De meeste mensen deugen, schreef journalist Rutger Bregman in 2019. Maar deugt die stelling eigenlijk wel? Dat vragen twaalf Leidse leerlingen in leeftijd variërend van 10 tot 17 jaar zich af. Met straatinterviews hopen ze het antwoord te vinden. Als de gesprekken niet veel opleveren besluiten ze een enquête op te tuigen die in korte tijd ruim vijfhonderd keer wordt ingevuld. Met prikkelende en concrete vragen, zoals: waarom deugen mensen in de zorg wel en terroristen juist niet, uitgesplitst naar religie. Zo krijgen de leerlingen inzicht in hoe de samenleving tegen deze stelling aankijkt. Inmiddels zitten ze in de volgende fase, waarin ze de enquêtes analyseren. Ook denken ze na over hoe ze hun bevindingen over een paar weken kunnen presenteren.
'Er komen hier
mooie dingen
tot stand'
Genoemde opdracht wordt uitgevoerd in het kader van Project Maandag. Een buitenschools project voor cognitief sterke leerlingen die op hun scholen niet genoeg geprikkeld worden en daardoor dreigen uit te vallen. Er zijn geen keiharde criteria. Docenten en mentoren beoordelen individueel voor wie Project Maandag iets zou kunnen betekenen. ‘Vaak zijn ze heel intelligent en ondervinden ze op school cognitief weinig uitdaging,’ zegt Yfke de Jong, coördinator van Project Maandag. Ze gaan hier elke maandag buitenschools aan de slag met een zelfgekozen onderwerp. Als Echa-specialist (European Council for High Ability, red.) voor hoogbegaafdheid onderzoekt De Jong met deze leerlingen wat ze nodig hebben. ‘In het reguliere onderwijs draait het uiteindelijk om leerdoelen en om toetsresultaten. Wij denken dat de groep juist veel baat heeft bij de aandacht voor het proces en bij dit project kunnen we daar de ruimte voor nemen. Leerlingen bedenken zelf een vraag en gaan die onderzoeken zonder te weten waar ze uitkomen.’
In blokken van acht weken gaan ze aan de slag. Ze bepalen zelf wie welke rol of taak invult, ze maken zelf een planning en ze bedenken op wat voor manier ze hun uitkomsten gaan presenteren. Docent Oskar ter Mors coacht de leerlingen samen met De Jong. ‘Er komen hier heel mooie dingen tot stand. Zo maakten ze een podcast-reeks over onbekende Leidse fenomenen, zoals ‘Goeie Mie, een 19-eeuwse Leidse gifmengster. Het project heeft ook al eens in de ruimte van Project Maandag een echte escape-room over de Koude Oorlog opgeleverd, speciaal voor familie en vrienden.’
Ter Mors is docent geschiedenis op het Bonaventuracollege. ‘Ik houd ervan om in mijn lessen gebruik te maken van verschillende en soms ook ongebruikelijke werkvormen.’ Laatst vertelde hij over de Engelse suffragette Emily Davison, die zich tijdens een paardenrace voor het paard van de koning wierp en dat met de dood moest bekopen. Daarbij liet hij zijn leerlingen ook nadenken over de acties van de suffragettes; brandstichting, stenen door ruiten en hedendaags terrorisme. ‘Mijn benadering viel kennelijk ook de schoolleiding op en daarom hebben zij mij gevraagd om ook in Project Maandag mee te draaien.’
Als docenten op de scholen in het samenwerkingsverband Leiden en omstreken in hun klas een leerling zien die baat kan hebben bij het project, dan trekken ze aan de bel bij de mentor. Er volgt dan een gesprek met de leerling en de ouders. De Jong: ‘Wat we willen bereiken is dat we deze leerlingen, die te vaak en te veel in de uit-stand staan, via deze uitdaging weer in de aan-stand krijgen.’
Een belangrijke succesfactor in het project is de plek. Aan de Lammenschansweg in Leiden staat een oud gymnasium gebouw waar het LEF in huist. ‘De rust hier, het feit dat de leerlingen weg zijn uit hun drukke schoolomgeving,’ zegt De Jong, ‘maakt dit een heel fijne plek voor hen. Ze kunnen hier helemaal zichzelf zijn. Er moet niets en er kan heel veel. En hoewel de leerlingen heel verschillend zijn, accepteren ze elkaar allemaal. Ze herkennen veel van de anderen in zichzelf en leeftijd speelt in de samenwerking geen enkele rol.’ Isabelle van der Eijk (10) kan dat bevestigen. Ze zit in 2-gymnasium van het Bonaventuracollege. ‘Ik vind hier wel de aansluiting met de groep, die ik in mijn eigen klas vaak mis.’
Een van de leerlingen twijfelt of de planning zoals die er nu ligt, nog wel goed is. Ze roept de groep bij elkaar en samen kijken ze wat ze vandaag nog moeten doen. Op een whiteboard passen ze hier en daar wat aan. Al snel ontspint zich een pittige discussie voor wie ze binnenkort de presentatie gaan houden. ‘Als er ook jongere kinderen komen, zullen we daar rekening mee moeten houden in ons taalgebruik en de woordkeuze,’ zegt er een. ‘Dat valt wel mee,’ reageert een ander. ‘Als ze hierin geïnteresseerd zijn, kun je ook verwachten dat ze veel woorden wel kennen.’
'Ze kunnen hier
zichzelf zijn'
Bobbie Vermeer (13) laat zich er niet door van de wijs brengen. In al het geroezemoes werkt ze ongestoord door op haar laptop. Ze zit in 2 gymnasium van het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest. Ze neemt pas vier weken deel aan het project, maar voelt zich al helemaal thuis. ‘Ik mis nu wel een dag in de week een vak als wiskunde, dus ik moet even kijken of dat goed blijft gaan. Maar als het even kan, wil ik hier zo lang mogelijk blijven. Wat ik alleen een nadeel vind, is dat het op maandag is. Juist omdat ik het zo leuk vind, had ik het liever later in de week.’ Isabelle staat daar anders in. ‘Na het weekend vind ik Project Maandag juist een heel fijn begin van de week. Ik krijg er zoveel energie van, dat ik daar de rest van de week op school mee vooruit kan.’
Inmiddels hebben drie leerlingen inkopen gedaan voor de lunch. In de huiskamer eet de hele groep soep en boterhammen. Het is een geanimeerd gezelschap, waarbij De Jong en Ter Mors deel uitmaken van de groep. Het is duidelijk, hier is niemand een buitenbeentje, allemaal hebben ze de ruimte om op te bloeien.
Meer weten? Beluister de radio LEF podcast over Project Maandag.
Dit voorwoord verscheen in de LEF-special van Didactief, januari/februari 2022
27-01-2022
11-05-2012
01-02-2013
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven