Onderzoek

Anti-pestbeleid basisonderwijs werkt

Tekst Alfred Wald
Gepubliceerd op 31-10-2005 Gewijzigd op 22-10-2016
Beeld Frits Dijcks
Op basisscholen die maatregelen nemen tegen pesten, daalt het aantal kinderen dat wordt gepest. Regelmatig overleg tussen leraren, ouders en leerlingen is daarbij van groot belang.

Pesten komt nog steeds veel voor onder basisscholieren. Meer dan zestien procent van de negen- tot twaalfjarigen geeft aan regelmatig te worden gepest. En vijfenhalf procent van de kinderen uit die leeftijdscategorie zegt daarvoor verantwoordelijk te zijn. De slachtoffers hebben vaker last van hoofdpijn, slaapproblemen, buikpijn, bedplassen, vermoeidheid en depressie in vergelijking met kinderen die met rust worden gelaten. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Minne Fekkes. Om daar wat aan te doen, heeft een groep scholen onder begeleiding een jaar lang een anti-pestbeleid gevoerd. Leraren op deze scholen kregen een tweedaagse training om zulk beleid op te zetten. Belangrijk binnen het anti-pestbeleid is om alle betrokkenen meer bewust te maken van de ernst en de aard van deze praktijken. Onderdelen van het beleid zijn onder meer een jaarlijkse vragenlijst om het pesten onder de leerlingen te meten, duidelijke afspraken maken met leerlingen over hoe met elkaar om te gaan, supervisie op het schoolplein, en het informeren en betrekken van de ouders bij het anti-pestbeleid. De resultaten van het onderzoek laten zien dat het aantal gepeste kinderen op de zogeheten interventiescholen afnam. Op de controlescholen – zonder specifieke maatregelen om pesten in te dammen – was een kleine toename van gepeste kinderen zichtbaar. Aan het eind van het schooljaar werden voor elke tien kinderen die in de controlegroep werden gepest, zeven kinderen gepest op de interventiescholen. Bovendien gaan klasgenoten na invoering van het anti-pestbeleid beter met elkaar om. Een jaar na het stoppen van de begeleiding waren er geen verschillen meer in aantallen slachtoffers tussen interventie- en controlescholen. Scholen moeten hun anti-pestactiviteiten dus volhouden. De helft van de slachtoffers vertelt niet aan hun leerkracht dat zij worden gepest. Als leraren eenmaal weten dat er wordt gepest, proberen zij dit meestal te stoppen. In de helft van deze gevallen vermindert het getreiter echter niet. Het is daarom van belang dat leraren op effectieve wijze leren omgaan met pestincidenten, zoals daders aanspreken op hun gedrag. Fekkes benadrukt het belang van regulier overleg over het onderwerp tussen kinderen, ouders, leerkrachten. 

M. Fekkes, Bullying among elementary school children. Proefschrift Universiteit Leiden, 2005.

Click here to revoke the Cookie consent