Slob geeft aan in de wet vast te gaan leggen dat leerlingen in het praktijkonderwijs (pro) aan het eind van hun opleiding óók een diploma krijgen. Nu zijn zij nog de enigen in het voortgezet onderwijs die dat niet krijgen. De reden daarvoor is praktisch: deze vorm van onderwijs bestaat uit maatwerk en heeft daarom als enige in het vo geen landelijk eindexamen. De leerlingen hebben immers niet allemaal dezelfde stof gekregen. Dit moet volgens Slob ook niet gaan veranderen: de kracht van het praktijkonderwijs ligt juist in het maatwerk en dat valt dus niet te testen met een landelijk examen. In plaats daarvan moet er een schooldiploma worden afgegeven.
Daarnaast wil Slob zorgen voor een betere samenwerking tussen praktijkonderwijs en vmbo, bijvoorbeeld door middel van onderbouwklassen voor pro/vmbo, waar leerlingen meer tijd krijgen om te kijken of ze het vmbo aan zouden kunnen. Zo wordt de instroom in het vmbo vereenvoudigd. Ook de samenwerking met het mbo wordt onder de loep gelegd. Hierin zijn de afgelopen jaren al goede stappen gezet, in de vorm van entreeopleidingen die toegang bieden tot het mbo, dit wil Slob verder stimuleren.
Sommige pro-scholen geven nu al een diploma aan hun leerlingen, maar dit is in Nederland niet verplicht. Uit gesprekken die minister Slob voerde met Sectorraad Praktijkonderwijs kwam naar voren dat leerlingen uit het praktijkonderwijs en hun ouders daar wel behoefte aan hebben. Dit diploma zal worden gekoppeld aan een portfolio, met hierin eventuele branchecertificaten en praktijkverklaringen.
Hoe snel dit wetsvoorstel erdoor komt en hoe de precieze invulling gaat zijn, is nog niet duidelijk. Slob gaat al wel met de sector om tafel om er voor te zorgen dat er, nog voordat het wettelijk wordt vastgelegd, dit schooljaar al een initiatief start om de leerlingen een diploma te geven.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven