Gelijke prestaties, ander ouderlijk milieu. Dit leidt wereldwijd tot verschillende loopbanen voor kinderen. Een Amsterdamse studie waarin grootschalige cohortdata uit Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten zijn geanalyseerd, toont dit wederom aan.
Socioloog Andrea Foster onderzocht hoe de sociaal-economische achtergrond van gezinnen van invloed is op kennis en verwachtingen van ouders en daarmee op de schoolloopbaan van leerlingen. Zo blijkt in Nederland de kennis die ouders hebben over het onderwijssysteem en trajecten daarbinnen, bepalend voor hoe ver hun kinderen het schoppen. Hoogopgeleide ouders weten beter wat je met een bepaald diploma kunt bereiken en welke eisen (vervolg)opleidingen stellen. Daarmee zijn hun kinderen in het voordeel.
Uit analyse van Duitse cohortdata blijkt dat daar nog een schepje bovenop komt. Laagopgeleide ouders stellen hun verwachtingen sterk naar beneden bij als hun kinderen in een lager onderwijsniveau terechtkomen dan verwacht. Ze geloven de school eerder dan hun kind, zou je kunnen zeggen. Hoogopgeleide ouders doen het omgekeerde: ze blijven hoge verwachtingen koesteren, zelfs bij tegenvallende prestaties. Een soortgelijke conclusie kennen we ook uit het cohortonderzoek door de Groningse universiteit (zie ook pagina 44, red.): laagopgeleide ouders leggen zich vaker neer bij het schooladvies, terwijl hoogopgeleide ouders vaker om bijstelling vragen.
Nederland en Duitsland kennen beide een sterk gedifferentieerd onderwijssysteem. Maar ook in een land als de VS, waar leerlingen tot hun vijftiende samen onderwijs volgen, blijkt een grote kloof tussen sociaal-economische milieus en (waargemaakte) verwachtingen.
Andrea Forster, Navigating Educational Institutions: Mechanisms of Educational Inequality and Social Mobility in Different Educational Systems. Proefschrift Universiteit van Amsterdam, 2021. |
Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2021.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven