Nieuws

Een stoplicht tegen herrie

Tekst Heleen van Tilburg
Gepubliceerd op 30-04-2014 Gewijzigd op 29-09-2016
Beeld Joke Visser
Met de invoering van het passend onderwijs zullen steeds meer leerkrachten in het reguliere basisonderwijs te maken krijgen met leerlingen met een beperking. Geen probleem, zeggen enkele ervaringsdeskundigen die Heleen van Tilburg bezocht. ‘Leerlingen met een beperking scherpen je didactische vaardigheden aan.’

Tanja Durieux, leerkracht op de Gooise daltonschool geeft taalles over bijvoeglijke naamwoorden. Ze staat bij het digibord en kijkt als ze iets uitlegt vaak naar Johan en Max* op de derde rij. Die kijken aandachtig terug, vooral naar haar gezicht. Durieux praat in een piepklein microfoontje. Johan en Maartenhierboven is het Max, die alletwee slechthorend zijn, horen haar zo versterkt via hun gehoorapparaat. De rest ‘verstaan’ ze via spraakafzien. ‘Rondlopen terwijl ik iets uitleg, is er niet meer bij’, vertelt Durieux. ‘Ik ben nu veel alerter of de leerlingen hebben gesnapt wat ik vertel.’

'Rondlopen terwijl ik iets uitleg is er niet meer bij'

Bij een leerling met een beperking kunnen allerlei hulpmiddelen gebruikt worden om de beperking te compenseren. Bijvoorbeeld een computerscherm voor slechtziende leerlingen om alles van het digibord uit te vergroten. Of een oprit-plaat voor een leerling in een rolstoel om de drempel bij de ingang te overbruggen. Bij Durieux in de klas staat een geluidenstoplicht. Dat springt op rood als er teveel lawaai voor Johan is. Hij krijgt hoofdpijn van te veel en te hard geluid.

Lesstof

Aanpassing van de lesstof kan ook nodig zijn. Dat blijkt in de rekenles van Liza Heijkoop, leerkracht op pcb De Kroevendonk in Roosendaal. De kinderen zijn bezig met staartdelingen. Dennis en Maxima hebben echter een klok met draaibare wijzers op hun tafeltje liggen. Ingespannen draaien ze aan de wijzers om die precies op 12 uur te krijgen. ‘Bij leerlingen met een ontwikkelingsachterstand vraag je je af wat ze kunnen en waar ze in hun dagelijks leven het meeste aan hebben. Dat laat je hen oefenen’, licht Heijkoop toe. ‘Leerlingen met een beperking scherpen je didactische vaardigheden aan. Dat komt alle leerlingen ten goede.’

Niet alleen leraren, maar ook medeleerlingen moeten goed weten om te gaan met de beperkingen. Dat begint met goede uitleg over de aandoening en de gevolgen. Sommige leerkrachten gebruiken daar de biologieles voor. Een spreekbeurt is ook een beproefd middel.

Dat heeft Lieke gedaan. Haar leerkracht, Boudewijn Visser van obs De Parkenschool in Apeldoorn, vertelt: ‘Lieke liet foto’s zien van haarzelf als baby, toen ze vanwege een aangeboren stofwisselingsziekte heel erg ziek was. Dat ze zover is gekomen, maakte diepe indruk. Je kon een speld horen vallen.’

Hoe kun je als leerkracht een leerling met een beperking helpen?
1. Informeer jezelf goed over de beperking en wat het kind wel en niet kan.
2. Pas je lesstof en -materialen waar nodig aan.
3. Bespreek de beperking met de andere leerlingen.
4. Maak de andere leerlingen duidelijk waarbij hun medeleerling hulp nodig heeft, en ook waarbij niet.
5.  Stimuleer een gelijkwaardige omgang tussen alle kinderen.

Vriendschap

Als de leerlingen goede uitleg hebben gekregen over de beperkingen, vinden ze het al snel vanzelfsprekend. Maar hoe gaat het met hulp? Visser: ‘Vooraf had ik het idee om te gaan werken met buddy’s, maar het regelde zich vanzelf. Lieke kreeg al snel een vriendinnetje en dat helpt haar nu.’

'Leerlingen zónder beperking vragen soms veel meer tijd’

Rekening houden met elkaar gaat ook wel eens mis. Lieke zit in een rolstoel. ‘Tijdens het speelkwartier gaan de kinderen soms zo op in hun spel, dat ze helemaal vergeten dat Lieke niet mee kan doen. Als ik dan met Lieke ga spelen, komen de andere kinderen er vanzelf bij.’

Hans van der Net van de Gooise daltonschool heeft een andere oplossing. ‘In het begin van het schooljaar vroeg ik nog wie in het speelkwartier met Johan ging spelen. Dat doe ik nu niet meer. Johan hoort slecht, maar is geen patiënt. Als hij bij me komt, omdat hij niemand heeft om mee te spelen, vraag ik hem wat hij zou willen doen en aan wie hij dat kan vragen.’

Hoe is het voor een kind met een beperking om op te trekken met kinderen die geen beperking hebben in horen, zien, begrijpen of bewegen? ‘Rond hun negende worden kinderen zich van hun situatie bewust’, zegt ambulant begeleider Yvette Verweij van Visio, expertisecentrum voor slechtzienden en blinden in Nijmegen. ‘Ze gaan zich bijvoorbeeld afvragen waarom ze altijd vooraan in de klas moeten zitten.’ Met een ambulant of intern begeleider kunnen ze hierover praten en overleggen wat ze moeten doen als er een probleem is. Ook leerkrachten kunnen met vragen over bijvoorbeeld hulpmiddelen of aanpassing van de lesstof bij zo’n begeleider terecht. 

Geduld

Terug in de klas van Durieux. De schoolbel rinkelt. Johan en Maartenof max zien de andere kinderen opstaan. Dat doen ze ook en druk gebarend met vriendjes rennen ze naar buiten. De schooldag zit erop.

Waarover moet een leerkracht beschikken om een kind met een beperking in de klas tot een succes te maken? Durieux: ‘Invoelings- en relativeringsvermogen. En een fikse dosis geduld. Competenties die je eigenlijk bij elk kind nodig hebt.’

Verhoogt een leerling met een beperking nu ook de werkdruk? ‘Het kost tijd, maar dat ervaar ik niet als extra tijd’, vertelt Durieux. ‘Bij elk kind kijk je wat het nodig heeft. Sommige kinderen zonder beperking vragen veel meer investering.’

 

Dit artikel is mogelijk gemaakt dankzij NSGK (Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind). NSGK is er voorstander van dat kinderen met een beperking en hun ouders zelf kunnen kiezen of ze naar het regulier of speciaal onderwijs gaan (‘inclusief onderwijs’). Meer info: www.ngsk.nl.

Meer lezen? Gemma van Summeren, juf op een basisschool in Druten, blogt deze maand op www.didactiefonline.nl over haar slechtziende leerling Bea.

*Omwille van de privacy zijn de namen van de kinderen veranderd.

Click here to revoke the Cookie consent