Alle basisscholen doen in 2020 iets aan wetenschap en technologie (w&t). Dat is een van de doelen van het in 2013 gesloten Techniekpact tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Hoe ver zijn we daarmee al? Regioplan heeft dat eind vorig jaar in opdracht van het Platform Bèta Techniek uitgezocht met een enquête onder ruim vijfhonderd basisscholen. Het blijkt dat die aandacht vergeleken met drie jaar geleden is toegenomen. En dat geldt niet alleen voor basisscholen die in het verleden hebben deelgenomen aan het programma Verbreding Techniek Basisscholen. Gemiddeld krijgen kinderen één uur techniek per week.
Ruim vier vijfde (82%) besteedde vorig schooljaar aandacht aan w&t; daarvan heeft 61% het ook opgenomen in het schoolplan. Ze verbinden, net als de Verkenningscommissie in 2013, w&t steeds meer aan onderzoekend en ontwerpend leren en aan 21e-eeuwse vaardigheden. Veel scholen (57%) bieden het geïntegreerd met andere vakken aan. Een derde van deze scholen heeft een of meer teamleden die gespecialiseerd zijn in w&t.
Van de 18% scholen die vorig schooljaar niets deed met w&t, vindt het merendeel dat ze dat eigenlijk wel had moeten doen. Ook veel scholen die er al wel mee bezig zijn, vinden dat het meer en beter kan. Ondersteuning blijkt daarbij een sleutelwoord: het merendeel van de scholen heeft daar behoefte aan. Dat blijkt ook uit een onderzoek door IVA Onderwijs onder vierhonderd leerkrachten, eveneens in opdracht van het Platform Bèta Techniek: 92% van de leerkrachten onderschrijft het belang van w&t en wil er graag mee aan de slag, maar weet nog niet altijd hoe ze dat moeten aanpakken. Ze hebben behoefte aan visie, vertrouwen en ruimte van hun schoolleiding.
Jacob van der Wel, 'Wetenschap en technologie in het basisonderwijs'. Regioplan/Platform Bèta Techniek, 2015. Het onderzoeksrapport is hier te vinden.
Dit artikel is verschenen in de rubriek Onderzoek Kort van Didactief (maart 2016).
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven