Onderzoek

Racismebewust leren lesgeven

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 12-09-2024 Gewijzigd op 30-09-2024
Beeld Floor Rieder
Ook in de klas komt institutioneel racisme voor. Tien Amerikaanse lerarenopleiders onderzochten wat er nodig is om leraren te leren daar oog voor te hebben en het te lijf te gaan.

Racial literacy. Het is een term die nog geen fijn Nederlands equivalent heeft, maar letterlijk raciale geletterdheid betekent. Een raciaal geletterd iemand is zich bewust van raciale vooroordelen en stereotypen en van institutioneel racisme. Vertaald naar het klaslokaal: dat je je bijvoorbeeld bewust bent van stereotypen in lesmateriaal en leesteksten en bepaalde mechanismen in het schoolsysteem, zoals te lage verwachtingen van leerlingen vanwege hun afkomst. En dat je vanuit dat bewustzijn actief handelt om het tegen te gaan.
Hoe kunnen we onze studenten daarvoor zo goed mogelijk toerusten? Vanuit die vraag doken tien lerarenopleiders van opleidingen verspreid door de hele VS samen in het onderwerp. Ze zetten inzichten uit de literatuur op een rijtje, deden vragenlijstonderzoek bij 38 (aanstaande) leraren en hadden met zeven ervan een aanvullend diepte-interview. Daarbij lag hun focus vooral op taal- en leesonderwijs.

Als basis namen de lerarenopleiders de reviewstudie van Goodwin en Darity uit 2019, over vijf wezenlijke kennisdomeinen voor ‘social justice teaching’ (letterlijk: sociaal rechtvaardig lesgeven): persoonlijke overtuigingen, en contextuele, pedagogische, sociologische en sociale kennis. Goodwin en Darity zagen dat in het curriculum van lerarenopleidingen de laatste drie slecht vertegenwoordigd zijn.

Meten raciale geletterdheid

Werk aan de winkel dus, vonden de lerarenopleiders. Rondom de vijf kennisdomeinen ontwikkelden ze een vragenlijst, de Knowledge of Racial Literacies (KoRaL), die ook te gebruiken is om de raciale geletterdheid van (aanstaande) leraren te meten. Ook uit de vragenlijst en de interviews bleek dat aanstaande leraren wel willen - ze scoorden hoog op persoonlijke overtuigingen - maar niet goed weten hoe het aan te pakken.
Ze hebben ook vertrouwen in hun contextuele kennis: ze weten dat zaken als afkomst en gezinssituatie van invloed zijn op de schoolprestatie én op hun eigen lesgeven. Maar ze missen de kennis en de vaardigheid om responsief les te geven, lesmateriaal aan te passen of met leerlingen te praten over (ervaringen met) racisme (pedagogische kennis). Een leraar zei bijvoorbeeld: ‘Je wilt zo inclusief mogelijk lesgeven, maar hoe pas je nou een lesboek aan?’ 
Ook misten ze sociale kennis over hoe je effectief communiceert met leerlingen, ouders en collega’s. Ten slotte ontbeerden ze sociologische kennis: bewustzijn over hoe onderwijs bijdraagt aan institutioneel racisme en hoe je dat kunt doorbreken. De helft van de bevraagde leraren had moeite om resultaten van leerlingen kritisch te bekijken. Sommigen kozen nog steeds voor een ‘kleurenblinde’ strategie (we maken geen onderscheid tussen leerlingen) in plaats van de invloed van verschillen te erkennen en daarop in te spelen.

Ondersteuning

De onderzoekers zagen dat aanstaande leraren vooral behoefte hebben aan twee dingen: pedagogische handvatten en steun op hun (stage)school bij racismebewust lesgeven. Over dit laatste zei een van de leraren bijvoorbeeld: ‘Veel mensen voelen zich ongemakkelijk bij discussies over ras en racisme.’ En toch, voegde ze eraan toe, moeten we dat wel een plek geven in ons curriculum. Dat vraagt, aldus de onderzoekers, om goede ondersteuning van studenten en nauwe samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen. 

Xiufang Chen ea, Novice Teachers’ Knowledge of Racial Literacies. Literacy Research and Instruction, 1–23. 2024.

Dit artikel verscheen in Didactief, september 2024.

Click here to revoke the Cookie consent