Onderwijs tijdens de schoolsluiting: heeft de |
Verschillende onderzoeken hebben laten zien dat leerlingen tijdens de schoolsluiting in het voorjaar van 2020 achter zijn geraakt op het programma en met name kinderen uit kwetsbare gezinnen. Dat is niet verwonderlijk; gezinnen verschillen in de beschikbaarheid van computerapparatuur, een rustige plek om te werken en de ondersteuning die ouders hun kinderen bij schoolwerk kunnen bieden. Naast de impact op de leerprestaties, bestonden er zorgen over de sociaal-emotionele gevolgen van de schoolsluiting. In de Werkplaats Onderwijsonderzoek verzamelden onderzoekers samen met leerkrachten voor en na de lockdown bij ruim 500 basisschoolleerlingen van basisscholen in en om Amsterdam gegevens over hun welbevinden op school; hun beleving van de relatie met de leerkracht en met medeleerlingen. Zo kunnen we iets zeggen over het effect van de schoolsluiting op dit element van sociaal-emotioneel welzijn.
Dat leerlingen zich goed voelen op school is op zichzelf waardevol, maar het is ook van belang omdat welbevinden van leerlingen op school samenhangt met motivatie en prestaties. Daarom is dit een van de zaken waar we in de Werkplaats Onderwijsonderzoek Amsterdam naar kijken. Ons onderzoek richtte zich eigenlijk op de effecten van aandacht voor diversiteit en kansenongelijkheid op (onder andere) het welbevinden van leerlingen, maar de interventies die daarop waren gericht konden vanwege de schoolsluiting niet doorgaan. Toen de scholen weer open waren, vroegen we leerlingen om toch de vragenlijsten over welbevinden nog een keer in te vullen. Daarnaast gaven hun leerkrachten informatie over hoe ze het onderwijs tijdens de schoolsluiting hadden aangepakt. Zo kunnen we het welbevinden van leerlingen op school ook relateren aan de aanpak van het afstandsonderwijs. Maakt het uit hoe de school het onderwijs in de periode van de (gedeeltelijke) schoolsluiting heeft aangepakt? Ja, zo blijkt.
536 leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 vulden twee keer een vragenlijst in over hun welbevinden op school. Daarbij gaat het om hoe leerlingen zich voelen in relatie tot hun medeleerlingen (bijvoorbeeld ‘Wij hebben een leuke klas’) en in relatie tot de leerkracht (bijvoorbeeld ‘de juf/meester begrijpt mij’). We interviewden in groepjes ook 52 leerkrachten over het onderwijs dat deze leerlingen hebben gekregen. |
We vonden geen effect van de schoolsluiting op het welbevinden van leerlingen op school. Gemiddeld genomen beleefden leerlingen hun relatie met de leerkracht en met medeleerlingen na de lockdown als even positief als ervoor. Leerkrachten zijn er dus goed in geslaagd om leerlingen ook op afstand een positief gevoel over school te laten behouden. Daarbij deed zich wel iets opvallends voor. Leerlingen met laag opgeleide ouders waren na de schoolsluiting positiever over hun relatie met medeleerlingen dan ervoor. In deze groep bevindt zich het grootste deel van de kinderen waar thuis de omstandigheden minder gunstig waren. Leerkrachten geven aan dat deze kinderen extra blij waren om weer naar school te kunnen en hun klasgenootjes weer te zien. Mogelijk hebben ze daarom de vragenlijst ook extra positief ingevuld.
Blij om weer naar school te gaan
Leerkracht 1: Ik zag wel bij de kinderen die het al wat zwaarder hebben sociaal-emotioneel, […] dat sommigen het echt lastig hebben gehad.
Leerkracht 2: […] En die kinderen vonden het juist heel erg fijn om weer terug te komen. Je zag het meteen, zij zijn zo blij. Die kinderen hebben baat bij het weer op school les krijgen en hier met leeftijdsgenootjes kunnen spelen.
Tijdens de eerste weken van de schoolsluiting, sprongen vooral de verschillen in de mate waarin het lukte kinderen te bereiken in het oog.
Leerlingen bereiken
“Ik had twee kinderen in de klas die ik heel moeilijk kon bereiken. En over eentje maakte ik me op een gegeven moment zo’n zorgen dat ik op de fiets ben gestapt en aan heb gebeld.”
Maar ook toen het onderwijs eenmaal liep, pakten scholen dit niet allemaal op dezelfde manier aan. Er was variatie op de volgende punten: het soort aangeboden lesstof (herhalingsstof, nieuwe stof of een combinatie), het al dan niet geven van digitale instructie, de mate van interactie tijdens de instructie, het contact tussen leerlingen onderling. Daarnaast verschilde ook de betrokkenheid van ouders. Toen de scholen weer open gingen, verschilde de organisatie van het onderwijs (hele of halve dagen naar school) en de onderwijsvorm (alleen fysiek of zowel fysiek als online).
Sommige van deze kenmerken blijken het welbevinden van leerlingen positief te beïnvloeden. Dat welbevinden was bijvoorbeeld hoger op scholen waar alle leerlingen met het afstandsonderwijs werden bereikt. Ook het organiseren van onderling contact tussen leerlingen, buiten de lessen om, had een positief effect, vooral als de school en leerlingen daar samen voor zorgden. Tot slot was het welbevinden van leerlingen hoger op scholen waar tijdens de schoolsluiting een combinatie werd gemaakt van het herhalen van stof en het aanbieden van nieuwe stof. Opvallend is dat juist op scholen waar ouders minder betrokken waren bij het onderwijs, het welbevinden van leerlingen in relatie tot medeleerlingen na te schoolsluiting groter is. Het zou kunnen zijn dat deze kinderen extra blij waren om na de schoolsluiting hun klasgenootjes weer te zien.
Onderling contact
“We hadden een linkje voor wat we dan de ‘chillzone’ noemden, omdat we merkten dat heel veel kinderen elkaar echt misten en behoefte hadden aan contact.”
Het is goed om te benadrukken, dat we op basis van ons onderzoek niets kunnen zeggen over het welbevinden van leerlingen tijdens de lockdown en dat onze vragenlijst ging over een aspect van welbevinden. Ook aan onze bevindingen over de eerste schoolsluiting, in het voorjaar van 2020, terwijl het afstandsonderwijs tijdens de tweede schoolsluiting over het algemeen alweer van betere kwaliteit was. Toch laat deze studie zien welke elementen in afstandsonderwijs van belang zijn voor het welbevinden van kinderen. Daar kunnen we van leren, als het sluiten van scholen in de toekomst opnieuw nodig blijkt, of bij het blijvend inzetten van afstandsonderwijs voor leerlingen met speciale behoeften en ernstig zieke leerlingen.
Zorg dat je alle leerlingen met het afstandsonderwijs bereikt.
Besteed met name extra aandacht aan het welbevinden van kwetsbare leerlingen tijdens een schoolsluiting.
Organiseer ook onderling contact tussen leerlingen dat niet gericht is op leren, bijvoorbeeld door leerlingen in Google Hangouts/Google Meet of teams de mogelijkheid te bieden om met elkaar te kletsen, of via het uitwisselen van telefoonnummers van ouders. Doe dat liefst in samenspraak met de leerlingen.
Bied tijdens een schoolsluiting naast nieuwe stof, ook herhalingsstof aan.
Met dank aan alle leerkrachten, leerteambegeleiders, themateamleiders, schoolleiders, en onderzoekscoördinatoren van de WOA die aan dit onderzoek hebben bijgedragen.
Meer Didactief-artikelen lezen? Trakteer jezelf op een online abonnement voor slechts €24,50: maar liefst tien edities per jaar en toegang tot ons archief vanaf 2003.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven