Interview

De favoriete docent van Jasper Cillessen

De eerste ontmoeting tussen Jasper Cillessen en Wim Langedijk vond plaats op een basisschool in Groesbeek, nabij Nijmegen. Voetbalclub NEC wilde Jasper graag hebben, maar dan moest hij wel toegelaten worden tot de SSgN, de school waarmee de Nijmeegse profclub samenwerkt. Een ‘dramatische Cito-score’ bleek een sta-in-de-weg. Langedijk hechtte daar niet zo aan, de basisschooldirecteur des te meer. ‘Zo’n Cito-toets is een momentopname, het gaat om het kind’, vertelt Langedijk. ‘Toen ik Jasper zag, wist ik meteen dat hij het echt wel zou redden op onze school. Toch heb ik moeten praten als Brugman voordat die directeur Jasper een ander advies dan vmbo-k wilde geven.’

JC: ‘Ik had inderdaad mijn Cito-toets verprutst. Maar er was meer: de directeur had ooit een akkefietje met mijn moeder gehad en vocht dat over mijn rug uit. Omdat hij wist dat ik graag naar NEC wilde, probeerde hij daar een stokje voor te steken.’ 
WL: ‘Jasper heeft uiteindelijk bij ons havo gedaan.’
JC: ‘Vanaf dag 1 ben ik goed begeleid. Op de SSgN zit je in een driejarige brugklas met leerlingen van vmbo-t tot en met vwo bij elkaar. Ik steek zo in elkaar dat ik me optrek aan anderen. Eerst mikte ik op mavo, toen bleek havo haalbaar en als het voetbal er niet was geweest, was ik naar vwo gegaan.’ 
WL: ‘Ik ben trots op hem en trots dat onze school hem een kans heeft gegeven. Toen hij zijn havo-diploma haalde, was ik zo kinderachtig om voor te stellen nog eens bij die schooldirecteur langs te gaan. Ik had daar wel grijnzend willen binnenlopen, maar Jasper was groter dan ik.’ 
JC: ‘Ik dacht: we houden de eer aan onszelf.’
Als conrector manifesteerde Langedijk zich met een uitgesproken onderwijsvisie: de school is er voor de leerlingen en jonge mensen verdienen alle denkbare kansen. ‘Jasper is een van de voorbeelden die mijn gelijk bewijst. Als iemand goed is in voetbal of mooi piano kan spelen, en je geeft hem de kans dat talent te ontplooien, ben je bezig die persoon sterker en gemotiveerder te maken. Jasper kwam hier binnen als een verlegen, rustig jongetje en hij heeft het prima gedaan.’ 
JC: ‘Wij kregen altijd te horen: als je op school goed presteert, presteer je ook beter op het veld. Eerst denk je: wat een onzin. Maar het klopt wel.’ 
WL: ‘Natuurlijk ga je niet beter voetballen als je de stelling van Pythagoras snapt. Het gaat om de mentaliteit: beter willen worden, ergens je best voor doen, willen knokken.’ 
Langedijk ging in de jaren negentig een samenwerking aan met de voetbalschool van NEC en was later initiator van de SSgN als Olympisch Steunpuntschool. In 2003 werd de school erkend als LOOT-school. ‘De sportleerlingen zitten in een reguliere klas met andere leerlingen. We proberen ze zo gewoon mogelijk te behandelen. Eerst deden ze niet mee met gym, maar dat hebben we teruggedraaid.’ 
JC: ‘Heel goed! Ik heb ALO gedaan en stage gelopen op de SSgN. Juist in de gymles leer je leerlingen op een andere manier kennen. ‘Als leraar was hij duidelijk en hij probeerde de stof met humor over te brengen. Dat heeft mij goed geholpen, pas in de derde klas bij meneer Langedijk ben ik wiskunde gaan begrijpen.’
WL: ‘Mijn motto was: iedereen kan wiskunde leren. In de brugklas zei ik vaak: ik zal me eens helemaal uitkleden, dan kunnen jullie zien dat ik nergens een wiskundeknobbel heb. Als je het moeilijk vindt, moet je gewoon harder werken. Iemand met talent voor wiskunde hoeft maar één opgave te maken, anderen snappen het pas na acht opgaves. Ikzelf voorop.’ 
JC: ‘Ik was dus iemand voor acht opgaven. Gewoon veel oefenen, die aanpak paste bij wat ik bij NEC leerde: als je veel traint, word je beter.’ 
Cillessen verzilverde zijn kansen in het seizoen 2010-2011. NEC-keeper Gabor Babos raakte geblesseerd en Cillessen viel als eerste reservekeep in. Dat deed hij zo goed dat de trainer hem na het herstel van Babos in de basis hield. Zomer 2011 werd hij gecontracteerd door Ajax. ‘Als klein jongetje was ik al Ajacied, net als mijn hele familie. Ik wil een basisplaats bij Ajax verwerven en dan is mijn volgende droom het Nederlands elftal. Dat is toch waarom je als zesjarige begint met voetballen.’ 
WL: ‘Ik heb er wel vertrouwen in dat je dat kunt.’ 
JC: Ik heb van meneer Langedijk geleerd dat niets onmogelijk is. Als je maar hard genoeg werkt en niet opgeeft. En dat je jezelf niet al te serieus moet nemen, we zijn toch maar simpele boerenlullen.’

Bij het verlaten van Ajax-complex De Toekomst kan Langedijk zich niet langer bedwingen. ‘Zie je Johan Cruyff wel eens?’ Jasper kopt de bal terug: ‘Je bedoelt die andere JC?’

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2012.