Onderzoek

Lezen met een plaatje

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 03-04-2015 Gewijzigd op 25-10-2016
Zien leerlingen een plaatje in hun hoofd als ze begrijpend lezen? Psycholoog Jan Engelen probeerde dat te onderzoeken.

Wat gebeurt er in ons hoofd als we lezen? Bekend is dat we onze kennis over grammatica, woordbetekenis en de wereld om ons heen tegelijk inzetten om tot een begrip van de tekst te komen. Maar hoe ziet dit begrip ofwel deze 'mentale representatie' eruit, wilde psycholoog Jan Engelen weten. Maken we een plaatje in ons hoofd?

Engelen schotelde leerlingen van groep 4 t/m 8 zinnen met een plaatje voor. Vervolgens vroeg hij ze om zo snel mogelijk te zeggen of het getoonde plaatje in die zin genoemd was. Wat bleek? Kinderen herkenden plaatjes die precies overeenkwamen met de tekst sneller dan plaatjes die subtiel afweken. En: hoe ouder het kind, hoe korter de reactietijd.

Maar bij zowel jonge als oudere leerlingen was het verschil in reactietijd tussen de twee typen plaatjes even groot. 'Dat toont dat het maken van een mentale simulatie al op jonge leeftijd een centrale plaats inneemt bij het begrijpen van tekst,' licht Engelen toe. Door (jonge) kinderen met speelgoedfiguren te laten uitbeelden wat in een tekst beschreven staat, kun je ze helpen om dit proces te verstevigen. 'Dat leidt tot een sterke toename van tekstbegrip. Ook bij teksten waar leerlingen niet eerder mee geoefend hebben.'

Engelen onderzocht ook hoe leerlingen reageren op voornaamwoorden als 'hij' en 'hem'. Hoewel kinderen dergelijke woorden in eigen gesprekken soepel hanteren, willen ze er in teksten nog weleens over struikelen. Het zijn namelijk woorden zonder 'eigen' plaatje. Hun betekenis moet uit de context afgeleid worden. Engelen ontdekte dat goede lezers al van tevoren verbanden gaan leggen: na het lezen van een eigennaam of zelfstandig naamwoord verwachten ze de voornaamwoorden al. Daardoor lezen en begrijpen ze sneller.

Hoe kun je zwakke lezers helpen? Engelen vermoedt dat het geven van instructie over voornaamwoorden zwakke lezers boven de pet gaat. 'Maar mogelijk lukt het wel als je met speelgoedfiguren werkt, waarbij je kinderen bij ieder voornaamwoord het juiste poppetje laat aanwijzen. Dat zou ik graag verder onderzoeken.'

Jan Engelen, Comprehending Texts and Pictures: Interactions Between Linguistic and Visual Processes in Children and Adults. Promotie Erasmus Universiteit Rotterdam, 2014.

Tekst Bea Ros

Dit artikel is eerder verschenen in Didactief, november 2014.

Click here to revoke the Cookie consent