een vervangend systeem door het College voor Examens openbaar aanbesteed. Het Amsterdamse beursgenoteerde Trifork won de aanbesteding.
Bij de ontwikkeling van het nieuwe systeem, Facet genaamd, dat in juni 2013 werd opgeleverd, werkte de softwareontwikkelaar naar eigen zeggen nauw samen met Stichting Cito, de leverancier van de content, de inhoud van de examenvragen. Er werden nieuwe typen vragen ontwikkeld en er was een constant overleg tussen de twee bedrijven. 'Echt één op één, anders gaat het niet,' zegt Peter Meijer van Trifork. Tot Trifork de aanbesteding won, had het nooit met Stichting Cito samengewerkt.
Samen ontwikkelden de twee bedrijven met geld van de overheid een mooi product, een proces waar ook de overheidsorganisaties College voor Examens (de opdrachtgever) en DUO (de uitvoeringsorganisatie verantwoordelijk voor de plannings- en logistieke portal voor de scholen en beveiliging van de examens) bij betrokken waren.
Het auteursrecht voor Facet dat grotendeels gebaseerd is op open-source-software ligt bij Trifork. Hoewel het CvE bedong dat het Facet mag gebruiken alsof het auteursrecht heeft (en bijvoorbeeld mag doorontwikkelen en uitbreiden, nu met de Oisterwijkse software-ontwikkelaar Citrus), mag Trifork dus de markt op met een eigen Facet-variant. En wie kan dat product beter met content vullen voor toekomstige klanten dan degene met wie Trifork zo'n klus net geklaard heeft? Cito natuurlijk. Alleen in dit geval niet Stichting Cito, maar Cito BV.
Verkopen
Ongeveer een jaar geleden heeft Trifork een partnership-overeenkomst gesloten met Cito BV. 'Let wel,' zegt Peter Meijer, 'met de BV, niet met de Stichting. Cito heeft twee gezichten. Als we samen business zien, dan kunnen we dat ook daadwerkelijk doen. We zijn partners. We ontwikkelen onze Facet-variant nu verder samen met Cito BV en verkopen die samen in een aantal Zwitserse provincies, maar dan uitgebreider, volledig adaptief. En ik denk dat we over twee, drie jaar de Amerikaanse markt op kunnen. Dit is internationaal goed verkoopbaar.'
Vindt Meijer het niet een beetje gek dat de know how die Stichting Cito samen met Trifork heeft ontwikkeld, nu vermarkt wordt door de BV? 'Ja, zo gaat dat,' zegt hij, 'en wat is het probleem?' Hij kijkt niet-begrijpend. 'Onze opdrachtgever bij de ontwikkeling van Facet was het College voor Examens. Wij hadden formeel niks met Cito te maken. Het kan ook dat het CvE de Cito BV heeft ingehuurd. Dat moet je hun vragen.'
Goed idee. Hoe zit dat, vroegen we op het kantoor bij het College voor Examens in Utrecht: is het CvE zich ervan bewust dat Cito BV de boer opgaat met een product dat ten minste deels is ontwikkeld in opdracht van het CvE en met overheidsgeld? 'Dat vind ik wat ver gaan,' zegt manager computerexamens Nynke de Boer van het CvE. 'Het is een product van Trifork.'
Maar dan is het toch minstens een mooi exportproduct van Cito én Trifork? 'Dan wil ik het nog groter maken,' zegt De Boer, 'het is ook een product van het CvE, DUO en de overheid. Het is niet alleen Cito, wel voor een groot deel, maar niet alleen. We hebben er met z'n allen aan meegedacht en aan meegewerkt.' Maar is het dan niet gek dat alleen Trifork en Cito BV er straks de financiële vruchten van plukken? 'Ja, wij zijn natuurlijk geen commerciële instelling. Wij zijn de overheid.'
Bedrijfsinformatie
Aanvankelijk weigert Cito inhoudelijk commentaar. Na publicatie op internet op 2 mei krijgen we op 9 mei een uitnodiging op het hoofdkantoor voor een gesprek met Jan Wiegers, lid van de Raad van Bestuur van Stichting Cito. Wiegers wil vooral weten wat de redactie bezielt om 'te blijven schrijven' over het onderscheid tussen Stichting Cito en Cito BV. Wiegers verwijt Didactief 'gebrek aan oprechte journalistiek en morele verantwoordelijkheid'.
Inhoudelijke vragen over de samenwerking tussen Cito BV en Trifork pareert hij met een wedervraag: 'Mag ik vragen waarom die vraag relevant is?' Als hij dan toch een reactie moet geven, zegt hij: 'De negatieve teneur die in het artikel zit, zou versterkt worden door onze reactie.' En: 'Er zijn legio voorbeelden waarin publieke kennis en private kennis met elkaar vermengd zijn.'
Veel laat Wiegers niet los over de relatie tussen Trifork en Cito. 'We werken samen in Zwitserland, dat is waar. Ik weet niet op welke basis dat precies gebeurt, ik moet dat nazoeken, maar ik vind dat voor een deel ook bedrijfsinformatie van Cito BV. Er zal iets vastgelegd zijn.' Zijn woordvoerster onderbreekt Wiegers even later en meldt dat vragen over Cito BV niet beantwoord worden. 'Dat is heel normaal. Dat zal je bij de KLM gebeuren, bij een bank.'
Maar wat is het doel van de samenwerking? Wiegers: 'Versterking van elkaars positie.' Voor het uitrollen en verder ontwikkelen van Facet? Nog meer adaptief, nog meer diagnostisch? Wiegers: 'Stel dat we overal ja op zouden zeggen, wat wil je daarmee dan bewijzen? Waar het fout gaat, is de beeldvorming over samen ontwikkelen.' Dat 'één op één' moeten we niet te groot maken.
Als we een week na het bezoek bovenstaande citaten (die op band staan) aan het Cito voorleggen, maakt de woordvoerster bezwaar. Cito weigert voortaan elke medewerking aan Didactief.
Exclusiviteit
Inmiddels heeft Tweede Kamerlid Michel Rog (CDA) op 19 mei vragen gesteld aan de staatssecretaris over de samenwerking tussen Cito BV en Trifork: staat OCW toe dat Cito BV geld verdient met kennis uit Stichting Cito? Dekker heeft nog niet gereageerd (red: antwoord staatsecretaris Dekker op 20 juni 2014, na publicatie van het artikel, vind je hier).
We vroegen Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht in Leiden, of een vermenging tussen een stichting die werkt met publiek geld en een BV die vervolgens vermarkt, vaker voorkomt. Visser is voorzichtig, mede omdat Cito een klant van hem is geweest; hij is behalve hoogleraar ook advocaat.
'Zo'n tien jaar geleden heb ik Cito geadviseerd over intellectueel eigendom in het kader van contracten die Cito op dat moment met de overheid afsloot. Maar in het algemeen kan ik zeggen dat dit soort situaties veel voorkomt. De verwachtingen en wensen van de overheid zijn vaak nogal wisselend en tegenstrijdig. Enerzijds wil men graag dingen aan de markt overlaten, maar natuurlijk ook niet te veel betalen. Anderzijds wil men vaak dat dingen gratis beschikbaar komen, maar dat de betrokkenen toch een deel van de kosten zelf terugverdienen. Vaak zijn afspraken niet duidelijk.'
Zou het niet beter zijn als de overheid altijd de auteursrechten kreeg? Visser twijfelt: 'In hoeverre het verstandig is om als overheid te eisen dat rechten aan de overheid worden overgedragen, is zeer de vraag. Dan wordt bijvoorbeeld bij publicatie artikel 15b Auteurswet van toepassing en kan iedereen ermee aan de haal en is de exclusiviteit weg. Zonder exclusiviteit is niemand bereid om erin te investeren. Natuurlijk is het altijd belangrijk dat afspraken duidelijk zijn vastgelegd, maar dat kan ook betekenen dat het deels mogen of zelfs moeten vermarkten van afgeleide producten, onderdeel is van de afspraken.'
Een financieel expert laat nog weten: 'De Belastingdienst verwacht dat er royalty-afspraken zijn tussen een stichting en de BV, en dat die afspraken zijn vastgelegd en getoetst op fiscale regelgeving. Als dat niet gebeurd is, kunnen er belastingrisico's ontstaan.' Of die afspraken er ook zijn tussen Stichting Cito en Cito BV, is onbekend.
Tekst Monique Marreveld
Dit artikel is verschenen in Didactief, juni 2014.
1 Examens van de toekomst
2 Digitale examens, aflevering 1: n-term
30-05-2014
01-07-2017
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven