Samenwerkend leren gebeurt in interactie tussen leerlingen: ze wisselen ideeën en meningen uit over (het thema van) een opdracht en proberen tot een gezamenlijk antwoord te komen (‘gemeenschappelijkheid’). Ze zijn daardoor heel actief met de stof bezig. Je kunt leerlingen na een klassikale uitleg over de opdracht er eerst alleen mee laten stoeien en dan in een groepje, of juist starten in een groepje en dan individueel verder laten werken. De eerste optie blijkt het beste te werken: leerlingen bereikten meer gemeenschappelijkheid en betere resultaten. Eerst zelf denken, dan samen erover praten dus.
Leid groepswerk in met klassikale uitleg over de opdracht. Vertel je leerlingen welke stappen nodig zijn en hoe je hun werk gaat beoordelen. Als leerlingen bij groepswerk te snel taken gaan verdelen en daarna individueel verder werken, mis je net de kracht van samenwerkend leren. Stimuleer daarom de interactie, bijvoorbeeld door hen stellingen te laten formuleren over een thema of samen oplossingen te laten zoeken op vragen over de stof. Door leerlingen eerst individuele ‘denktijd’ te geven, help je ze hun voorkennis te activeren en een eigen inbreng te hebben in het groepsgesprek.
Esther Tan, Effects of Two Differently Sequenced Classroom Scripts on Common Ground in Collaborative Inquiry Learning. Welten-instituut/OU, in: Instructional Science, 2018.
Dit artikel verscheen in de rubriek Kort & goed in Didactief, oktober 2018.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven