Uit vragenlijstonderzoek op 144 scholen en aanvullende interviews (60) blijkt dat de ziekmeldingen per jaar in het po gemiddeld op 2,7% liggen en in het vo op 8,4%. Een kwart van de po-leerlingen en bijna de helft van de vo-leerlingen is daarnaast minimaal één keer ongeoorloofd afwezig. Vooral als beide veel samen voorkomen – dat gebeurt bij 3% (po) en bij 11% (vo) – is dat zorgwekkend: het kan duiden op achterliggende problemen. Scholen lijken dit te onderschatten. Ze hebben de patronen van verzuim niet altijd goed in beeld (vooral in het po) en trekken te laat aan de bel bij leerplichtambtenaren en jeugdzorg.
Het gros van het verzuim is niet zorgwekkend, maar een deel wel. En dit moet je als school tijdig signaleren. Zorg daarom als school voor een goed verzuimprotocol met duidelijke afspraken over onder meer (wijze van) registratie, communicatie met ouders en samenwerking met leerplicht. Dit protocol moeten alle teamleden kennen en toepassen; een verzuimcoördinator kan daarbij helpen. Deze kan ook helpen bij gesprekken met ouders. Zorg verder voor korte lijntjes tussen de verzuimaanpak en zorgstructuur op school.
|
Mariska Roelofs e.a., Ziekteverzuim en kortdurend ongeoorloofd verzuim in het onderwijs. Kwantitatief en kwalitatief onderzoek in primair, voortgezet en (voortgezet) speciaal onderwijs. KBA Nijmegen, in opdracht van ministerie van VWS, 2021. |
Deze Kort en Goed verscheen in Didactief, september 2021
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven