Onderzoek

Hoe krijg je een school duurzaam?

Tekst Jessie van den Broek
Gepubliceerd op 01-10-2013 Gewijzigd op 10-06-2021
Beeld Shutterstock
Milieuprojecten, afvalscheiding, zonnepanelen op het dak: steeds meer scholen doen iets aan duurzaamheid. Maar hoe krijg je de hele school mee in je groene plannen? En waar betaal je het allemaal van?

Op een warme, zonnige middag in juli is het in de Rotterdamse OBS De Wilgenstam opvallend koel. Op straat lopen mensen te puffen van de hitte, maar schoolleider Peter Bergen zit rustig te werken op zijn ruime kantoor. Kwestie van een goede airco? Nee hoor. Sinds twee jaar heeft de school een warmte-koudewisselaar, die op een duurzame manier het binnenklimaat regelt door water uit de grond de school binnen te pompen. Via buizen onder alle vloeren in de school wordt in de zomer koel en in de winter warm water door het gebouw verspreid. Daar komt geen airco of radiator meer aan te pas. Bovendien heeft iedere ruimte in het gebouw een CO2-installatie, die CO2 afzuigt en frisse lucht het gebouw in blaast. Bergen: ‘In de meeste scholen is het binnenklimaat slechter dan in de gemiddelde gevangenis. Vaak zit er veel te veel CO2 in de lucht en is het er veel te warm. Daar worden de leerlingen duf van, het is geen gezond leerklimaat. Dus toen wij een paar jaar geleden door een grote overheidssubsidie de kans kregen de school te verbouwen, zei ik: ik wil een milieuvriendelijke school met een goede klimaatbeheersing.’ 

Wat volgde was een helse klus: binnen acht weken werd de school – daterend uit de jaren ’50 – omgetoverd tot een duurzaam gebouw. Inclusief een windmolen en 300 zonnepanelen op het dak, een extra laag hout aan de buitenkant voor betere isolatie en 25 diepe putten in de grond voor wateropslag. Bergen: ‘Op de laatste schooldag voor de zomervakantie kwamen de slopers al het gebouw binnen. Toen ik de volgende dag kwam kijken, trof ik een enorme ravage aan, alle puien waren al weg. Ik dacht: waar zijn we aan begonnen, dit gaat nooit in acht weken lukken.’ Maar het lukte. In nog geen twee maanden tijd ging de school van energielabel G naar A++, en opende na de zomervakantie haar deuren weer. Niet veel later werd ook het schoolplein aangepakt en veranderd in een groen plein met bomen, zand en allerlei soorten planten. 

Slim besparen

Lang niet alle scholen gaan zo grondig te werk als het op de duurzaamheid van hun gebouw aankomt. Volgens André de Hamer, medeoprichter van netwerkorganisatie Duurzame PABO, heeft dat onder andere te maken met de manier waarop we zaken in dit land regelen. De Hamer: ‘In Nederland zijn gemeenten verantwoordelijk voor de schoolgebouwen, en schoolbesturen voor de exploitatie daarvan. Als er besluiten moeten worden genomen over bijvoorbeeld de renovatie van zo’n gebouw, krijg je al takjesnel het probleem dat die twee partijen naar elkaar wijzen. Intussen gebeurt er niks.’

Maar een renovatie is niet de enige oplossing; ook met minder ingrijpende maatregelen kun je al een hoop doen aan energiebesparing. Op Daltonschool Helen Parkhurst in Almere weten ze daar inmiddels alles van. De school kreeg twee jaar geleden een Groene Vlag (een keurmerk voor duurzame scholen), maar heeft geen groen gebouw zoals De Wilgenstam. Conrector René Veldkamp: ‘Ons schoolgebouw is 16 jaar oud, dus op dat punt valt er nog een hoop te verbeteren. Maar als je echt wilt, kun je een hoop bereiken. Op dit moment zijn we bezig alle tl-lampen te vervangen door led-verlichting. Verder hebben we waterbesparende knoppen laten plaatsen bij het sanitair, schakelen de computers nu aan het eind van de dag automatisch uit en proberen we minder papier te verbruiken. We letten ook beter op hoe we stoken: dat niet in het hele gebouw de verwarming staat te loeien terwijl er maar een paar mensen in de school zijn. Met dat soort maatregelen kun je enorm besparen.’  

'We besparen nu 33.000 euro per jaar op energie'

Maar duurzaamheid is natuurlijk meer dan alleen een energiezuinig schoolgebouw: je kunt het thema ook in je curriculum integreren. Ook op dat gebied lopen Nederlandse scholen niet voorop in Europa. De Hamer: ‘De meeste scholen doen wel eens iets aan duurzaamheid, maar vaak is dat incidenteel, in de vorm van projecten. In sommige Europese landen besteden ze meer structureel aandacht aan het thema, vooral daar waar de overheid meer te zeggen heeft over de invulling van het onderwijs. Hier horen we vaak van scholen dat ze te druk zijn met toetsen en leeropbrengsten om nog tijd en energie te steken in duurzaamheid.’

Ook op De Wilgenstam is dat het geval: ondanks de duurzame leeromgeving is er in de lessen nog weinig aandacht voor het thema. Bergen: ‘Eigenlijk zijn we er nog niet echt aan toegekomen om duurzaamheid goed in ons leerplan te verankeren. We zijn zo druk met die verbouwing bezig geweest, ik heb het gevoel dat we even geen energie hebben voor de volgende stap. Dus er is nog een hoop te doen.’ Op het Helen Parkhurst zijn ze op dat punt al een stuk verder: een milieugroep, gastlessen van weerman Erwin Kroll en deelname aan het door Al Gore opgezette lesprogramma GLOBE. Veldkamp: 'Je kunt twee dingen doen: af en toe tijdens het mentoruur een lesje Natuur & Milieu geven, of duurzaamheid echt in je lesprogramma verankeren. Wij hebben voor dat laatste gekozen, omdat je dan niet afhankelijk bent van het enthousiasme van een enkele docent.’ In wat voor vakken hoort duurzaamheid thuis? De Hamer: ‘Het thema past natuurlijk vooral goed in de zaakvakken, zoals aardrijkskunde of wereldoriëntatie. takMaar eigenlijk kun je het in alle vakken laten terugkomen. Voor leraren is er op internet heel veel lesmateriaal te vinden: ga een uurtje googlen en je ziet bijna door de bomen het bos niet meer, het aanbod is enorm.’ 

Bewust handelen 
In 1987 definieerde de VN in het Brundtland-rapport voor het eerst het begrip duurzame ontwikkeling: ‘een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen’. De term duurzaamheid wordt gebruikt voor alles wat erop gericht is ervoor te zorgen dat het handelen van de mens zo min mogelijk negatieve gevolgen heeft voor zijn omgeving. Vaak ligt dat op het vlak van natuur en milieu, maar ook bijvoorbeeld eerlijke handel en acceptabele arbeidsomstandigheden vallen onder duurzaamheid.

Klein beginnen 

Ook voor leraren die nascholing willen op het gebied van duurzaamheid, zijn er allerlei cursussen te vinden. Geen gek idee misschien, want als je lesgeeft over het milieu zijn er wel een paar dingen waar je op moet letten. De Hamer: ‘Vooral in het basisonderwijs moet je wel zorgen dat je de dingen vanuit het perspectief van de kinderen vertelt. Focus niet te veel op grote problemen zoals het smelten van de ijskappen, maar leg vooral de nadruk op wat zij zélf, in hun eigen omgeving, kunnen doen om bewust om te gaan met het milieu. Anders zadel je ze misschien op met een gevoel van machteloosheid. Waar je ook op moet letten, is dat kinderen zich niet schuldig gaan voelen voor het gedrag van hun ouders. Ga dus niet met vingers wijzen, zo van: de ouders van die en die hebben een auto die benzine slurpt. Hou het liever positief.’

Wie in het voortgezet onderwijs lesgeeft over duurzaamheid, krijgt vaak te maken met een heel ander probleem: gebrek aan interesse bij de leerlingen. Veldkamp: ‘Op het Helen Parkhurst zien we heel duidelijk dat de onderbouw meer interesse heeft in het milieu dan de bovenbouw. De hoogste klassen zijn er gewoon moeilijk enthousiast voor te krijgen. Afval verzamelen? Daar hebben ze helemaal geen zin in. Die leeftijdsgroep moet je echt op een andere manier motiveren.’ Daar vond de school een oplossing op: het Horstship. Een duurzaam en zelfvoorzienend buitenlokaal – vernoemd naar een overleden biologieleraar van de school – dat naast de school gebouwd moet worden. De leerlingen worden aan alle kanten bij het project betrokken: het ontwerp van het lokaal, PR, fondsenwerving, planning. Veldkamp: ‘Ineens zitten ze om de tafel met de gemeente en een architect, en moeten ze een businessplan maken. Met dat soort dingen prikkel je hun interesse wel.’ 

'Het valt nu echt op als een school niets duurzaams doet'

plantjeZak geld 

Geweldig natuurlijk, zo’n buitenlokaal, of zo’n verbouwing, maar waar betaal je het van? De laatste jaren hebben scholen steeds minder budget beschikbaar en is ook van de meeste potjes bij gemeente en overheid de bodem bereikt. De Wilgenstam had nog geluk: in 2010 kwam er plotseling een zak met geld vrij via het ministerie voor de verduurzaming van scholen. De Rotterdamse basisschool diende een voorstel in en haalde daarmee een half miljoen binnen; het schoolbestuur legde de rest bij. Maar voor de meeste scholen is zo’n bedrag niet haalbaar. Op het Helen Parkhurst zoeken ze naar andere manieren om geld bij elkaar te krijgen voor duurzaamheidsprojecten. Vooral samenwerking met het bedrijfsleven wil nog wel eens geld opleveren, vertelt Veldkamp. ‘In de schoolkantine hebben we bijvoorbeeld een eco-wall, waarin leerlingen lege blikjes en flessen kunnen inleveren. Die is gesponsord door het bedrijf dat die apparaten maakt. Als je bekend staat als duurzame school, zijn bedrijven eerder bereid om financieel bij te springen: dat kan voor hen leuke PR opleveren. Voor het buitenlokaal zijn we ook bezig met crowdfunding, en zoeken we naar milieuorganisaties die willen bijdragen. Maar fondsenwerving blijft lastig, je moet echt een goed plan hebben voordat andere partijen willen bijdragen.’ 

Vallen en opstaan 

En behalve de financiën zijn er ook nog andere obstakels. Soms mislukken dingen gewoon, ondanks alle energie en enthousiasme die je erin steekt. Zo lieten ze bij het Helen Parkhurst een windmolen op het dak zetten (gesponsord door de Rabobank), maar bleek die in de stad helemaal niet te werken: te weinig wind. Bij De Wilgenstam was wind juist het probleem: het zand dat op het groene schoolplein was gestort, bleek de hele school in te stuiven: binnen de kortste keren zat alles – inclusief de CO2-afzuigers – onder een fijn laagje zand. Bergen: ‘Er zijn altijd wel dingen waar je tegenaan loopt, waar je net even geen rekening mee had gehouden. Zo hadden we in het begin ook moeite met het instellen van de warmte-koudewisselaar: dan was het ineens veel te warm binnen, omdat we nog niet de expertise in huis hadden om het systeem goed af te stellen. Dat soort dingen kost tijd.’  

Maar misschien is menselijk gedrag nog wel het grootste obstakel: dat blijkt moeilijk, heel moeilijk, te beïnvloeden. Ter illustratie wijst Bergen vanuit zijn kantoor naar de gevel van de school, waar veel open ramen te zien zijn. ‘Kijk, veel van mijn leerkrachten doen nog steeds de ramen open voor frisse lucht, terwijl het binnenklimaat perfect geregeld is; dat verstoor je juist door iets open te zetten. Zulke dingen kun je tien keer uitleggen, maar sommige mensen blijven toch bij hun oude gewoontes’, verzucht hij. ‘Ik ben ermee opgehouden er iets van te zeggen.’ Ook Veldkamp ziet in dat gedrag moeilijk te veranderen is: ‘Leerlingen gaan soms wel, en soms niet bewust met het milieu om. We hebben dan wel een Groene Vlag, maar op de route tussen onze school en de supermarkt liggen nog steeds lege chipszakjes en colablikjes. Af en toe is dat wel frustrerend. Duurzaamheid is echt iets van de lange adem.’ 

Iedereen enthousiast?  

Neem dan ook vooral kleine stapjes als je met duurzaamheid aan de slag gaat, zegt De Hamer: ‘Heb er niet meteen hoge verwachtingen van, maar wees blij met kleine successen. En ook heel belangrijk: probeer draagvlak te creëren binnen de school.’ plantMaar ja, hoe doe je dat? Hoe krijg je iedereen - leerlingen, team, ouders, schoolbestuur - enthousiast? Dat is niet altijd makkelijk, weet ook Veldkamp. Zijn advies voor andere scholen is dan ook: begin klein. ‘Probeer dit soort dingen zeker niet meteen schoolbreed aan te pakken, begin met een groepje enthousiastelingen. De sceptici kun je het best gewoon met rust laten, die gaan op den duur vanzelf wel meedoen als ze zien dat je aanpak werkt. En: houd in gedachten dat ieder succes is meegenomen. Zo hebben wij in sommige lokalen allerlei verschillende bakken staan voor afvalscheiding, maar niet in alle lokalen - niet alle docenten hebben zin om eraan mee te doen. Moet je het dan maar helemaal niet doen? Nee, dat vind ik niet, want met zo’n instelling gebeurt er helemaal niks.’ 

It's not easy, being green

Het is duidelijk: it’s not easy being green. Toch is werken aan duurzaamheid zeker de moeite waard. Bergen: ‘Alleen al wat betreft de besparing in energiekosten heeft de verbouwing van ons schoolgebouw veel opgeleverd: we zijn van 43.000 naar 10.000 euro per jaar gegaan. Halen we daarmee op den duur de kosten van de verbouwing eruit? Dat weet ik niet, maar dat vind ik ook eigenlijk niet het belangrijkste: wij wilden vooral een milieuvriendelijk gebouw met een gezond binnenklimaat. Daar heeft iedereen profijt van: de kinderen worden nu veel minder duf, ze kunnen de hele dag leren.’ Bovendien heb je als school een voorbeeldfunctie, vindt De Hamer: ‘Het is belangrijk dat scholen iets aan duurzaamheid doen, om zo kinderen iets bij te brengen over hoe je het best kunt omgaan met de wereld om je heen. Straks zijn we met 9 miljard mensen op aarde, hoe gaan we het dan allemaal aanpakken? De kinderen die straks de bijbehorende problemen moeten gaan oplossen, zitten nu op school. Laten we hen goed voorbereiden op de toekomst.’ En ook voor je imago kan het geen kwaad om je als duurzame school te profileren, weet Veldkamp: ‘Die Groene Vlag heeft ons zeker geen kwaad gedaan. Het is moeilijk te zeggen of we er echt meer aanmeldingen door hebben gekregen, maar mensen hebben veel waardering voor onze focus op duurzaamheid, en het levert positieve publiciteit op. Hoewel je je tegenwoordig niet meer zo veel onderscheidt met duurzaamheid als een paar jaar geleden. Het thema heeft lang in de sfeer van geitenwollen sokken gehangen, maar de laatste jaren hebben de meeste mensen het wel geadopteerd. Nu valt het vooral op als een school juist niets aan duurzaamheid doet. En ja, dat is natuurlijk een mooie ontwikkeling.’

10-10: dag van de duurzaamheid
Op donderdag 10 oktober is het weer zover: tijdens de Dag van de Duurzaamheid organiseren scholen, bedrijven en particulieren door het hele land activiteiten op het gebied van duurzaamheid. Bijvoorbeeld een filmmiddag of een voorleesdag over het milieu. Kijk op www.dagvandeduurzaamheid.nl om ideeën op te doen voor activiteiten op je eigen school.

Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2013.

Click here to revoke the Cookie consent