Japanse kleuters die een robot Engelse woordjes leren. Duitse leerlingen uit de middenbouw die samen met een robot een spel in het Engels doen. En een robot die Engelse vo-leerlingen het verschil tussen de Franse lidwoorden le en la bijbrengt. Het zijn drie voorbeelden van onderzoek naar de inzet van sociale robots voor het aanleren van taalvaardigheden.
Sociale robots zijn ontwikkeld om te communiceren met mensen. Ze zijn nog lang geen gemeengoed in het klaslokaal, maar het is niet ondenkbaar dat ze, net als in bijvoorbeeld de zorg, oprukken. En dan is het goed te weten wat de voor- en nadelen zijn. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht, onder leiding van Paul Leseman, hebben deze in een review van 33 studies op een rij gezet.
Wat sociale robots in elk geval voor hebben op andere technologie: ze zijn ‘menselijker’, en meer maatje of mentor dan machine. Maar leren leerlingen er ook beter door? Dat blijkt nogal wisselend: soms wel en soms niet. Bij woorden leren voegt de robot niet zoveel toe, zeker niet bij jonge kinderen. Dat geldt ook voor mondelinge taalvaardigheid. Bij lezen en grammatica zijn de resultaten wel positief.
Vergeleken met andere ICT vinden leerlingen robots leuker. Ze vergroten hun motivatie. Maar als dat komt omdat ze nieuw zijn, zal die motiverende werking op den duur uitdoven (novelty effect). Dat ze leuker en motiverender zijn, komt door hun menselijke, sociale kant. Met overigens de nadelen van dien: een te enthousiaste en nieuwsgierige robot blijkt leerlingen ook af te kunnen leiden.
Rianne van den Berghe e.a., Social Robots for Language Learning: A Review. In: Review of Educational Research, 2019.
Dit artikel verscheen in Didactief, september 2020.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven