Jongeren laten van zich horen en dat is een goede zaak. Het jongerenplatform van de Sociaal-Economische Raad zegt dat het stapelen van beleid vooral voor jonge mensen negatief uitpakt. Ze komen vooral in problemen door de combinatie van het leenstelsel, een arbeidsmarkt die draait op tijdelijke contracten en krapte op de woningmarkt.
Ook Coalitie Y, een initiatief van jongerenorganisaties en politieke partijen, timmert aan de weg. Hun manifest begint met het afschaffen van het leenstelsel en het opnieuw introduceren van de basisbeurs. Het politieke draagvlak voor een nieuwe variant van de basisbeurs groeit gestaag.
Maar wat ik node mis, is aandacht voor een andere groep jongeren. Een groep die minstens zo zwaar geraakt wordt door stapelen van beleid. Tot een aantal jaren geleden bestond er een vangnet voor leerlingen uit het praktijk- en het voortgezet speciaal onderwijs en andere jongeren die een steuntje in de rug nodig hebben om volwaardig mee te doen in de samenleving. Een deel van hen stroomde linea recta de Wajong in, waar ze overigens vervolgens vaak aan hun lot werden overgelaten. Een deel ging naar dagbesteding of vond werk in een sociale werkplaats.
In 2015 veranderde er veel voor deze jongeren. De Wajong werd afgeschaft en de Participatiewet deed zijn intrede. De sociale werkvoorziening werd afgebouwd. Gemeenten werden verantwoordelijk voor het hele sociale domein, inclusief de jeugdhulp. Sindsdien zijn gemeenten aan zet om jongeren die het alleen niet redden, volwaardig mee te laten doen. De kwetsbare jongeren waar het over gaat, hebben geen recht op een uitkering. Als gemeenten werk maken van deze jongeren, kost dat ze meer geld dan dat het oplevert. Op de korte termijn tenminste. Bovendien hebben veel gemeenten hun handen vol aan de jeugdhulp en de miljoenen extra die dat kost.
De beleidstaal in onderwijsland loopt over van doorlopende leerlijnen, een ononderbroken ontwikkeling en maatwerk. Maar wat gebeurt er als jongeren het onderwijs verlaten? Er is een groep jongeren die niet naar school gaat, geen werk heeft, niet naar dagbesteding gaat, niet in een sociale werkplaats werkt en geen recht op een uitkering heeft. Juist deze jongeren ondervinden de gevolgen van stapeling van beleid. Het ironische van die stapeling is dat ze desondanks bij niemand in beeld zijn. Daarom weet ook niemand om hoeveel jongeren het eigenlijk gaat.
Zeker, het leenstelsel voor studenten in het hoger onderwijs verdient aandacht. Maar wie komt op voor de jongeren die in een zwart gat dreigen te verdwijnen?
Sietske Waslander is hoogleraar Sociologie. Lees hier al haar columns.
Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2019.
Prof. dr. Sietske Waslander is als hoogleraar Sociologie verbonden aan TIAS School for Business and Society. Binnen het GovernanceLAB verricht zij onderzoek naar sturing en governance in het onderwijs, en participeert ze in de longitudinale landelijke evaluatie van Passend onderwijs. Ze geeft onderwijs in verschillende TIAS opleidingen. Waslander is kroonlid van de Onderwijsraad.
23-06-2022
11-01-2020
11-05-2023
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven