Goed om kunnen gaan met leerlingen is voor elke leraar in iedere klas belangrijk, maar in een multiculturele klas ligt de lat hoger. Als je leraren vraagt waarom, geven zij als redenen: ‘er is een heftiger dynamiek’, ‘de leerlingen hebben een korter lontje’, of ‘de leerlingen opereren veel meer als groep’. Tegelijkertijd zeggen leraren dat zij leerlingen niet verschillend behandelen, en ook geen onderscheid maken tussen leerlingen van verschillende herkomst. Deze observaties roepen allerlei vragen op. Gaan leraren in multiculturele klassen anders om met leerlingen? Hebben deze leerlingen een ander beeld van het contact dan leerlingen in klassen met minder diversiteit? Speelt de herkomst van leerlingen een rol bij de ervaring van de leraar? Spelen de beelden die leraar en leerlingen van elkaar hebben een belangrijke rol bij leerprestaties en motivatie? Naar deze en andere vragen hebben we de afgelopen jaren onderzoek gedaan in multiculturele klassen verspreid over het land. We hebben vragenlijsten afgenomen onder een paar duizend leerlingen en hun docenten, video-opnames gemaakt, leraren geïnterviewd en leeropbrengsten in kaart gebracht.
Twee elementen spelen een rol bij de relatie tussen leraar en klas. Ten eerste, wie bepaalt wat er in de klas gebeurt, de docent of de leerlingen? Dit noemen we de invloeds- of machtsdimensie, met als uitersten voor de positie van een leraar ‘boven’ of ‘onder’. Ten tweede, hoe is het contact tussen docent en leerlingen: is er coöperatie of juist afstand of zelfs conflict? Dit element wordt ook wel nabijheid genoemd, en deze dimensie kent als uiteinden ‘samen’ en ‘tegen’. Deze twee dimensies kun je zien als onafhankelijke kenmerken die aan elke relatie ten grondslag liggen. Hierover schreven we ook in Didactief december 2009. Uit ons eigen onderzoek en dat van anderen blijkt dat hoe hoger leraren gezien worden op de beide dimensies, hoe meer hun leerlingen leren en hoe meer ze gemotiveerd zijn, met andere woorden hoe beter ze als leraar functioneren.
Leerlingen in multiculturele klassen nemen hun leraren gemiddeld genomen hoger waar op zowel de machts- als de nabijheidsdimensie. Als je dan weer binnen die multiculturele klassen kijkt, zie je dat de allochtone kinderen hun leraren hoger zien op beide dimensies dan de autochtone leerlingen. Allochtone leerlingen zien hun leraren dus anders. Tussen de allochtone leerlingen onderling zijn er ook behoorlijke verschillen. Zo geven kinderen met een Marokkaanse achtergrond hun leraren de hoogste score op ‘macht’/‘invloed’, gevolgd door leerlingen met respectievelijk een Turkse, Antilliaanse en Surinaamse achtergrond. Bij ‘nabijheid’ valt op dat leerlingen met een Turkse achtergrond hun leraren juist een hoge score geven, hoger dan de score van Marokkaanse leerlingen, die dicht in de buurt komt bij die van de autochtone Nederlandse leerlingen.
De herkomst van de leraar zelf lijkt ook uit te maken; allochtone docenten worden door allochtone leerlingen hoger waargenomen op ‘nabijheid’ dan hun Nederlandse collega’s. Voor de mate van ‘invloed’ vonden wij geen verschillen. Leerlingen en docenten van dezelfde herkomst bleken het niet méér met elkaar eens over het interpersoonlijk gedrag van de docent dan collega’s en klasgenoten van verschillende herkomst.
De vraag is natuurlijk of de leerlingen hun leraren anders waarnemen omdat ze een ander interpretatiekader hebben, of dat leraren hen ook verschillend behandelen. Een ander interpretatiekader ligt voor de hand omdat culturen nogal kunnen verschillen qua opvattingen. Bijvoorbeeld over de mate waarin het individu of juist de groep belangrijk wordt gevonden, of de mate waarin een docent (of oudere) van nature respect geniet of de mate waarin mensen gesteld zijn op verschillen in macht. Ons onderzoek laat zien dat de eerder genoemde verschillen in waarneming er ook zijn wanneer leerlingen hetzelfde worden behandeld, of zelfs wanneer zij dezelfde gedragingen van leraren op video zien.
Daarnaast vonden wij invloed van het klimaat thuis. Allochtone leerlingen zien een groter verschil in interpersoonlijk gedrag tussen hun docent en hun ouders dan Nederlandse leerlingen. Met name Marokkaanse en Antilliaanse leerlingen vinden hun ouders meer invloedrijk en meer nabij dan autochtone Nederlandse kinderen. Zoals gezegd melden de docenten dat zij geen (bewust) onderscheid maken tussen leerlingen en dat zij iedereen gelijke kansen willen geven. Uit observatieonderzoek blijken echter wel verschillen. Zo krijgen vooral Marokkaanse jongens minder beurten; zij worden vaker gewaarschuwd of tot de orde geroepen en krijgen vaak kortere en meer negatieve feedback.
Is de relatie in een multiculturele klas nu extra belangrijk? Het lijkt er wel op. Zo zien we een sterkere samenhang tussen de motivatie en prestaties van Marokkaanse, Turkse en Surinaamse leerlingen en de mate waarin ze hun leraar ‘invloedrijk’ en ‘samen’ waarnemen, dan bij Nederlandse leerlingen. Tegelijk zien we verschillen in de beelden die leerlingen van hun docenten hebben waarvoor oorzaken te vinden zijn in het omgangsklimaat thuis, het opvattingenkader, maar ook verschillen in behandeling door de docent. Blijft de vraag staan of een multiculturele klas nu andere interpersoonlijke vaardigheden en kennis vraagt van de docent. Op basis van observaties en interviews concluderen we dat leraren in multiculturele klassen geen wezenlijk andere strategieën hanteren dan leraren in doorsnee klassen. Wel blijkt dat een multiculturele klas een groter beroep doet op interpersoonlijke vaardigheden van de docent. Docenten lijken zich ervan bewust dat zij soms op andere momenten en met andere redenen bepaalde strategieën moeten inzetten, zoals:
Ervaren docenten zijn sterk gericht op structuur creëren en heldere regels vaststellen; ze besteden veel aandacht aan de naleving van die regels, ook door henzelf;
contact leggen en de leerlingen positief benaderen, zowel tijdens als buiten de les, is heel belangrijk;
na een correctie of ingreep is er extra aandacht nodig om de relatie te herstellen, bijvoorbeeld door positieve feedback te geven, te glimlachen of door met humor te reageren;
enkele docenten merken op dat leerlingen soms proberen onderhandelingsruimte te creëren;
ten slotte: blijf kalm en straal rust uit, zeker in situaties waarin leerlingen heftige emoties tonen. Een aantal docenten merkte op dat heftige reacties soms meer betrekking hadden op het gevoel van de leerlingen dat ze slachtoffer zijn dan op daadwerkelijke boosheid richting de docent.
Perry den Brok is hoogleraar Onderwijskunde in de bètavakken aan de Eindhoven School of Education van de Technische Universiteit Eindhoven. E: [email protected]. Theo Wubbels is vice-decaan van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Universiteit Utrecht. E: [email protected]. Jan van Tartwijk is hoogleraar Onderwijskunde aan de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Universiteit Utrecht. E: [email protected]. Ietje Veldman is hoofd van de universitaire lerarenopleiding van de Universiteit Leiden. E: [email protected].
Brok, P. den, Hesp, A., & Servaes, N. (eds.) (2005). Help, ik verkleur! Voorbeelden van successen in multiculturele scholen. Meppel: Giethoorn ten Brink. (praktijkgericht)
Brok, P. J. den, Levy, J., Rodriguez, R., & Wubbels, T. (2002). Perceptions of Asian-American and Hispanic-American teachers and their students on teacher interpersonal communication style. Teaching and Teacher Education, 18 (4), 447-467.
Brok, P. den, Levy, J., Wubbels, T., & Rodriguez, M. (2003). Cultural influences on students’ perceptions of videotaped lessons. International Journal of Intercultural Relations, 27 (3), 268-289.
Brok, P. den, Wubbels, Th., Veldman, I., & Tartwijk, J. van. (2010). The differential effect of the teacher-student interpersonal relationship on student outcomes for minority and mainstream students. British Journal of Educational Psychology, 80 (2), 199-221.
Brok, P. den, Wubbels, Th., Veldman, I., & Tartwijk, J. van (2009). Perceived teacher interpersonal behaviour in Dutch multicultural classes. Educational Research and Evaluation, 15 (2), 119-135.
Tartwijk, J. van, Brok, P. den, Veldman, I., & Wubbels, T. (2009). Teacher’s practical knowledge about classroom management in multicultural classrooms in the Netherlands. Teaching and Teacher Education, 25, 453-460.
Wubbels, Th., Brok, P. den, Veldman, I., & Tartwijk, J. van. (2006). Teacher interpersonal competence for Dutch multicultural classrooms. Teachers and Teaching: Theory and Practice, 12 (4), 407-433.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven