Onderzoek

Betere leraren door ontwerpgericht denken

Tekst Ellen Rohaan en Annemarie van den Broek
Gepubliceerd op 25-06-2020 Gewijzigd op 25-06-2020
Design thinking (‘ontwerpgericht denken’) kan helpen bij duurzame verankering van onderwijsvernieuwing en is een krachtige strategie voor professionalisering.

Design thinking is een gestructureerde aanpak voor het genereren en ontwikkelen van ideeën en die om te zetten in handelen. Het is ontleend aan de werkwijzen van ingenieurs, architecten, softwareontwikkelaars en kunstenaars. Nobelprijswinnaar Herbert Simon (1996) definieert ontwerpers als: ‘everyone […] who devises courses of action aimed at changing existing situations into preferred ones’. Leraren worden dagelijks geconfronteerd met ontwerpuitdagingen. Deze uitdagingen zijn authentiek, complex en gevarieerd en vragen om nieuwe perspectieven, instrumenten en een nieuwe aanpak. Design thinking past daar goed bij, als professionaliseringsstrategie en en voor het ontwikkelen van innovatief onderwijs.
 

Het ontwerpproces van design thinking is op te delen in vijf stappen:

1. Ontdekken: probeer de uitdaging die je voor zelf gekozen hebt goed te begrijpen, verdiep je in het thema en laat je inspireren.

2. Interpreteren: deel je verhalen, geef betekenis aan dat wat je hebt verzameld en bepaal de mogelijkheden.

3. Ideeën vormen: verzamel ideeën en verfijn deze ideeën.

4. Experimenteren: maak een prototype en verzamel feedback.

5. Verder ontwikkelen: houd bij wat je leert in de praktijk en bepaal steeds opnieuw wat beter kan.

 

Figuur 1. De vijf stappen van design thinking. (Bron: https://designthinkingforeducators.com/)


Iedere ontwerpstap geeft nieuwe inzichten, maar roept ook nieuwe vragen op die richting geven aan de vervolgstappen. Bij deze werkwijze past het om nieuwe onderwijsideeën in een vroegtijdig stadium op kleine schaal uit te proberen in je eigen klaslokaal (of daarbuiten). Dit wordt ook wel prototyping genoemd. Op die manier kun je waardevolle feedback van je leerlingen verzamelen, die jou inzicht geeft in hoe een idee in de praktijk werkt.
 

Design thinking op de pabo

Derdejaars pabostudenten van Fontys Hogeschool Kind en Educatie werken in teams met design thinking in een leerarrangement van een halfjaar aan een door hen zelf gekozen thema uit de onderwijspraktijk (bijvoorbeeld internationalisering, persoonsvorming). We zetten ons netwerk van scholen, partners en experts van andere opleidingen in om het ontwerpproces te verrijken.


Design thinking doet een sterk appél op de creativiteit en het divergent denken van onze studenten. We dagen ze uit om het door hen gekozen thema (de ‘challenge’) eerst breed te verkennen en niet te snel naar een oplossing te gaan. Zo krijgen ze een divers beeld en leren ze vanuit verschillende invalshoeken naar de uitdaging te kijken. De challenges die ze kiezen zijn zeer divers. Zo heeft één groepje studenten gewerkt aan een online platform voor bewegend leren, een ander groepje aan leskaarten voor wereldburgerschap en weer een ander groepje ontwikkelde een educatieve fietsroute. De vrijheid die studenten krijgen om hun eigen thema te kiezen voor de invulling van de opdracht zorgt in eerste instantie vaak voor een onwennig gevoel. Maar die keuzevrijheid leidt na verloop van tijd juist tot meer ondernemerschap en motivatie bij studenten. Een groepje nam bijvoorbeeld zelf het initiatief om samen te werken met studenten van de TU/e. Een student zei achteraf: ‘Je gaat steeds meer initiatieven nemen, dat is eigenlijk het hele mooie aan deze opdracht’.

In de fase van ideevorming (stap 3) vragen we studenten om eerst veel ideeën voor een mogelijk ontwerp te bedenken. Hieruit selecteren ze dan de meest aansprekende en passende elementen, die ze samenvoegen in hun uiteindelijke prototype dat ze uitproberen op hun stageschool (stap 4). Door vooral te focussen op het ontwerpproces en niet zozeer op het eindproduct, voelen studenten veel ruimte om dingen uit te proberen en ideeën bij te stellen als ze merken dat ze niet op het goede spoor zitten.

Onze studenten maken gebruik van het digitale studentenwerkboek (ook handig wanneer je als leraar aan de slag wilt gaan met design thinking).

Bij stap 5 (evolutie) staat kennisdeling en doorontwikkeling centraal. Tijdens een afsluitende miniconferentie in de vorm van een informatiemarkt presenteren de studenten hun eindproducten en nodigen we ons netwerk van opleidingsscholen en andere externe partners (o.a. Brainport Development, TU/e, Play Learn Change, Tech Playgrounds, Korein) uit om de ontwikkelde onderwijsmaterialen te bekijken; experts gaan dan in gesprek met de studenten.


Design thinking in de praktijk

Leraren die al voor de klas staan, kunnen deelnemen aan een leergemeenschap design thinking, in een  Learning Design Studio (Mor & Mogilevsky, 2013). Een vaste groep leraren ondersteunt elkaar bij het doelgericht verbeteren van hun eigen onderwijspraktijk en hun eigen professionele ontwikkeling. Op basis van de samenwerking tijdens de bijeenkomsten ontstaan nieuwe inzichten en vervolgacties die in de eigen klas kunnen worden uitgeprobeerd (denk bijvoorbeeld aan het toepassen van andere didactiek zoals onderzoekend leren bij wereldoriëntatie). De praktijkervaringen worden teruggekoppeld in de volgende sessie en constructief-kritische besproken door middel van een professionele dialoog. Deelnemen aan een LDS is heel anders dan aanbodgestuurde vormen van professionalisering, zoals klassieke workshops en cursussen, omdat de deelnemers met elkaar bepalen wat het doel van de bijeenkomsten is en hoe dat doel bereikt dient te worden. Het vraagt dus om een veel actievere deelname.

Voor de start van het traject worden een centrale doelstelling en randvoorwaarden afgesproken, waarmee leraren vervolgens vanuit hun eigen praktijk en met hun eigen perspectief aan de slag gaan. De LDS functioneert het beste met minimaal vier en maximaal tien deelnemers, die tijdens de sessies worden gecoacht door één of twee ervaren ‘LDS-coaches’. De sessies vinden maandelijks plaats en duren ongeveer tweeëneenhalf uur. Op jaarbasis worden tien bijeenkomsten gepland. In de tijd tussen twee sessies voeren deelnemers voorgenomen activiteiten in de praktijk uit.

Een kleine basisschool in Noord-Brabant wilde bijvoorbeeld de samenwerking met het technisch bedrijfsleven in de regio versterken. Enkele leraren hebben samen met het bedrijf Vencomatic (dat producten ontwikkelt voor de pluimvee-industrie), pabostudenten en studenten van de lerarenopleiding Natuur- en Scheikunde gewerkt aan een betere aansluiting tussen het onderwijs en de jaarlijkse excursie naar Vencomatic. Vooral de input vanuit verschillende expertises bij het ontwerpen van dit specifieke stukje onderwijs werd als erg waardevol ervaren. De vijf stappen van design thinking gaven de benodigde houvast tijden het ontwerpproces.

Op De Nieuwste School (vo) in Tilburg stelde een groep docenten zichzelf de vraag ‘hoe kun je leerlingen feedback op maat geven?’ Er werden veel tools uitgeprobeerd, zoals ‘learning journals’ en ‘heat maps’ om inzicht te krijgen in de feedback die ze aan hun leerlingen gaven. Achteraf zeiden de docenten dat het vooral  goed was om op deze manier met elkaar gesprek te zijn over het werk. Voorheen hadden die gesprekken weinig impact, maar nu werden ze gelijkwaardiger, iedereen kreeg evenveel gelegenheid voor inbreng vanwege de gestructureerde aanpak. Ze ontwikkelden daarmee als het ware een methodiek om ook in de toekomst gezamenlijk aan hun professionele ontwikkeling te werken.

Vooral het samenwerken in een team waarbij een duidelijke structuur wordt gehanteerd in de bijeenkomsten werd op beide scholen als heel positief ervaren. De bijeenkomsten waren daardoor doelgericht en effectief. Het ‘hands-on’ karakter van het proces zorgt voor een actieve deelname van alle leraren en leidt tot directe verbeteracties in de eigen klas.

Wil je zelf aan de slag met design thinking? Dan kunnen de onderstaande tips je daarbij helpen:

  • Zoek enkele collega’s die samen met jou het proces van design thinking in willen duiken (denk daarbij ook aan stagiaires!)

  • Kies een realistische ontwerpuitdaging (focus en afbakening)

  • Bepaal met elkaar de doelstelling van het ontwerp (wanneer zijn jullie tevreden?)

  • Laat je ook inspireren door anderen (denk ook aan mensen van buiten het onderwijs)

 

Ellen Rohaan en Annemarie van den Broek zijn beide lerarenopleider bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie. Daarnaast begeleiden zij professionaliseringstrajecten voor leraren in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs via het Fontys Centre of Expertise De Onderwijsingenieurs.

 

Verder lezen en kijken

Video design thinking op de pabo van FHKE;

Het werkboek voor design thinking in de onderwijspraktijk;

Mor, Y., & Mogilevsky, O. (2013). The learning design studio: collaborative design inquiry as teachers' professional development. Research in Learning Technology, 21.

 

Click here to revoke the Cookie consent