De schooltijd is de tijd waarin onze persoonlijkheid vorm krijgt. Interesses, karaktertrekken, omgangsvormen, het ontwikkelt zich allemaal in de jaren dat we naar school gaan. Geen nieuw inzicht, maar toch is het voor scholen een tijd lang uit de mode geweest om zich actief met de persoonsvorming van hun leerlingen bezig te houden. Taal en rekenen, dat waren de speerpunten van het onderwijs. Zonde, zeggen Alderik Visser en Han Noordink van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Want of scholen nu willen of niet, ze zijn van enorme invloed op de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en kunnen er veel baat bij hebben als ze zich daar rekenschap van geven.
Toch blijken scholen zich lang niet altijd bewust van die voorbeeldfunctie. Neem bijvoorbeeld een school die heel gericht is op toetsresultaten, zegt Noordink. ‘Daar kan een leerling al snel het idee krijgen dat hij er alleen toe doet als hij hoge cijfers haalt.’ Kwaliteit in het onderwijs moet daarom breder gedefinieerd worden dan alleen maar schoolprestaties. Visser: ‘Een school moet ook een plek zijn waar een leerling wordt gestimuleerd om zijn voorkeuren en sterke kanten te ontdekken’. En docenten zouden meer tijd moeten krijgen om zich in die persoonsvormende kant van het onderwijs te verdiepen. Want de ‘zachte kanten’ van het onderwijs mogen dan moeilijker te meten zijn dan taal- of rekenvaardigheden, ze doen er net zo zeer toe.
Oprechte aandacht
‘ “De mens wordt mens in het aangezicht van de ander.’ Die gedachte van de Frans-joodse filosoof Emanuel Levinas staat aan de basis van alles wat we hier doen. Wij zoeken de verbinding, ook omdat we - geïnspireerd door Luc Stevens - geloven dat pedagogisch-didactische processen het best verlopen als leerlingen zichzelf kunnen zijn. Zeker in het beroepsonderwijs zie je leerlingen groeien als ze oprechte aandacht krijgen. Dat is hard werken met het hele team, elke donderdag hebben we een bijeenkomst waar we een aspect van onze onderwijsvisie behandelen. Wat we op Houtens doen kun je in een beleidsdocument opschrijven, maar dan heb je maar tien procent te pakken. De overige negentig procent bestaan uit de sfeer die we hier weten te creëren, een sfeer waarin de leerlingen zich gezien voelen. Natuurlijk zijn zaken als lezen en rekenen belangrijk, maar pas als het schoolklimaat op orde is, kun je daar echt goed aan werken.’
Ad van Andel, oprichter en directeur van Houtens, een school voor VMBO en Mavo+ in Houten.
Verzet tegen de doorgeslagen toetscultuur klinkt al langer, maar zeker sinds de presentatie van Onderwijs 2032 lijkt het tij te keren. Het Platform 2032 pleit voor meer aandacht voor persoonsvorming in het onderwijs en ook in de nieuwe inspectiekaders en de adviezen van de Onderwijsraad komen ‘zachtere’ doelen van onderwijs nadrukkelijk in beeld. Reden voor SLO om een project rond persoonsvorming op te zetten. De leden van het projectteam belegden afgelopen najaar een bijeenkomst met experts –onder andere Gert Biesta, Aziza Mayo en Bram de Muynck– waar ook leerlingen en docenten aan deelnamen. Mede op basis daarvan schreef Visser een theoretische verkenning over de diverse connotaties van het begrip persoonsvorming en identificeerde hij drie scenario’s voor de toepassing daarvan in het onderwijs. (zie kader I). Er werden ook bezoeken gebracht aan scholen die al actief met persoonsvorming aan de slag zijn (zie kaders II-III). Zo worden praktijkvoorbeelden verzameld die op termijn met andere scholen gedeeld kunnen worden.
In een vervolgstap wil SLO met een aantal scholen gaan samenwerken om te bekijken hoe persoonsvorming concreet in het curriculum kan worden ondergebracht. ‘We denken aan vier à vijf scholen,’ zegt Noordink, ‘maar dat kunnen er ook meer worden’. Idealiter gaat het om scholen die nu nog niet veel aan persoonsvorming doen. Wat voor schoolcultuur wil je creëren, wat moet je daarvoor in huis hebben en welke stappen moet je daartoe nemen? Zulke vragen staan centraal in dit project, dat begin volgend jaar van start gaat. Na een oriënterende fase is het de bedoeling dat de deelnemende scholen in het schooljaar 2017/2018 het door hun ontwikkelde scenario in de praktijk gaan brengen.
‘Wij gaan de scholen niet vertellen welke weg ze moeten bewandelen, maar willen ze wel zo goed mogelijk ondersteunen,’ zegt Noordink. Tijdens schoolbezoeken werd de meerwaarde van goed geborgde persoonsvorming duidelijk. ‘We zijn op scholen geweest waar leerlingen heel gericht worden aangemoedigd zichzelf te ontplooien, dat merk je als je er rondloopt. Dat zorgt voor een open, stimulerende atmosfeer en daar kunnen ook andere scholen wat van opsteken’.
Lees hier de theoretische verkenning van Alderik Visser
De vakvariant: een afgebakende leerlijn of vak waarin persoonsvorming centraal staat. Relatief eenvoudig op te zetten, maar wel met het risico dat persoonsvorming een geïsoleerd aspect van het curriculum wordt.
De ‘uitgesmeerde’ variant: persoonsvorming wordt - analoog aan wat met burgerschap is gedaan - ondergebracht in vakken als levensbeschouwing, filosofie en geschiedenis. Die aanpak draagt idealiter bij aan de samenhang van het curriculum, maar vereist wel goede afstemming tussen de docenten om te voorkomen dat persoonsvorming verwatert.
De integrale variant: persoonsvorming is onderdeel van een sterk ontwikkelde, door alle docenten verinnerlijkte pedagogische visie die het gehele schoolleven kleurt. Denk bijvoorbeeld aan een vrije school.
‘Het derde scenario is op papier het mooist en vooral op po-/so-scholen in aanleg al voorhanden,’ zegt Alderik Visser van SLO. ‘Voor het merendeel van de vo-scholen is het tweede scenario waarschijnlijk het hoogst haalbare, zeker zolang pedagogisch denken en doen daar een ondergeschoven kindje blijft’.
Persoonsvorming in het bijzonder onderwijs
STIP VSO (voortgezet speciaal onderwijs in Utrecht) is een vreedzame school met veel aandacht voor de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen. Zelfs in de pauzes is er aandacht voor persoonsvorming. Het schoolplein is namelijk ingedeeld in vijf gekleurde vakken die allemaal corresponderen met een bepaald type activiteiten: van alleen spelen, samen voetballen, tot hangen in de ‘chill-ruimte’. Zo wordt er gewerkt aan zaken als samen spelen, op je beurt wachten en tegen je verlies kunnen. ‘Onze leerlingen hebben allemaal een verstandelijke beperking,’ vertelt Anita Zwaak, intern begeleider op STIP VSO. ‘Voor hun toekomst is het heel belangrijk dat zij zich weten te redden in sociale situaties. Wie ben ik? Wat wil ik en wat kan ik? Dat zijn vragen waar we met groepsplannen en speciale leerlijnen heel gestructureerd aan werken.’
Dit artikel verscheen in de rubriek Leerplan in Didactief, december 2016.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven