Onderzoek

Elke dag halfuur voorlezen

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 09-06-2016 Gewijzigd op 18-10-2016
Elke dag een halfuur voorlezen, dat recept schrijft Olof de Wit ons voor. Olof is een van de regionale winnaars van de Pabo Voorleeswedstrijd en streed donderdag 19 mei in de landelijke finale waar hij het helaas moest afleggen tegen de winnares Lenneke Streefland. Hij vertelt ons waarom we moeten voorlezen en wat hem zo'n goede voorlezer maakt.

Ik ontmoet Olof de Wit, tweedejaars pabostudent bij de Hogeschool Inholland in Alkmaar, in een klein lokaal vol boeken, de tijdelijke bibliotheek. Een ideale ruimte voor een interview over de Pabo Voorleeswedstrijd. Olof is de regionale winnaar van de Pabo Voorleeswedstrijd (regio Noord-Holland) en moest het donderdag 19 mei 2016 opnemen tegen de andere regiowinnaars in de finale in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam.
Olof spreekt vol enthousiasme over voorlezen. Het vergroot de woordenschat van leerlingen en hun kennis over boeken en het laat hen zien dat er verschillende vormen van lezen zijn. Maar het belangrijkste vindt Olof dat het leerlingen stimuleert om zelf meer te gaan lezen. Al dat stillezen kan leerlingen nogal demotiveren, is zijn ervaring.

Elke dag voorlezen
Zelf leest Olof elke ochtend een halfuur voor als dagopening in zijn stageklas, een groep 7/8 op de Jan van Rijkenborghschool in Heiloo. Hij koppelt zijn voorleesboek aan een thema in de klas. Nu leest hij bijvoorbeeld voor uit het boek De scheepsjongens van Bontekoe, passend bij het thema VOC. 'Laatst hadden we het over schepen, de leerlingen moesten een schip tekenen, maar die dag daarvoor stond in het boek tot in detail beschreven hoe zo'n schip eruit zag. Dat stukje heb ik op het bord geprojecteerd en leerlingen konden dat schip zo uit hun fantasie en naar aanleiding van het verhaal tekenen.'
Tot zijn plezier beginnen alle leraren op zijn stageschool de ochtend met voorlezen. 'Je hoort vaak dat een basisschool zegt "Voorlezen doen we niet want dat vinden we verloren lestijd", maar als ik dat hoor, dan krijg ik kippenvel. Dat vind ik verschrikkelijk.'
Suggesties die Olof geeft om (voor)lezen in te zetten in de klas zijn een voorleeswedstrijd organiseren en de werkvormen van Aiden Chambers gebruiken om leerlingen een breder beeld van boeken en lezen mee te geven.

Voorlezen op de Pabo
Alle eerste- en tweedejaars studenten op de Pabo van Inholland Alkmaar doen verplicht mee met de Pabo Voorleeswedstrijd. Terecht, vindt Olof, 'voorlezen is erg belangrijk'. Op de opleiding gebeurt verder niet zoveel rondom voorlezen. 'Aan de ene kant snap ik het wel, want we moeten zoveel leren, maar aan de andere kant vind ik het wel jammer dat spreken en lezen voor een klas minder aandacht krijgt'. Hij stelt voor om meer met werkvormen te werken. 'Niet alleen een portfolio met jeugdliteratuur inleveren waar je een literatuurlijst voor moet opstellen en waarvoor je dan een cijfer krijgt. Meestal is dat niet meer dan een analyse van samenvattinkjes die je misschien van internet hebt kunnen plukken. Ik zou het leuk vinden als we door het jaar heen verschillende keren een boekbespreking of boekbeschouwing mogen doen. Dat enthousiasmeert me meer.'

Een goede voorlezer
Het lezen is Olof met de paplepel ingegoten. Van jongs af aan werd hij door zijn ouders voorgelezen en gestimuleerd om te lezen. Hij had er veel plezier in, tot hij op het voortgezet onderwijs een lange literatuurlijst vol dikke boeken over zware onderwerpen voorgeschoteld kreeg. Toen hij een boek uit de serie De Grijze Jager voor zijn verjaardag kreeg, nam zijn leesplezier weer toe. Dankzij de talloze boeken die hij gelezen heeft, kan hij zijn leerlingen nu goed helpen bij het kiezen van een boek.
Maar wat maakt Olof zo'n goede voorlezer? Hij heeft het boek Oorlogswinter, waaruit hij voorlas tijdens de finale, al meerdere keren gelezen én gezien als film en tv-serie. Hij vertelt dat hij het verhaal van verschillende kanten kent en zich goed kan inleven in de personages. Met wat toneelspel erbij kan hij goed de emoties overbrengen.

Gewoon doen!
Op de vraag of elke leraar zou moeten voorlezen antwoordt hij met een volmondig ja!. 'Iedere dag minstens een half uur. Als je aan mensen vraagt "Wie vond je de leukste leraar op school?", dan is dat meestal een juf of meester die goed kon voorlezen.' Ook hij had zo'n juf. 'Ze joeg er in twee jaar vier Harry Potter-boeken doorheen. We mochten tijdens het voorlezen een tekenopdracht maken, maar meestal vergat je gewoon te tekenen. Het was zo indrukwekkend!' Zijn advies voor alle leraren luidt: 'Gewoon elke dag een halfuurtje, al doe je het tijdens het eten en drinken, dat maakt niks uit. Gewoon doen!'

Finale
Donderdag 19 mei 2016 nam Olof het op tegen elf andere provinciale winnaars. De voorlezers werden kritisch beoordeeld door Hubert Slings (directeur stichting entoen.nu), Marion Valent (docente taalonderwijs van Hogeschool Leiden) en Simon van der Geest (schrijver). Dé Pabo Voorleeskampioen van Nederland werd Lenneke Streefland van Pabo Fontys in 's-Hertogenbosch dankzij haar inlevingsvermogen, oogcontact en de rust die ze uitstraalde. Ze las voor uit het boek De jongen die door de muur verdween van Lidia Rood.

Lees hier meer over de plaats van jeugdliteratuur in de pabo-curricula, onderzoek door Oberon in opdracht van Stichting Lezen. 

Tekst Eline Geus, stagiaire bij Didactief.
Gepubliceerd op 9 juni 2016.

Click here to revoke the Cookie consent