Recensies

Multimediaboeken

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 15-01-2008 Gewijzigd op 21-02-2019
Steeds vaker is een boek meer dan een verhaal op papier tussen twee kaften. Multimediale toevoegingen zijn echt niet altijd een modieus snufje, ze hebben regelmatig wel degelijk een meerwaarde. 

Is het een prentenboek? Een leesboek? Een muzikaal hoorspel? Een concert? De serie muziekboekjes van uitgeverij Gottmer is het allemaal tegelijk. Klassieke verhalende muziekstukken zoals Peter en de Wolf en Het zwanenmeer worden gecombineerd met een bijbehorend prentenboekje. Op de cd wordt het verhaal voorgelezen, gelardeerd met muziekfragmenten. Daarna volgt nog eens het integrale muziekstuk.

Peer Gynt is het recent verschenen achtste deel uit deze voortreffelijke serie. Voortreffelijk, omdat bij elk onderdeel kwaliteit voorop staat. Professionele orkesten geleid door topdirigenten als Von Karajan, acteurs als Karin Bloemen, Paul de Leeuw en – bij Peer Gynt – Tygo Gernandt die met verve voorlezen, en bekroonde auteurs en illustratoren die het prentenboekje verzorgen. Door dit geheel komt klassieke muziek daadwerkelijk tot leven. 

Peer Gynt behoort tot de wat moeilijkere, want onbekendere verhalen uit de serie. Grieg componeerde zijn muziek bij een toneelstuk van Henrik Ibsen. Bette Westera herschreef dit tot sketchjes die het verhaal vertellen van een avonturier die geen rust kent en uiteindelijk sterft in de armen van zijn geliefde. Het verhaal is fragmentarisch en daarom niet makkelijk. Maar de muziek en de tekeningen helpen om het te interpreteren. Dat is precies de kracht van deze serie: de verschillende registers versterken elkaar en zo leren kinderen spelenderwijs goed luisteren, lezen en kijken. 

Gesamtkunstwerk

Een andere bijzondere serie is die van Frank Groothof. Voordeel is dat Groothof, door zijn rollen in Sesamstraat en Het Klokhuis, al bij veel kinderen bekend is. Dat maakt zijn muziekvoorstellingen, eerst alleen in de schouwburg, tegenwoordig ook in boek-plus-cd-vorm, laagdrempelig. In de Gottmer-serie is de muziek het uitgangspunt waaromheen tekst, beeld en stem gezocht worden. Groothof pakt het anders aan: hij gebruikt bekende muziek en verhaalelementen voor een nieuw Gesamtkunstwerk. Zo bewerkte hij al beroemde opera’s als Fidelio, Don Giovanni en, zijn nieuwste tournee, Porgy en Bess. Hij vertaalt het verhaal naar de eigen tijd en geeft er een eigen, doorgaans jongensachtige en avontuurlijke, draai aan. Het nieuwste deel uit de serie mag gerust gewaagd genoemd worden. In Het Monster van het Labyrint gebruikt hij de Mattheuspassion van Bach als basis voor zijn versie van het verhaal over koning Minos, Theseus en Ariadne. Bachs basso continuo – het is al vaker geconstateerd – leent zich uitstekend voor een hedendaagse housedreun. Maar Groothof gebruikt ook de aria’s en koorgedeeltes, zoals het ‘Donner und Blitz’ en ‘Erbarme dich’. Daar liet hij Marjet Huiberts teksten op schrijven. Die lopen soms nogal stroef – hij had wellicht beter Jan Rot kunnen inhuren, de eigentijdse ‘hertaler’ van de liedteksten uit de Mattheus. Wellicht is dat met opzet, de gewone alledaagse teksten als contrast met de verheven muziek. En soms werkt dat ook wel, bijvoorbeeld in de scène waarin de ouders van de stad Athene smeken bij koning Aegeus om hun kinderen niet als offer naar Kreta te sturen. Maar dat komt vooral omdat daar ook echt gezongen wordt. Op andere momenten is het meer zingzeggen en wordt Bach wel erg afgevlakt.  

Wat blijft is een knotsgek en bij vlagen melig verhaal waarin Groothof zich heerlijk uitleeft. Hij start zijn verhaal vanuit het heden, bij de Olympische Spelen in Athene in 2004 en de gouden medaille voor Pieter van den Hoogenband. Vandaar voert hij zijn publiek naar het Athene van de eerste Olympische Spelen alwaar hij Patsus, de zoon van koning Minos laat sterven (vermoorden?). Dat is de opmaat tot het verhaal van de minotaurus. Groothof weet uitstekend te mixen tussen humor, eigentijdse verwijzingen en spanning. Het boek biedt bovendien tal van aanknopingspunten om in de klas eens verder op door te gaan.  

Tekenboek 

Een leuk doe-boek ten slotte is Het grote tekenboek. Het ziet eruit als een groot kladblok of schetsboek en dat is het ook. Zij het dat in dit geval de maker alvast een voorzetje gegeven heeft. Elke bladzijde bevat een tekening of figuur met daarbij een tekenopdracht. Bijvoorbeeld een mannenhoofd met daarbij ‘geef hem haar’ of een televisie zonder beeld waar je je lievelingsprogramma in kunt tekenen. De opdrachten zijn heel divers. Soms kun je met grove hand aan de slag (‘teken nog meer zigzaggen’), soms moet je juist netjes zijn en binnen de lijntjes kleuren. Soms is de opdracht heel concreet, zoals het intekenen van de precieze tijd op een horloge, en soms vragen ze juist veel creativiteit. Zoals die bladzijde met een boze haai plus een klein visje, waarbij de opdracht luidt ‘redt de kleine vis’. Dit boek is een goede inspiratiebron voor kleine tekenopdrachten in de klas.  

Peer Gynt. Verteld door Tygo Gernandt, tekst door Bette Westera en illustraties door Sylvia Weve. Vanaf 9 jaar. Gottmer/Universal Music, 2007. ISBN 9789025742454. Prijs € 16,95.
Frank Groothof & J.S. Bach, Het Monster van het Labyrint. Met liedteksten van Marjet Huiberts en illustraties van Gytha Bosma. Vanaf 10 jaar. Nieuw Amsterdam, 2007. ISBN 9789046803035. Prijs € 19,95. Zie ook: http://www.frankgroothof.nl.
Taro Gomi, Het grote tekenboek. Vanaf 8 jaar. 369 blz. Nieuw Amsterdam, 2007. ISBN 9789046803233. Prijs € 12,50.

Click here to revoke the Cookie consent