Onderzoek

Doorpakken in mbo

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 15-08-2017 Gewijzigd op 24-08-2017
We leiden bijna 125.000 mbo-studenten op naar a road to nowhere. Dat voorspelt hoogleraar Paul Kirschner na analyse van cijfers van de MBO-Raad. Het roer hoeft niet om, maar bijsturen is wel noodzaak.

In zijn rapport Het voorbereiden van leerlingen op (nog) niet bestaande banen laat Kirschner zien dat we steeds meer mbo’ers opleiden voor werkeloosheid. Jongeren die de richting Voedsel, Groen en Gastvrijheid volgen en de richting Zakelijke Dienstverlening en Veiligheid zullen ontdekken dat hun toekomstig beroep (bijna) volledig geautomatiseerd zal worden.

‘21e-eeuwse vaardigheden’ bieden volgens velen een oplossing voor deze generatie, maar ‘nuchtere analyse’ toont volgens Kirschner dat deze vaardigheden onduidelijk en niet eenduidig zijn, steeds veranderen qua aantal en inhoud. Oorspronkelijk gemunt door de National Education Association’s Partnership for 21st Century Skills veranderen ze voortdurend van definitie met ieder nieuw rapport.

Belangrijker: grosso modo zijn die zogenoemde 21e-eeuwse vaardigheden volgens Kirschner grotendeels dezelfde als de vaardigheden die noodzakelijk waren in de 19e en 20e eeuw. Weinig nieuws onder de zon, kortom. Het is een typisch staaltje van debunking waar Kirschner het patent op lijkt te hebben.

Directe kennisoverdracht

Maar hoe moeten we deze generatie dan wel voorbereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst? Op basis van een  ‘Group Concept Mapping procedure’ (literatuur- en empirisch onderzoek onder experts wereldwijd, gescoord op belang en haalbaarheid) zoekt Kirschner het in ‘toekomstbestendig leren’: het verwerven van vaardigheden en houdingen om te blijven leren in een snel veranderende wereld. Hij noemt twee dingen essentieel: ten eerste informatiegeletterdheid ofwel het kunnen zoeken, identificeren en evalueren (van de kwaliteit en betrouwbaarheid van bronnen) en het effectief gebruiken van deze informatie en ten tweede informatiemanagement, het kunnen vastleggen, beheren en delen van de verkregen informatie.

Waar moet de mbo’er Voedsel, Groen en Gastvrijheid dat leren? Kirschner is behoorlijk kritisch over het huidige onderwijs: opleidingen reageren te traag om veranderingen in de toekomstige arbeidsmarkt goed in het curriculum te verwerken, zijn onvoldoende toegerust, hebben het gebruik van ict niet goed geïntegreerd en docenten beschikken over onvoldoende ict-kennis en -vaardigheden. Veel onderwijs wordt nog gegeven vanuit een smalle benadering van vooral cognitief leren, schrijft hij, met een nadruk op reproductie. Docenten zelf hechten vooral aan directe kennisoverdracht in een klassikale setting.

Drietrapsmodel

Moet het dan allemaal anders? Gelukkig niet. Onderwijs as we know it, hoeft niet te verdwijnen, schrijft Kirschner: ‘Kennis- en vaardigheidsoverdracht blijft van groot belang.’ Maar er moet ook aandacht komen voor andere vormen van leren, waarin metacognitie een plaats krijgt, studenten vaardigheden kunnen ontwikkelen en toepassen in nieuwe en authentieke situaties en waarin aandacht is voor zelfkennis, een positief zelfbeeld en reflectie die leren en ontwikkelen stimuleren.

Laat leerlingen aan de slag gaan met levensechte problemen uit bedrijven en met maatschappelijke vragen, waarvoor zij in projecten samen met andere leerlingen oplossingen verzinnen. Oude wijn in nieuwe zakken? Niet helemaal, want Kirschner stelt een drietrapsmodel voor. Docenten hoeven hun manier van lesgeven niet helemaal overboord te gooien. Eerst moeten ze  (1) een kennisfundament leggen waar studenten op kunnen voortbouwen. Dat betekent veel aandacht voor brede geletterdheid (taal-, reken- en informatievaardigheden). En daarna moeten ze doorpakken: (2) jongeren moeten het gevoel krijgen dat zij ook echt iets kunnen met wat zij geleerd hebben. Naast kennis hebben ze vaardigheden en attitudes nodig om het geleerde toe te passen in uiteenlopende situaties, samen te werken en problemen op te lossen. En ten slotte kunnen ze dan de (3) zogenoemde hogere orde denkvaardigheden ontwikkelen, zoals metacognitie en zelfreflectie, die hen in staat zullen stellen te blijven leren, een leven lang. Kirschner adviseert beleidsmakers om jongeren met dit drietrapsmodel voor te bereiden op de banen die wij ons nu niet eens kunnen voorstellen.

Kirschner, hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit Heerlen, schreef het rapport in het kader van een NIAS fellowship (Dutch institute for advanced study in the humanities and social sciences), bedoeld voor senioronderzoekers, met steun van de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek.

 

Click here to revoke the Cookie consent