Onderzoek

‘Het geeft veel meer kleur aan IT’

Tekst Carolien Nout
Gepubliceerd op 09-12-2021 Gewijzigd op 02-12-2021
Beeld De Beeldredaktie – Marcel Krijgsman
Verbreden, verbinden, verdiepen. ‘Dat zijn dé kernwoorden in het praktijkgerichte programma voor de nieuwe leerweg in het vmbo,’ zegt Dave Arts, teamleider bij Metameer Jenaplan in Boxmeer, een van de 136 pilotscholen die het onderwijsprogramma ontwikkelen. Met curriculumexpert Bas Trimbos (SLO) reflecteert hij op de eerste stappen.

Voor Trimbos is het een prettig weerzien op de school waar hij vroeger leraar Engels en Frans was. Nu ondersteunt hij als curriculumexpert twintig pilotscholen die het praktijkprogramma Informatietechnologie (IT) ontwikkelen voor de nieuwe leerweg, een samenvoeging van de gemengde en theoretische leerweg vmbo die in 2024 start. Alle leerlingen zullen dan naast de avo-vakken een praktijkgericht programma volgen van 320 uur over twee jaren. Dat kan gaan om programma’s die elke school mag aanbieden, zoals informatietechnologie (IT) en dienstverlening & producten (D&P), of om zogenoemde licentiegebonden programma’s zoals groen of horeca, bakkerij & recreatie (lees ook het coververhaal in Didactief, december 2021). Arts is behalve teamleider ook projectleider Sterk Techniek Onderwijs op Metameer en een bevlogen onderwijsman: ‘Mijn hart ligt bij het beroeps- en praktijkgerichte onderwijs, daar vindt het échte leren plaats. Dat je leerlingen kunt laten floreren als je ze niet alleen met hun hoofd, maar ook met hun hart en handen laat leren. Zo ontdekken ze waar hun kwaliteiten liggen en hoe ze die kunnen inzetten.’

 

VERBINDEN

Het helpt dat Metameer ‘alles in huis’ heeft, aldus Arts, van vmbo-basis tot vwo-tweetalig. En dat er al goede contacten liggen met bedrijven en instellingen, onder andere via ouders, bijvoorbeeld met installatie- en technische bedrijven en in de zakelijke dienstverlening. ‘Dat geeft de school binnen de pilotgroep wel een kleine voorsprong over hoe je omgaat met levensechte opdrachten’, vindt hij. ‘Een categorale mavo zonder de beroepsgerichte ervaringen en bijbehorend netwerk moet er wat wellicht meer voor doen.’

‘In het programma versterkt
IT ook de brede profielen’

De ontwikkeling van technologiebedrijven in het land van Cuijk en in Noord-Limburg is booming, zegt hij. De nieuwe leerweg lijkt daarom precies op het goede moment te komen. Het vak informatietechnologie was sowieso wel aan een opfrisbeurt toe. Het was wat smal en er was weinig verbinding met andere vakken. Door de samenwerking met het bedrijfsleven wordt het breder en praktischer. Arts: ‘Agrarische bedrijven hier zijn heel erg bezig met IT. Grote robots verzamelen bijvoorbeeld de kippeneieren; de aansturing van de logistiek, het bijhouden van allerlei processen in de stallen: allemaal IT. Ook in het ziekenhuis rammelt het van de IT. Al die bedrijven zijn geïnteresseerd in onze leerlingen. En wij zoeken goede docenten op IT-gebied en hebben bedrijven nodig om goed in te spelen op de vraag die zij hebben. Dat is wel een uitdaging, maar gelukkig hebben we vaste partners in de regio, zoals Verweijen ICT uit Mill, met wie we veel samenwerken op IT-gebied. Onze docenten zijn gekoppeld aan hun werknemers en krijgen zo de juiste scholing, en leerlingen krijgen echte opdrachten van hen.. Dat werkt motiverend en helpt bij een goede keuze voor vervolgonderwijs of een beroep. Je ziet vaak dat leerlingen en hun ouders, ja ook docenten, soms nog vrij traditionele beelden hebben bij beroepen in de agrarische sector, de metaal en in de zorg; door de samenwerking met bedrijven kantelen die beelden. (hij lacht) Deze leerlingen worden de nieuwe elite, dit is de ruggengraat van de maatschappij.’

 

VERDIEPEN

De examenprogramma’s van de praktijkgerichte programma’s die zijn ontwikkeld door docentontwikkelgroepen met steun van SLO, worden momenteel uitgeprobeerd op 136 scholen; zo’n twintig scholen waaronder Metameer doen mee aan de pilot IT. Helaas gooide corona roet in het eten. Na circa vijf online bijeenkomsten kwamen docenten eind oktober eindelijk fysiek bij elkaar. Trimbos: ‘We proberen samen vooral neus voor kwaliteit te ontwikkelen. Er ligt een concept eindexamenprogramma, en scholen kunnen nu eigen accenten gaan leggen. Maar al heel gauw rijst dan de vraag: wanneer is het goed en wat is dat dan: goed? Inhoud, toetsing, levensechte opdrachten van bedrijven. Docenten presenteren hun aanpak aan elkaar en wisselen kennis en informatie uit.’

Wat vindt Arts van de ondersteuning vanuit SLO? ‘Scholen verschillen sterk in hun ontwikkeling, sommigen staan nog aan het begin. Maar het helpt dat de ondersteuning ook flexibel is.’  Trimbos: ‘Een goed gesprek voeren werkt altijd verhelderend. Zie het maar als een vorm van feedback. Dat scholen met elkaar bespreken wat ze doen, wat ze zien bij elkaar, wat je ervan vindt en wat bruikbaar is in je eigen ontwerp. Alleen al door die vragen te stellen, maak je een gedachtesprong en kunnen scholen hun aanpak verbeteren om dichter bij een praktijkgericht programma te komen.’

 

VERBREDEN

Hoe ziet het er praktisch uit op Metameer? Drie docenten fungeren als spelverdelers bij de contacten met het bedrijfsleven, zegt  Arts: ‘Het streven is duurzame relaties, voor de langere termijn. Wij willen niet aankloppen voor eenmalig projectjes, maar we willen vakmensen uit die bedrijven sterker aan ons binden, met een hybride baan bijvoorbeeld. Sommigen zouden best een tijdje in het onderwijs willen werken. We hebben inmiddels contact met lerarenopleidingen, om te kijken hoe we dat vorm kunnen geven.’

Een sterker praktijkprogramma motiveert leerlingen en moet tot zichtbare resultaten leiden, zoals hopelijk betere keuzes voor een vervolgopleiding en minder studie-uitval. Maar vraag is natuurlijk wel hoe je die nieuwe praktijkkennis en -vaardigheden van leerlingen aantoonbaar maakt? Arts: ‘In het pta leggen we vast hoe elk onderdeel getoetst wordt, de ene keer middels een presentatie, de andere keer met beoordelingsformulieren, elke school doet dat op eigen wijze. Een bedrijf beoordeelt het product, de school het proces. In het tweetalig onderwijs werken wij al met portfolio’s, we onderzoeken nu of we dat ook aan de nieuwe leerweg kunnen koppelen. Het zou interessant zijn als leerlingen dat ook naar vervolgstudies en het bedrijfsleven kunnen meenemen. In opdracht van school maken leerlingen nu samen met een IT-bedrijf een app om die lob-route zelf in te kunnen bijhouden.’  Waar de belangrijkste uitdaging nog ligt?  De inhoud, zegt Arts zonder twijfelen. ‘Leren gaat deels om persoonlijke vaardigheden, maar ook om uitdagende inhoud. En dat ontbreekt nog wel eens bij brede praktijkgerichte programma’s. Maar samen met SLO, de pilotscholen en die bedrijven zijn we aardig op weg.’

 

 

Eerste hulp bij het Praktijkgericht Programma
1. Gebruik de aanwezige kennis van partners in de regio; je hoeft het echt niet allemaal alleen te bedenken.
2. Zoek samenwerking met bedrijven. Niet voor korte, incidentele opdrachten, maar juist voor een duurzame samenwerking.
3. Durf als docent los te laten. Als jouw leerling in de praktijk aan een opdracht werkt, ben je er niet altijd bij.
4. Zorg dat algemene kennis, zoals talen of 21e-eeuwse vaardigheden, meer in dienst staan van de praktijk.


Meer weten? Bekijk de themapagina, of ga naar www.sterkberoepsonderwijs.nl

Click here to revoke the Cookie consent