Ecologisch leren, wat moet ik me daarbij voorstellen?
‘Een gezond ecosysteem is een lerend netwerk van organismen die onderling afhankelijk zijn en waarin het aankomt op flexibiliteit en weerbaarheid. Dat kun je vertalen naar onderwijs: maak van je klas een ecosysteem waarin leerlingen van en met elkaar en de omgeving leren.’
De natuur als voorbeeld nemen dus?
‘Inderdaad. Zo weten we dat heterogene gemeenschappen sterker en veerkrachtiger zijn. Hetzelfde geldt voor soorten die op de grens van twee ecosystemen leven. Ook dat kun je vertalen naar onderwijs. Ik pleit voor hybride leeromgevingen, waarin je de diversiteit van de leerlingen en van de omgeving benut. Daar is nog wel wat te winnen.’
Wat zou er moeten gebeuren?
‘Bevorder de diversiteit. Zorg dat leerlingen telkens in wisselende groepjes samenwerken. Vooral de ontmoeting met de buitenwereld is van belang. Zorg dat leerlingen in de omgeving van de school authentieke vragen vinden. Vragen liggen voor het oprapen, maar worden nauwelijks benut.’
Het blijft nog wat vaag. Hebt u een voorbeeld?
‘Jazeker. Wij onderzoeken, samen met TNO in Delft en WU-LEI in Den Haag, de samenwerkingsverbanden die voor Natuur- en milieueducatie en Leren voor Duurzaamheid zijn opgezet. Denk hierbij aan basisscholen die hun schoolomgeving herinrichten. Daarbij gaan ze bijvoorbeeld samen met een tuincentrum en studenten van een mbo Groen schoolpleintegels vervangen door een schoolmoestuin. Ook bewoners van een naburig verzorgingstehuis helpen mee met de tuinaanleg en -onderhoud. Er zijn voorbeelden waarbij de leerlingen van groente uit de schoolmoestuin samen met een kok van een restaurant in de buurt een maaltijd maken voor ouders en buurtbewoners.’
Leuk! Maar het lijkt me nogal een onderneming voor een school.
‘Uit ons onderzoek komen vier voorwaarden voor succes naar voren. Allereerst moeten alle deelnemers een gedeelde visie hebben op na te streven doelen en moeten de voordelen voor elke partij helder zijn. Verder moet de cultuur naar buiten gericht zijn, deelnemers moeten ondernemend zijn en risico’s durven nemen en ruimte krijgen om te experimenteren. De deelnemers moeten verder goed kunnen organiseren, flexibel zijn en verder kunnen kijken dan hun eigen belangen. En ten slotte moet er natuurlijk goede ondersteuning in termen van materialen, geld en ruimte zijn. Kort samengevat gaat het om een integrale benadering van onderwijs. Daarbij gaat het niet alleen om kennis, maar ook om wijsheid, over hoe je met anderen en je omgeving om gaat.’
Dat klinkt erg idealistisch. Is dat ook breed te realiseren?
‘Je kunt beginnen door dit soort momenten in een reguliere klassensituatie in te voegen en kansen die zich voordoen te benutten. Een mooi voorbeeld dat ik van een docent hoorde: een meisje gilt, omdat ze een spin ziet. Dat is een teachable moment. Je kunt de spin doodslaan en overgaan tot de orde van de dag. Maar je kunt ook samen in de klas op zoek gaan naar het spinnenweb en dingen over spinnen opzoeken op het digibord. Dat leidt tot een andere manier van leren. Een die de mogelijkheid biedt om bestaande vakinhouden als rekenen, lezen, schrijven of biologie contextrijk en betekenisvol aan te bieden.’
Wat wordt uw boodschap in de ORD-lezing?
‘Diversiteit vind je overal om je heen en die benutten we zeer matig in het leren. Ecologisch leren kan helpen om leren creatiever, spannender en veelzijdiger te maken. Dat leerlingen zien, voelen en ervaren dat ze hun eigen omgeving kunnen veranderen.’
Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2012.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven