Onderzoek

Samen leren: docentonderzoekers in beeld

Tekst Ada ter Maten, Thea Mersch en Carla Alblas
Gepubliceerd op 29-02-2024 Gewijzigd op 27-02-2024
Practoraten en lectoraten willen schakelpunten zijn tussen onderwijs, praktijk en onderzoek: door praktijkgericht onderzoek moeten praktijksituaties verbeteren. Onderzoekers, docenten en studenten werken samen met praktijkprofessionals aan een gedeeld probleem, zoals: hoe zorg je ervoor dat mensen met een chronische aandoening de regie houden over hun eigen leven?

De studenten van nu bedenken en maken oplossingen voor de uitdagingen van morgen, dat is de gedachte achter practoraten en lectoraten volgens OCW (2023). Hoe ziet dit er in de praktijk uit? En wat is de rol van docentonderzoekers (de leraren die meehelpen aan onderzoek)? Om dat te verduidelijken, bespreken we twee van onze onderzoeksprojecten, beide naar zelfmanagementondersteuning (ZMO) bij mensen met een chronische aandoening.

Zelfmanagement betekent voor mensen met een chronische aandoening dat ze kunnen omgaan met de lichamelijke, psychische en sociale gevolgen van hun aandoening. En dat ze de regie behouden over hun eigen leven, ondanks afhankelijkheid van familie, vrienden en zorgverleners. Veel zorgverleners vinden het moeilijk om zelfmanagement op alle terreinen (behandelvoorschriften, rolveranderingen, emoties) te ondersteunen en aan te sluiten bij de mogelijkheden van patiënten en hun naasten (Ter Maten-Speksnijder e.a., 2016). Dit aspect van zorgverlening komt ook pas sinds kort aan bod in opleidingen (Van Hooft e.a., 2015). Studenten ervaren daarnaast vaak een kloof tussen wat ze op school leren en in de praktijk ervaren (Hatlevik, 2012).

 

Leven met een psychiatrische aandoening

Tussen 2020 en 2022 deed het practoraat Leerwerkplaatsen van Albeda samen met zorgprofessionals en studenten van de GGZ-instelling Antes een praktijkgericht actieonderzoek (zie kader, red.) om ZMO bij mensen met een psychiatrische aandoening te verbeteren (Ter Maten e.a., 2022).

Om inzicht te krijgen in de competenties van de medewerkers en studenten rondom ZMO, werd een gevalideerde vragenlijst afgenomen: Self-Efficacy and Performance in Self-management Support (SEPPS) (Duprez e.a., 2016). De resultaten lieten zien dat men voldoende vertrouwen had (self-efficacy) om patiënten te kunnen ondersteunen, maar dit in de praktijk weinig deed (performance). Dit gold vooral voor de eerste stap van ZMO: het achterhalen van de wensen en behoeften van de patiënt. Tijdens de ontwikkelfase pasten de zorgprofessionals en studenten een bestaand gesprekshulpmiddel aan voor de specifieke doelgroep en testten deze in twee klinieken bij hun patiënten. Door ervaringsdeskundigen bij het onderzoek te betrekken, brachten zorgprofessionals en studenten diepgang in hun gesprekken met patiënten en verbeterden ze hun eigen handelen. Een student vertelde bijvoorbeeld dat zij nu ook stilstond bij het thema ‘zingeving’. Ze noemde dit ‘plezier in de dag’ en vroeg aan haar patiënten hoe ze hen daarbij kon helpen.

 

Rolmodellen

In het voorjaar van 2022 startte een vervolgonderzoek, genaamd SMILE. Door de samenwerking van het practoraat LWP met Susanne van Hooft (lectoraat Transities in Zorg, Hogeschool Rotterdam) en subsidie van ZonMw, werd de onderzoeksetting uitgebreid naar het Franciscus Gasthuis & Vlietland, Erasmus MC en zorginstelling Marente. De doelgroep bestond nu niet meer alleen uit mensen met een psychiatrische aandoening, maar ook uit mensen met een chronische lichamelijke aandoening.

Voor het leerproces van studenten is het van belang dat zorg- en welzijnsprofessionals ZMO voldoende in de vingers hebben, zodat ze als rolmodellen kunnen dienen. Daarom lag in het tweede onderzoek de focus op het achterhalen van goede voorbeelden in persoonsgerichte zorg – zorg waarbij net als bij ZMO het leven en niet de ziekte centraal staat (Boshuizen e.a., 2014).

De docentonderzoekers van het practoraat hadden in beide onderzoeken een relevante rol, maar deze varieerde vanwege de verschillen in aanpak en omvang van het onderzoek. In de eerste studie hadden zij samen met de practor de regie over het gehele actieonderzoek. In het SMILE-onderzoek werd van hen verwacht dat ze samen met docentonderzoekers uit het lectoraat de onderzoeksactiviteiten uitvoerden. Alle docentonderzoekers observeerden mogelijke rolmodellen in meerdere zorgpraktijken. Op basis van aspecten van persoonsgerichte zorg (zoals gedeelde besluitvorming en werken vanuit waarden van de patiënt) analyseerden ze met elkaar de observaties en de reflecties hierop van studenten en zorgprofessionals. Zo vertelt een student over haar praktijkbegeleider: ‘Zij gaat gesprekken aan met de patiënt waarbij ze motiveert en tegelijkertijd complimenten geeft. Tijdens zo’n gesprek denk ik: hoe ga ik zorgen dat ik dat ook kan?’ En een verpleegkundige vertelt: ‘Ik vind het samen doelen opstellen best lastig. Want hoe doe je dit nu echt samen met de patiënt? Het helpt me om te vragen: Hoe ziet u het voor zich? Wat zou u weer willen kunnen? Hier kunnen we dan in kleine stapjes naartoe werken.’

De docentonderzoekers bespraken vervolgens alle observaties, waardoor de analyse steeds zuiverder werd. Dit maakte het onderzoek meer valide, terwijl de docenten hun onderzoeksvaardigheden ontwikkelden. Zo konden ze leren van en met elkaar. Andere activiteiten werden onderling verdeeld, zoals het onderzoek presenteren op een landelijk congres, het delen van goede voorbeelden op Instagram of het leiden van een casusbespreking bij het Zorg Innovatie Centrum (ZIC).

 

Cirkel is rond

Door mbo- en hbo-studenten te betrekken bij onderzoek en de resultaten ervan op te nemen in curricula, kan praktijkgericht onderzoek hen op vakinhoudelijke thema’s inspireren. Van docenten verwachten we dat ze hun eigen onderwijspraktijk begrijpen en continu verbeteren; een onderzoekende houding met de daarbij behorende onderzoeksvaardigheden is nodig om studenten klaar te stomen voor de uitdagingen van nu en in de toekomst. Praktijkgericht onderzoek kan docenten én hun onderwijs verrijken. De cirkel is rond: het doel van practoraten en lectoraten om onderwijs en praktijk te verbeteren, is in deze studies goed uit de verf gekomen.
 

Actieonderzoek
 

Actieonderzoek begint bij de waarneming van het probleem (diagnosefase), gevolgd door het ontwerpen van een oplossing voor het praktijkprobleem (ontwikkelfase) en evaluatie van het resultaat (evaluatiefase). Daarna wordt de cyclus nogmaals doorlopen zodat de aanpak van het vraagstuk weer een stapje verder komt en de onderzoeksdeelnemers op een nieuwe manier leren werken (Boog, 2011).


Ada ter Maten, Thea Mersch en Carla Alblas zijn practor en docentonderzoekers bij Practoraat Leerwerkplaatsen, Albeda.

 

Bronnen:

Boog, B. (2011). Actieonderzoek of handelingsonderzoek. In: De Boer, F. & Smaling, A. (red.) Benaderingen in kwalitatief onderzoek (57-65). Boom Lemma.

Boshuizen, D., Engels, J., Versleijen, M., Vlek, H., Rebel, M., & Driessen, S. (2014). White paper: Hoe maak je een succes van persoonsgerichte zorg. Vilans: Utrecht.

Duprez, V., Van Hooft, S. M., Dwarswaard, J., van Staa, A., Van Hecke, A., & Strating, M. M. (2016). The development and psychometric validation of the self‐efficacy and performance in self‐management support (SEPSS) Instrument. Journal of Advanced Nursing, 72(6), 1381-1395.

Hatlevik, I. K. R. (2012). The theory‐practice relationship: Reflective skills and theoretical knowledge as key factors in bridging the gap between theory and practice in initial nursing education. Journal of Advanced Nursing, 68(4), 868-877.

Ministerie van OCW, Samen Werken aan Talent, Werkagenda MBO 2023-2027, 14 februari 2023.

Ter Maten, A.J., Alblas, C. & Mersch T. (2022). Ondersteunen van Zelfmanagement en Eigen Regie. Albeda. Mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de St. Bevordering Maatschappelijke Dienstverlening Rotterdam.

Ter Maten-Speksnijder, A.J., Dwarswaard, J., Meurs, P., & van Staa, A.L. (2016). Rhetoric or reality? J. of Clinical Nursing, 25, (21-22), 3219-3228.

Van Hooft, S.M., Dwarswaard, J., & van Staa, A.L. (2015). Ondersteunen van zelfmanagement, wat vraagt dat van verpleegkundigen? Ned. Tijdschrift voor Evidence Based Practice, 13(1), 17-20.

Click here to revoke the Cookie consent