‘Bij een aardbeving kruipen alle leerlingen onder hun tafels. Eén voor één begeleiden onze leraren de groepen daarna naar buiten. Bij een ontruiming oefen je normaal gesproken voor brand, maar wij oefenen tegelijkertijd ook wat je doet bij een aardbeving.’ Aan het woord is Astrid Briek, directeur van obs Prinses Beatrix en cbs Roemte. De scholen zijn in 2019 gaan samenwonen in een gloednieuw kindcentrum in Loppersum, aardbevingsbestendig gebouwd op de plek van de oude openbare school; die was niet meer veilig. ‘Ongeveer vijf schooljaren zijn de scholen in tijdelijke huisvesting buiten het dorp ondergebracht. Maar we hebben in het nieuwe gebouw ook al een aardbeving meegemaakt, gelukkig waren de leerlingen toen al naar huis.’
Voor de leerlingen was het ironisch genoeg doodnormaal, die noodgebouwen, de verhuizing. ‘Veel Loppersummers wonen in een wisselwoning of hebben erin gewoond omdat hun huis werd versterkt.’ Het vele verhuizen resulteert wel in spanning bij de kinderen en hun gezinnen. ‘Ze weten niet hoe lang ze in een wisselwoning blijven. De aardbevingsschade levert ouders ook veel papierwerk op. En die bureaucratie is lastig. We hebben natuurlijk ook ouders die niet hoogopgeleid zijn, die begrijpen de brieven vaak niet. Al die brieven, controles, dat levert onrust op. Maar het uit zich gelukkig niet erg in het gedrag van onze leerlingen op school. De nieuwe school is voor hen een veilige haven, gestructureerd en duidelijk. Daar doen we ons best voor.’ Missen de teams hun oude school wel eens? ‘Zeker, vooral de ruimte. De nieuwe school is mooi maar gebouwd op de bevolkingskrimp in dit gebied en dus veel kleiner. Zij missen de sfeer, de architectuur, de historie.’ Het oude, christelijke schoolgebouw is trouwens wel hersteld, maar heeft een andere bestemming gekregen.
En die aardbevingsoefeningen dan? Of als er weer eens een beving is (in oktober 2022 vond de zwaarste van de afgelopen drie jaar plaats, een aardbeving met een kracht van 3,1)? Hebben de leerlingen daar geen last van? Briek: ‘Als leerlingen ’s nachts een aardbeving meemaken, dan komt dat vanzelf aan de orde bij de dagopening of het kringgesprek. Leerlingen zijn vaak bang geweest, daar besteden we aandacht aan. Er is ook maatschappelijk werk op school, maar psychische hulp is eigenlijk zelden nodig.
Net als de leerlingen kijkt Briek zelf ook niet meer op van een beving. ‘We zijn er al aan gewend, je leert het wel herkennen. Meestal is het kort en heftig, je hebt het pas door als het echt voorbij is. Je hoort eerst heel veel gerommel, dan meestal een knal en dan volgt de beving. Je denkt: oh, een aardbeving, en dan ga je weer verder.’
Kinderen zijn niet zozeer bang voor de bevingen als wel voor het vrachtverkeer en de bouwkranen die bij de wederopbouw van Groningen horen. Briek: ‘Ze hebben het idee dat ze buiten heel goed moeten oppassen, vooral als ze ver moeten fietsen. Er zijn leerlingen die wel acht kilometer verderop wonen... die moeten wennen aan dat werkverkeer. We hebben nu met de gemeente afgesproken dat er geen bouwverkeer bij de school rijdt op de tijden dat leerlingen aankomen en vertrekken.’

Ook met je team op de foto?
Mail naar [email protected].
Deze aflevering van Team in Beeld verscheen in Didactief, april 2023.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven