Onderzoek

Onderwijs en ict: wat werkt wel en wat niet?

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 10-06-2014 Gewijzigd op 21-10-2016
Kennisnet organiseerde op 4 juni 2014 een conferentie voor leraren, schoolleiders, onderzoekers en experts om met elkaar te weten te komen wat werkt met ict en waarom?

Steve Joordens, hoogleraar Psychologie aan de universiteit van Toronto in Scarborough, benadrukt het belang van ict: 'Onderwijzers hebben bedenkingen bij ict, maar in potentie kan het onze wijze van leren en lesgeven in positieve zin veranderen, mits het wordt toegepast op basis van pedagogische en didactische inzichten.' De man, die de dag afsloot met een inspirerende keynote, is de bedenker van peerScholar: een online onderwijsinstrument dat leerlingen ondersteunt in samenwerken, leren en reflecteren.

Uit onderzoek van Joordens blijkt dat leerlingen meer leren door feedback te geven, te ontvangen en te verwerken. Onderwijs draait volgens hem dan ook om 'betrokkenheid'. Ict kan daarbij helpen. Door de leerling bij het proces van beoordeling te betrekken ontwikkelt hij of zij vaardigheden op het gebied van samenwerking, creatief en kritisch denken en effectieve communicatie (21st century skills). PeerScholar bestaat uit drie onderdelen: het creëren, het geven en ontvangen van feedback op elkaars werk en het corrigeren. Het instrument is multimediaal en biedt de docent de mogelijkheid om de leerprestaties gemakkelijk te volgen. Een variatie aan oefeningen en opdrachten is mogelijk, van boekverslag tot videopresentatie.

Manager Onderzoek bij Kennisnet, Alfons ten Brummelhuis, onderschrijft net als Joordens dat het onderzoek zich moet richten op vraagstukken uit de onderwijspraktijk. 'Het gebruik van ict is een middel, geen doel op zich.'

Tijdens de conferentie geeft een aantal onderzoekers en leraren pitches die een beeld van de relatie tussen onderzoek en praktijk geven. Tamara van Gog bijvoorbeeld, verbonden aan de Erasmus Universiteit, stelt aan de hand van oogregistraties vast dat de vormgeving van videobeelden belangrijk is voor aandacht en leren (zie ook Didactief juni 2013). Kijken naar de ander is een effectief en efficiënt leermiddel, bijvoorbeeld bij gebruik van Flipping the Classroom. Maar Ditte Lockhorst, van de ULO in Leiden, constateert: 'Wat blijkt uit de praktijk is dat leerlingen niet altijd kijken naar de kennisclips.' In gesprek met docent Jos Titulaer van ROC Tilburg blijkt dat Flipping geen meerwaarde heeft op zijn MBO. 'Mijn leerlingen zijn praktisch ingesteld en zijn moeilijker te motiveren na schooltijd. Ze gaan andere dingen doen, zoals sporten of werken, maar geen huiswerk.' Het onderzoek naar ict-toepassing kan dus tot positieve resultaten leiden, de praktijk moet altijd nog uitwijzen of het werkt.

Daarom is een nauwe samenwerking belangrijk. Tussen onderzoek en de onderwijspraktijk, maar ook met de opleidingen en het beleid. Brummelhuis: 'Iedere dimensie heeft zijn eigen "piramide" van kennisopbouw: van idee naar praktijk tot het bewijs dat ict wel of niet werkt. De toekomst vraagt een grote samenhang tussen de vier dimensies.' Zoals Luc Sluijsman van SLO adviseert: 'Blijf in gesprek met elkaar.'

Persoonlijk leren
Ook staatssecretaris Sander Dekker onderschrijft het belang van ict in het onderwijs. In een brief die hij begin juni aan de Tweede Kamer stuurde, benadrukt hij dat de inzet van ict en digitale leermiddelen veel mogelijkheden biedt om het onderwijs te versterken. Het kan volgens Dekker leiden tot 'meer inzicht, meer maatwerk, meer uitdaging en minder papieren rompslomp.'

Vooral 'gepersonaliseerd' leren met ict is volgens de staatssecretaris belangrijk om kinderen voor te bereiden op de samenleving van de 21ste eeuw. Door effectief en efficiënt te differentiëren krijgt iedere leerling de kans om zijn of haar talenten, op welke niveau dan ook, te ontwikkelen. De scholen zijn daarbij vrij om te bepalen hoe ict wordt toegepast, al moet de leraar altijd het uitgangspunt zijn. 'De menselijke hand blijft onmisbaar.' Wat goed geregeld moet worden voordat ict en onderwijs een succesvolle combinatie is, zijn de volgende randvoorwaarden: een flexibeler aanbod van leermaterialen door koppeling leerdoel en leermateriaal, betrouwbaar en bruikbaar inzicht in het leren en goede waarborg voor privacy en beveiliging. Dit moeten we 'samen' doen: als afsluiting van zijn brief wijst de staatssecretaris op de noodzaak van 'gezamenlijkheid' tussen de verschillende sectoren (onderwijs, bedrijven en overheid) om ict en digitale leermiddelen op grotere schaal succesvol in te zetten.

Tekst Nick van Schaik, stagiair Didactief

Gepubliceerd op 10 juni 2014

Click here to revoke the Cookie consent