Onderzoek

Samen vriendjes maken

Tekst Ingela Ouwerkerk, Carla Geveke en Henderien Steenbeek
Gepubliceerd op 10-12-2019 Gewijzigd op 09-04-2020
Leerlingen met een autismespectrumstoornis hebben vooral behoefte aan vriendschap: laat klasgenoten hen helpen om beter contact te maken.

Hoe ondersteun je een leerling met een autismespectrumstoornis (ASS) bij sociaal contact in de klas? Dat is niet zo makkelijk. Leerlingen met ASS laten per persoon en situatie erg verschillend gedrag zien, waardoor er niet één passende oplossing voor ieder kind bestaat. Wij hebben een literatuurstudie gedaan naar vormen van ondersteuning in het basisonderwijs die passen bij de behoeften van deze leerlingen.
We hebben 59 internationale artikelen geanalyseerd op de thema’s sociaal-emotionele wederkerigheid, non-verbale communicatie en relaties met anderen (op school en thuis). Dit heeft een overzicht opgeleverd van verschillende effectieve manieren om leerlingen met ASS te ondersteunen die passen bij hun behoeften.

 

Sociaal vaardiger


1. Laat zien hoe het moet. Doe sociale vaardigheden voor of laat klasgenoten dit voordoen (bijvoorbeeld aandacht vragen). De leerling met ASS kan het vervolgens nadoen.
2. Geef complimenten en moedig aan. Als de leerling aangeleerde vaardigheden laat zien of dat probeert, maak dan een aanmoedigende opmerking of geef een compliment.
3. Maak hulpkaarten. Als de leerling nieuwe vaardigheden heeft geleerd, schrijf dan hints op kaartjes. Zo kan de leerling in elke situatie ‘spieken’ hoe het ook alweer moest.
4. Leg sociale situaties uit. Met video’s of sociale verhalen kun je specifieke sociale situaties uitleggen, zodat de leerling deze beter begrijpt (hoe vraag je om mee te mogen doen met kinderen die met een bal spelen?).
5. Zet klasgenoten in. Laat hen sociale vaardigheden voordoen. Ga ook het gesprek met de klas aan over autisme: zo kweek je wederzijds begrip en ontstaat een sociaal netwerk.

 

Aanmoediging en feedback

Kinderen met ASS willen vooral leren hoe zij vrienden moeten maken: deze behoefte noemen zij in de literatuur zelf het vaakst. Met steun van vrienden kunnen ze ongestructureerde situaties op school beter aan. Juist die vriendschappen komen lastig op gang, doordat deze kinderen regels voor sociale omgang moeilijk begrijpen en leeftijdgenoten hen daarom vaak als ‘anders’ zien.
Als leraar kun je helpen door de sociale vaardigheden van leerlingen met ASS (bijvoorbeeld een gesprek kunnen voeren, de ander snappen) te verbeteren. Een veelgebruikte aanpak is sociale vaardigheidstraining. Ook als leerkracht kun je onderdelen van deze trainingen toepassen in de klas. Denk aan directe instructie, waarbij je bijvoorbeeld tegen de leerling zegt: ‘Als je met iemand wilt spelen, kun je dat aan diegene vragen.’ Vervolgens moedig je hem aan: ‘Toe maar, vraag maar of je mee mag doen.’ Daarna geef je feedback op het gedrag: ‘Goed gevraagd!’
Een andere veelgebruikte aanpak om een leerling met ASS te stimuleren om vriendschappen te sluiten is het inzetten van leeftijdgenoten. Zij kunnen vaardigheden voordoen en een sociaal netwerk om de leerling vormen.
Ook voor de leeftijdgenoot is dit nuttig: door de grote diversiteit in de klas (mede door passend onderwijs) kunnen leerlingen van elkaar leren. Als leerkracht weet je wie een rolmodel kan zijn.
Het koppelen van twee leerlingen is niet genoeg: de kinderen moeten getraind worden. Dit kun je zelf organiseren; jij kent de kinderen het beste en kunt goed aansluiten op hun wensen en mogelijkheden. Zo kun je zorgen dat het rolmodel vaardigheden ‘uitlokt’ bij de leerling met ASS. Het rolmodel kan laten zien hoe hij aandacht vraagt van de leraar of van medeleerlingen en hoe hij aanbiedt om samen te spelen. Ook kun je het duo elkaar laten interviewen over interesses, zodat ze elkaars voorkeuren beter leren kennen. Het rolmodel kan de leerling helpen herinneren aan geleerde vaardigheden, aanmoedigen en complimenteren. Zo leert de leerling met ASS om op de gewenste manier te reageren, een gesprek op gang te houden en om te gaan met een compliment.


Als klas verantwoordelijk

Handige hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld een zogenoemd sociaal verhaal waarin de situatie uitgetekend of gespeeld wordt (zie kader). Dit helpt de leerling de situatie te begrijpen. Vervolgens kunnen de leerlingen de vaardigheden in de klas toepassen. Als leerkracht stuur je bij: verbaal, maar ook bijvoorbeeld in de vorm van kaartjes met tips of regels waar de leerling op kan ‘spieken’.
Het helpt ook als je de leerlingen samen verantwoordelijk maakt voor wat een leerling met ASS wil leren. Ga met de klas daarover in gesprek. Zo leren alle kinderen meer over autisme, wat acceptatie en wederzijds begrip oplevert: de leerling met ASS is niet ‘anders’, maar is onderdeel van de groep. Een stap dichter naar een inclusieve maatschappij.

Carla Geveke, Ingela Ouwerkerk en Henderien Steenbeek, Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas. Thematisch overzichtsartikel NRO (projectnummer 405-18-638). Hanzehogeschool Groningen, 2019.

De auteurs zijn verbonden aan het lectoraat Curious Minds van de Hanzehogeschool Groningen: 
Ingela Ouwerkerk is junior onderzoeker binnen het domein Diversiteit en gedrag, en docent bij de Pedagogische Academie. Contact: [email protected].
Carla Geveke is senior onderzoeker binnen het domein Diversiteit en Gedrag. Daarnaast is ze hogeschooldocent bij de Pedagogische Academie. Contact:
[email protected].
Henderien Steenbeek is lector. Daarnaast is ze universitair hoofddocent Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Contact:
[email protected].      

Dit artikel verscheen in Didactief, december 2019.

Click here to revoke the Cookie consent