Ondersteuning aan zwakke leerlingen vindt vooral plaats via remedial teaching. De leraar zelf is een goede tweede. Daarna volgt hulp door de ouders – veelal bestaande uit huiswerkbegeleiding – en externe deskundigen als logopedisten en dyslexiespecialisten. Leraren en ouders zien een gedeelde verantwoordelijkheid in het bieden van extra begeleiding, en in de eventuele financiering daarvan. Beide betrokkenen verschillen echter regelmatig van mening over of extra ondersteuning nodig is. Ouders blijken bovendien de ondersteuning die de school biedt te onderschatten meer leerlingen krijgen hulp dan ouders denken. Ruim 21 procent van de leerlingen, ofwel vijf per klas, krijgt extra begeleiding, terwijl ouders denken aan een percentage probleemgevallen van vijftien. Het initiatief voor extra ondersteuning komt in ruim de helft van de gevallen van de school. Het andere deel komt op aandrang van de ouders of betreft een gezamenlijke stap. De meeste leraren vinden overigens dat ouders bij leerproblemen te veel verwachten van de school. Voorts stelt de helft van de leraren dat ouders moeite hebben om te accepteren dat hun kind niet kan meekomen.
C.A. Crommelin, M. Gemmeke en S.W. van der Ploeg, Ondersteuning school bij leerproblemen in basisonderwijs. Ouders tevreden maar leraren niet. Amsterdam, Regioplan, 2003. Zie http://www.regioplan.nl
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven