Onderzoek

Pabostudent in leernetwerk: samen is niet genoeg

Tekst Hanne Schipper & Emmy Vrieling-Teunter
Gepubliceerd op 01-07-2021 Gewijzigd op 01-07-2021
Hanne Schipper deed met een lerarenbeurs onderzoek naar de ervaringen van pabostudenten in leernetwerken. Ze presenteert haar masterscriptie op de ORD.

Op verschillende hogescholen nemen pabostudenten deel aan leernetwerken waarin zij, samen met medestudenten, lerarenopleiders en basisschoolleraren werken aan praktijkgericht onderzoek. De leernetwerken bestonden uit vier tot twintig personen. Op twee van de vier hogescholen waren dit enkel studenten en bij de andere twee hogescholen was dit een gemengde groep met naast studenten ook leerkrachten, onderzoekers en hogeschooldocenten. Middels vragenlijsten en interviews waarbij 111 studenten van vier hogescholen betrokken waren, ontdekte ik dat de studenten deelname aan de leernetwerken motiverend vinden, maar wel kanttekeningen plaatsen.

Het samen leren in deze netwerken is een positieve stimulans voor de motivatie van studenten. Dit komt waarschijnlijk omdat leernetwerken tegemoet komen aan de drie psychologische basisbehoeften van Deci en Ryan, namelijk competentie, autonomie en verbondenheid.

Studenten ervaren competentie wanneer zij merken dat kennis in twee richtingen stroomt. Het is daarom belangrijk dat studenten buiten de netwerkbijeenkomsten kennis opdoen die zij kunnen inbrengen in de leernetwerken. Die kennis kan bijvoorbeeld komen uit een stage-ervaring, een verdiepingsopdracht of uit individueel onderzoek. Studenten kunnen dan inhoudelijk meepraten en van waarde zijn voor anderen. Daarnaast ervaren studenten het positief als de expertise van andere deelnemers hen van nieuwe inzichten kan voorzien.

Autonomie ontstaat voor hun gevoel als er keuzevrijheid is binnen de gebondenheid van het netwerk. Het is van belang dat studenten binnen de grenzen van de groepsbeslissingen, maar ook binnen de eisen die de hogeschool aan hen stelt, de ruimte krijgen om keuzes te maken vanuit hun eigen leerbehoefte en interesse.

Studenten zeggen een natuurlijke verbondenheid te voelen met medestudenten in het leernetwerk; zij voelen zich veilig bij elkaar en zien elkaar als gelijken. Een veilig en gelijkwaardig gevoel is minder vanzelfsprekend in de samenwerking met de andere deelnemers aan het netwerk. Op de bijeenkomsten is er expliciet aandacht nodig voor het ontstaan van een gelijkwaardige verbondenheid zodat studenten zich gezien voelen en ervaren dat zij niet onderdoen voor de anderen.

 

Tips voor lerarenopleiders

Het stimuleren van gemotiveerd leren in netwerken vraagt om een goede facilitering vanuit de hogeschool. Een goede integratie van de netwerkactiviteiten met de stage en rest van de opleiding is van belang voor het gevoel van competentie bij de studenten. Een goede afstemming tussen de groepsdoelen en ieders individuele leerbehoeften, interesses en doelen, geeft studenten een gevoel van autonomie. Voor de verbondenheid is het belangrijk om tijd te reserveren voor kennismakingsactiviteiten en informele momenten tijdens de netwerkbijeenkomsten. Daarbij moet duidelijk zijn dat de onderlinge verhoudingen gelijkwaardig zijn ongeacht iemands functie, kennis of ervaring. Aandacht voor deze drie motivatieaspecten zal bijdragen aan een positieve leerervaring bij studenten. Het leren in een leernetwerk bereidt hen op die wijze beter voor op een leven lang leren. Zij betreden de arbeidsmarkt vaardig en gemotiveerd om praktijkgericht onderzoek uit te voeren voor het oplossen van een persoonlijke leervraag of ervaren probleem. Dit pleit ervoor om netwerkleren zorgvuldig te verankeren in het curriculum.

Meer lezen: https://research.ou.nl/ws/portalfiles/portal/31814638/OWHSchipper_14122020.pdf

 

 

Meer Didactief-artikelen lezen? Trakteer jezelf op een online abonnement voor slechts €24,50: maar liefst tien edities per jaar en toegang tot ons archief vanaf 2003.https://didactiefonline.nl/aanbieding 

Click here to revoke the Cookie consent