Onderzoek

Zo leuk is (lesgeven op) het mbo

Tekst Jaan van Aken
Gepubliceerd op 23-09-2016 Gewijzigd op 23-01-2017
Wat drijft ruim 50.000 docenten om te kiezen voor het docentschap op een mbo? Vier enthousiastelingen vertellen erover. 'Bij mbo-studenten is het superbelangrijk om contact te maken, door oprecht geïnteresseerd zijn in het verhaal achter studenten.'

Giel Kessels (32), docent autotechniek
School: Summa College Eindhoven
Sinds: 2006
'Als havo-leerling kreeg ik vakken waar ik helemaal niks mee had, terwijl ik wist wat ik wilde worden: automonteur. Door mijn overstap naar het mbo merkte ik: dit is een interessante school, want het gaat de hele dag over auto's. Er liepen destijds wat docenten rond, van wie ik dacht: die lessen kan ik minstens zo goed als jij geven. Mijn oude docenten wisten het vaak maar op één manier uit te leggen. Mijn motto is: alle studenten begrijpen wat ik vertel, is het niet linksom, dan rechtsom. Als ze de theorie niet snappen, haal ik de praktijk erbij. Na het mbo deed ik de lerarenopleiding en liep stage op mijn oude school waar ik nu lesgeef. Ik vind techniek heel leuk, maar miste het menselijke contact.
Je moet er zijn voor je studenten, in die zin ben ik een vakidioot. Ik ben bereid ver te gaan. Een student die problemen heeft op zijn stage belde mij vorige week 's avonds op. Ook in de vakanties en op zaterdag bellen studenten die aan een auto sleutelen vaak voor tips. Het schept een band. Ze sturen soms foto's van kapotte auto-onderdelen, die gebruik ik als voorbeeld in mijn lessen. Van lesgeven en werken met de jongens kan ik enorm genieten. Iets mooiers dan dat? Bestaat niet.'
 

Martine Glerum (45), docent verpleegkunde
School: Rijn IJssel Arnhem
Sinds: 2008
'Ik was al lang verpleegkundige en om mezelf verder te ontplooien ben ik leraar geworden. Door in het onderwijs te gaan werken, heb je aan de poort invloed op wat er in de zorg niet goed gaat. Wat mij drijft? Met mijn studenten (verzorgenden op niveau 3) telkens met nieuwe werkvormen aan de slag gaan. Zodat ze klaar zijn voor de praktijk. Want na drie, vier maanden studie wordt wel van ze verwacht dat ze een woongroep met dementerenden zelfstandig kunnen draaien. Dat is pittig. Om dat in hun eentje op te lossen, geef ik ze meer onderzoekend vermogen mee, maar ondersteun ik ze ook bij het leren samenwerken en presentaties en voorlichting geven.
Ik zoek sowieso graag naar verbeteringen in het onderwijs. Daarom volg ik de master 'leren en innoveren' en bij Rijn IJssel zijn we druk bezig om het onderwijs flexibeler te maken. We zien dat studenten na een of twee jaar soms toch willen switchen, dan moeten ze snel over kunnen stappen. Ook richten we het onderwijs meer digitaal in, met minder frontaal lesgeven en meer zelfstandig leren.
Het docentschap is een mooi vak. Door de toenemende vergrijzing groeit de vraag naar mbo-beroepen. Het is fijn dat ik daar mijn steentje aan bij kan dragen.'


Marloes van der Meer (32), mbo-docent van het jaar 2014, docent pedagogiek en omgangskunde
School: MBO College Hilversum, onderdeel van ROCvA
Sinds: 2011
'Als mbo-docent van het jaar maak ik me hard voor de stem van leerlingen. Mijn leerlingen weten het best hoe het onderwijs werkt. "Mevrouw u praat te veel," zeggen ze soms, of ze willen dat ik meer filmpjes gebruik. Ik ben voortdurend bezig met onderwijsvernieuwingen en praat daarover met mijn studenten. Het kan altijd beter en het onderwijs dat we vandaag schrijven, is morgen verouderd.
Bij mbo-studenten is het superbelangrijk om contact te maken, door oprecht geïnteresseerd zijn in het verhaal achter studenten. Corrigeer niet meteen als gedrag of een uitspraak van een leerling je niet zint, maar denk eerst na waarom een leerling dat zegt. Een meisje schreef op mijn verzoek een blog waarin ze leraren voorhoudt niet altijd hun eigen bril op te houden, maar ook eens door de bril van leerlingen te kijken. Veel van mijn leerlingen zit het niet mee: het loopt thuis niet goed, of ze zijn onzeker gemaakt dat ze niet goed kunnen leren. Vaak is er veel gebeurd, maar ze zijn er en doen gigantisch hun best.
Ik heb het mooiste vak van de wereld en ben heel trots op mijn studenten die vaak moeten vechten tegen het mbo-imago. "Mensen weten niet hoe slim we zijn," zei een leerling laatst. Dat is zo. Het zijn ontzettend slimme én mooie studenten.'


Jan van Dijk (58), docent bouwkunde en bouwtechniek
School: ROC de Leijgraaf Veghel
Sinds: 1980 in het lbo, sinds 1994 in het mbo
'Ik ben al jong in het onderwijs begonnen. Toen er grote behoefte aan docenten bouwtechniek was, stapte ik over vanuit de bouw. In de avonduren volgde ik de opleiding tot leraar in het beroepsonderwijs. Een eer om als goed vakman docent te mogen worden en mijn vak uit te dragen aan enthousiaste jongelui. Ja, ik ben een vakidioot: Ik weet waarover ik praat, kan gemakkelijk praktijkvoorbeelden noemen en weet ook voor moeilijke problemen een oplossing te vinden. Leerlingen waarderen dat.
Het gros van mijn studenten is niet meer leerplichtig. Ze weten dat ze voor bouwkunde komen en eisen van mij een niveau waar ze wat aan hebben. Dat betekent dat mijn kennis up-to-date moet zijn, dat ik me regelmatig laat bijscholen, goed mijn vakliteratuur bijhoud en laat bijpraten. Ook tijdens stagebezoeken en vakbeurzen zie je nieuwe ontwikkelingen.
Hoewel het vak veranderd is - de werkdruk is toegenomen door allerhande randzaken en administratieve rompslomp - sta ik nog steeds achter mijn keuze voor het onderwijs. Ik vind het een groot compliment als leerlingen met een diploma op zak van school gaan en goed functioneren in het hbo of het bedrijfsleven. Ook leuk: leerlingen die je komen bedanken voor de bijdrage die je aan hun opleiding en persoonsontwikkeling hebt geleverd. Dat maakt me trots.'

Dit artikel is verschenen in de Didactief-special Mbo in the spotlight, mei 2015. Deze special is gemaakt op initiatief van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs en het Kohnstamm Instituut.

Bronvermelding

1 mbo in the spotlight

Click here to revoke the Cookie consent