Nieuws

Schrijven met een maatje

Tekst Filip Bloem
Gepubliceerd op 12-06-2018 Gewijzigd op 13-06-2018
Beeld Shutterstock
Uit onderzoek blijkt dat kinderen beter leren schrijven als ze elkaars teksten becommentariëren. ‘Ze ontdekken zichzelf als schrijver. Dat is zo mooi om te zien.’

‘Mijn leukste vakantie’. Of ‘schrijf een brief aan de koning’. Bijna iedereen zal het wel eens hebben meegemaakt: de juf of meester schrijft een onderwerp op het schoolbord en vervolgens gaat de hele klas een opstel schrijven. Als het aan Mariëtte Hoogeveen ligt, gaat die vorm van schrijfonderwijs tot het verleden behoren. Hoogeveen is vakexpert Nederlands bij SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, en houdt zich al lang bezig met schrijfonderwijs. Het klassieke opstel, legt ze uit, is een vorm van wat productgericht schrijfonderwijs heet. De nadruk ligt op het eindproduct, de tekst, en niet op hoe die tot stand komt. ‘Tientallen opstellen nakijken is heel tijdrovend. Leraren concentreren zich vaak op spelling en grammatica. Het schrijven zelf blijft zo onderbelicht.’ Dat ligt anders bij procesgericht schrijfonderwijs, waarbij juist veel aandacht is voor schrijfstrategieën, kennis van genres en verschillende typen publiek.


Nieuwe lessenserie

Procesgericht schrijfonderwijs is al langer in opkomst, maar Hoogeveen voegde daar een element aan toe. Zo’n vijf jaar geleden begon ze voor SLO met de ontwikkeling van een lessenserie schrijfonderwijs met peer response voor groep 4 tot en met 8. Daarbij bespreken de leerlingen in groepjes van twee tot vier elkaars teksten in wording en herschrijven die vervolgens op basis van het commentaar dat ze krijgen. De serie bestaat uit twaalf lessen van twee uur per schooljaar, elke les staat een ander tekstkenmerk centraal. Een les kan gaan over de woorden die je kunt gebruiken om dieren met elkaar te vergelijken, maar ook over hoe je een tekst spannend maakt of een duidelijke instructie op papier zet (zie kader). In 2012 ging op zeven scholen de eerste pilot van start. Inmiddels is het lesmateriaal en de handleiding beschikbaar voor groep 5 tot en met 8, groep 4 volgt later dit jaar.

 

Deze aanpak geeft leerling grip op tekst


En toen… en toen…

Wat voor inzichten leverden de pilots op? Buitenlands onderzoek liet al eerder zien dat schrijfonderwijs met peer response tot goede resultaten leidt, en dat werd bevestigd door het onderzoek dat Hoogeveen voor haar proefschrift (2012) deed naar de effecten van vergelijkbaar lesmateriaal voor groep 8. Daaruit bleek dat leerlingen die met dit materiaal werkten betere teksten schreven, inhoudelijk rijkere tekstbesprekingen voerden en hun teksten beter reviseerden dan leerlingen uit de controlegroep. Dat ziet ook Annechien Wijnbergh, die hielp de huidige lessenseries verder te ontwikkelen en zelf lang voor de klas stond. ‘De teksten van leerlingen uit de pilotklassen zijn veel gevarieerder dan ik gewend ben. Het is veel minder van “en toen… en toen… en toen…”.’ Wijnbergh is onderwijsadviseur bij BVS Schooladvies (Begeleidingsdienst voor vrijescholen) en verzorgde op diverse scholen pilotlessen. Het viel haar op hoe enthousiast de leerlingen daar op de lessen reageerden – ‘soms juichen ze zelfs als ik de klas binnenkom’ – en ze merkte dat de lessen echt iets losmaakten. ‘Je kent de spreuk wel: “Bij onderwijs draait het niet om het vullen van een vat, maar om het ontsteken van een vuur”. Daar is deze aanpak echt een mooi voorbeeld van. De leerlingen krijgen instrumenten in handen waarmee ze grip op een tekst krijgen en zichzelf als schrijver ontdekken, dat is zo mooi om te zien.’


Leren loslaten

Schrijfonderwijs met peer response vraagt om een andere, meer coachende rol van de leraar. Hoogeveen: ‘Met traditioneel schrijfonderwijs zijn leraren gewend om veel klassikaal uit te leggen en om steeds maar weer alle opstellen van voor naar achter te lezen. Dat hoeft bij deze aanpak niet meer.’ Daar worden ze in de pilots met trainingen en een uitgebreide docentenhandleiding op voorbereid, maar in de praktijk blijkt het toch nog wennen. ‘Vaak duurt het een paar weken voor ze het in de vingers krijgen.’ En als leraren toch relatief veel klassikaal blijven uitleggen, vindt Hoogeveen dat op zich geen probleem. ‘Deze lessenreeks heeft een kern die overeind moet blijven, maar het is geen strak stramien. Leraren kunnen er hun eigen draai aan geven.’ Dat doet ook Wijnbergh, die nog steeds alle teksten leest die haar leerlingen schrijven. Maar wel op een andere manier. ‘Ik heb niet meer zo’n controlerende rol, waarin ik met een rode pen elke spelfout aanstreep. De kinderen leren vooral van elkaar. Dat is echt een verademing.’


Curriculum.nu

Wat zijn de perspectieven voor schrijfonderwijs met peer response? Hoeveel scholen zullen ermee aan de slag gaan? Hoogeveen spreekt veel op conferenties en pabo’s over de lessenseries en denkt dat ze het tij mee heeft. ‘Bij deze aanpak worden lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid geïntegreerd. Dat sluit goed aan bij de nadruk op samenhang in Curriculum.nu.’ Verder zullen scholen het aantrekkelijk vinden dat leerkrachten bij deze manier van werken ontlast worden. Maar, zo benadrukt Hoogeveen, dat is zeker niet de belangrijkste reden om schrijfonderwijs met peer response te promoten. ‘Kinderen leren zo beter schrijven, daar gaat het om. Dat leraren er tijd mee kunnen besparen, is mooi meegenomen.’


Door de ogen van een dier

‘Mijn vacht droop heel erg en mijn poten trilden als rietjes.’ Bij deze les voor groep 6 uit de reeks schrijven met peer response maken leerlingen in tweetallen een verhaal vanuit het perspectief van een dier. Daarbij leren ze aan de hand van voorbeelden hoe ze met bijvoeglijke naamwoorden en vergelijkingen een tekst spannender kunnen maken: ‘hij blafte zo hard hij kon’, of ‘de golf pakte me van achteren vast als een spook’. In een volgende stap lezen leerlingen elkaars teksten en vertellen wat ze er leuk aan vinden en hoe die nog levendiger kunnen worden. Annechien Wijnbergh van BVS Schooladvies merkte bij de pilot van deze lessenreeks hoeveel leerlingen aan elkaars commentaar hebben. ‘Leerlingen lezen elkaar niet de les, maar vragen om uitleg. “Is wat hier gebeurt een flashback of gebeurt dit allemaal achter elkaar?” hoor ik ze bijvoorbeeld wel eens aan elkaar vragen. Die informele sfeer zorgt ervoor dat kinderen bereid zijn van elkaars opmerkingen te leren.’


Klik hier voor meer informatie en voorbeeldlessen.

Dit artikel verscheen in de rubriek Leerplan in Didactief, juni 2018.

Verder lezen

1 'Schrijven leer je niet uit een schoolboek'

Click here to revoke the Cookie consent