Interview

De favoriete leraar van Ursie Lambrechts

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 11-06-2013 Gewijzigd op 24-12-2020
Beeld Martijn van de Griendt
In 1964/65 zat Ursie Lambrechts, oud-Kamerlid (D66) en lid van de Onderwijsraad, in de klas bij juf Ria op de St. Jozefschool in Uden. Ria Brouwer-van den Boogaard werkte hier van 1962-1968 en daarna tot 2001 in het buitengewoon en het voortgezet onderwijs.   

Een katholieke meisjesschool – ‘de enige man was het hoofd van de school’ – met grote klassen van 36 tot soms wel 50 leerlingen en klassikaal onderwijs. Ursie Lambrechts kan niet anders zeggen dan dat ze er louter warme herinneringen aan bewaart. ‘Ik was heel happy op school, altijd blij als de vakantie weer voorbij was. Ria was een heel lieve juf. Ze had iets gracieus, een koninklijke manier van optreden. Ik kan me niet herinneren dat je ooit boos was.’

Ursie LambrechtsRB: ‘Ik was anders wel een strenge juf. Er moest gebeuren wat ik wilde. Leerlingen gingen niet met me lopen.’
UL: ‘Maar je was ook een juf van belonen. Als je goed gewerkt had, mocht je zelf kiezen met welke kleur inkt je schreef.’
RB: ‘Ursie was een van de leerlingen die lekker konden werken. Beter gezegd: die bij mij lekker werkten. Ik hield van rust en orde, ik wilde geen rotzooi, letterlijk en figuurlijk, in mijn klas. Dat moet je natuurlijk passen als kind. Er zijn ook leerlingen die losgelaten willen worden.’ 
UL: ‘Het paste mij inderdaad. In het oude onderwijssysteem zaten ook goede dingen. Bij alle diversiteit en vernieuwing die er nu is, hoop ik dat ook de keuze voor rust en regelmaat mogelijk blijft.’  
Uit het schoolarchief heeft de conciërge de stamkaart van Ursie tevoorschijn gehaald. Fraaie cijfers, vooral ook voor vlijt en gedrag.
UL: ‘Later vond men die onderdelen achterhaald. Maar ze zeiden toch wel wat over leerlingen, en over welke waarden en normen je ze bijbracht.’
RB: ‘Jazeker. Gedrag ging over hoe een leerling omging met de leraar, maar ook met medeleerlingen.’
Ursie bekijkt haar kaart nog eens. ‘Hm, voor lezen een 7-, da’s niet zo heel goed.’
RB: ‘Dat valt mee. Er werden niet zomaar negens uitgedeeld, hoor.’
UL: ‘Ik herinner me nog dat we in het handenarbeidlokaal les kregen, omdat er te weinig lokalen waren.’
RB: ‘Klopt. Handenarbeid was net nieuw toen. Als we met de groep van de kweekschool weer eens bij elkaar waren, vroegen we elkaar: “En, geef jij al handenarbeid?” Dat was je van het. De St. Jozefschool was mijn eerste baan. Ik vond het fijn om eindelijk de theorie in praktijk te brengen.’
UL: ‘Kreeg je eigenlijk begeleiding?’
RB: ‘Nee, dat was er niet bij. Ik had mijn handen vol aan lessen voorbereiden. En ik gaf ook zangles in een andere klas en elke week zongen we met de hele school samen.’
UL: ‘Dat weet ik nog, ja! Samen canons zingen.’
RB: ‘We gingen altijd met het hele team naar de Onderwijstentoonstelling in Den Haag, overdags naar de tentoonstelling om te kijken naar het nieuwe op onderwijsgebied, ’s avonds samen naar een musical. Dat deden we op onze vrije dag uiteraard.’
UL: ‘Je deed dus als nieuweling volop mee?’
RB: ‘Ja, ik was heel actief. Daarom frustreerde het me ook zo dat ik eruit gestuurd werd. Toen ik trouwde, werd mijn contract opgezegd. Zo ging dat toen! Vreselijk vond ik dat. Ik hield van het onderwijs en ben aardrijkskunde en biologie gaan studeren om op de mavo les te kunnen geven.’
UL: ‘Zou je weer voor het onderwijs kiezen?’
RB: ‘Zonder meer! Het begeleiden van mensen in hun groei vind ik geweldig. Je stond ervoor om het voor leerlingen zo goed mogelijk te doen. Dat ze zich ontwikkelden en dat ze het naar hun zin hadden bij mij.’
UL: ‘En al die onderwijsvernieuwingen, hebt u daar onder geleden?’
RB: ‘Daar heb ik op de Scholengemeenschap actief aan meegewerkt. Op mijn 54ste heb ik nog een nascholing gedaan om samen met mijn collega’s het nieuwe vak verzorging vorm te geven. Dat vond ik leuk. Geleden heb ik onder de enorme vergadercultuur, dat vergaderen slokte zoveel privétijd op! Als leraar ben je altijd bezig dingen te verbeteren, onderwijs is nooit af.’ 
UL: ‘Vernieuwing is belangrijk. Maar onderwijs moet voor leerlingen èn leerkrachten ook fijn zijn.’  
RB: ‘Absoluut!’
UL: ‘We moeten leraren weer het stuur in handen geven en hen niet afhankelijk laten zijn van een blauwdruk die ergens achter een bureau is bedacht.’
RB: ‘Onderwijs is voor de samenleving heel belangrijk. Ik heb het gevoel dat beleidsmakers dat vooral met de mond belijden en dat er in de praktijk weinig van terecht komt.’
UL: ‘Veel willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten en dat kan niet.’
RB: ‘Als ik nu mijn kleinkinderen naar school breng, zie ik nog steeds veel enthousiaste leerkrachten. Je moet wel het geluk hebben dat het klikt.’
UL: ‘Het is ook de taak van de leerkracht om het te laten klikken.’
RB knikt: ‘Een kind moet mogen worden wat er in hem zit. Dat doet iedere goede leerkracht op zijn eigen manier.’ 

Ursie Lambrechts is na haar Kamerlidmaatschap en voorzitterschap van de evaluatiecommissie passend onderwijs nu bestuursvoorzitter van het Schoolleiderregister PO. Daarnaast is ze lid van de Onderwijsraad.

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2013.

Click here to revoke the Cookie consent