Nieuws

Grip op de leerlijn

Tekst Filip Bloem
Gepubliceerd op 08-09-2017 Gewijzigd op 08-09-2017
Beeld Shutterstock
Goed zicht op de leerlijn is een must als je maatwerk wilt bieden. Het Anna Lyceum in Nieuwegein werkt daarom aan een speciale tool. ‘Pas als je de ruimte in het curriculum ziet, kun je scherpe keuzes maken.’

Besteden we in de onderbouw wel genoeg tijd aan stof die bij het examen belangrijk is? Doen we te veel als we het boek volgen? Of juist te weinig? ‘Het zijn vragen die elke docent bekend zullen voorkomen,’ zegt Frederik Oorschot van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Samen met enkele havo-docenten van het Anna Lyceum in Nieuwegein ontwikkelt hij een tool die docenten meer mogelijkheden geeft om de leerlijnen naar hun hand te zetten.

Het Anna Lyceum is sinds vorig jaar een leerlabschool, die in het kader van het project Leerling 2020 samen met vijf andere scholen bekijkt wat voor rol digitale middelen kunnen spelen bij het ontwikkelen van gedifferentieerde leerroutes. Bij dit project is ook SLO betrokken, maar de samenwerking met het Anna Lyceum gaat al langer terug. Twee jaar geleden benaderde de school SLO om te bekijken hoe de eindexamenresultaten voor de havo omhoog kunnen. ‘We scoren niet slecht,’ zegt onderwijscoördinator Ilonka van der Knaap, ‘maar we denken dat het beter kan.’ Onder andere door al in het derde lesjaar met de eindexamenstof te beginnen. De tool waaraan de school nu samen met SLO werkt, moet dat mede mogelijk gaan maken.

Nieuwe onderwijsfilosofie

Op de achtergrond speelt nog iets anders mee: sinds vier jaar werkt het Anna Lyceum vanuit een nieuwe onderwijsfilosofie. ‘We hebben nu vaste contactlessen en daarnaast keuzelessen,’ vertelt Van der Knaap. Heb je moeite met wiskunde? Dan kun je voor extra lessen kiezen. Maar dat geldt ook voor leerlingen met een rekenknobbel die juist meer uitdaging willen. ‘Deze nieuwe aanpak bevalt goed,’ zegt Van der Knaap, ‘maar vraagt wel veel flexibiliteit van de docenten.’ Carin Cornelissen, die in de bovenbouw biologie geeft, constateert dat de lesstof met elke vernieuwing van het examenprogramma uitgebreider is geworden. ‘De lesmethodes raken steeds voller, terwijl wij juist met minder contacturen zijn gaan werken. Dan moet je dus keuzes maken.’

Kortom, des te belangrijker om te weten welke kant je precies op wilt met een vak. Op initiatief van SLO gingen daarom eerst de vakdocenten van het Anna Lyceum per sectie met elkaar en Oorschot om de tafel om de kernwaarden van hun vak te formuleren. Dat kan confronterend zijn. Cornelissen: ‘Niet elke docent is op dezelfde leraar aan het werkmanier met tussendoelen en eindtermen bezig. En de scheiding tussen onder- en bovenbouw bleek bij ons behoorlijk sterk.’ Het doorbreken van die schotten zorgt voor een andere werkcultuur, vertelt Van der Knaap: ‘Ook een docent van de eerste klas moet het gevoel krijgen dat hij verantwoordelijk is voor het eindexamenresultaat.’ Daarnaast krijgen de docenten meer zicht op overlap in de aangeboden lesstof. Zo kwam Cornelissen erachter dat het onderwerp erfelijkheid in de onderbouw uitgebreider aan bod komt dan zij dacht. Ze besloot daarom er geen aparte les meer aan te wijden, maar in 4 havo een instaptoets te geven. ‘Alleen de leerlingen die daar niet goed op scoren, krijgen extra oefeningen en herhalingsmateriaal aangeboden.’

IJzeren discipline

Staan de kernwaarden voor het vak eenmaal op papier, dan worden die uitgewerkt tot leerdoelen en naast de leerdoelen van de gebruikte lesmethode gelegd. Het overzicht dat zo ontstaat – een ‘enorme Exceltabel’, aldus Oorschot – vormt de basis voor de tool (zie kader). ‘Natuurlijk is de leerlijn wel eens eerder op papier gezet,’ zegt Cornelissen, ‘bijvoorbeeld op verzoek van de onderwijsinspectie.’ Maar vaak verdwijnen zulke documenten in een bureaula. Juist door uit te gaan van behoeftes die op de werkvloer leven, hopen SLO en het Anna Lyceum dat scenario te voorkomen. Cornelissen: ‘Hier moeten docenten echt iets aan gaan hebben.’ Voor het zo ver is, moet ze nog wel het nodige werk verzetten. Want het is geen eenvoudig klusje om elk lesonderdeel goed gecodeerd in die tabel te plaatsen. ‘Het vraagt om een ijzeren discipline,’ zegt Oorschot. ‘Maar als het overzicht er eenmaal ligt, gaan docenten daar gegarandeerd profijt van hebben.’

'Ook docent in eerste klas kan voelen
dat hij bijdraagt aan eindexamenresultaat'


In september moet voor het vak biologie de tabel met leer- en tussendoelen gevuld zijn. In de tussentijd wordt in overleg met Kennisnet en Schoolinfo bekeken wie de tool verder gaat ontwikkelen, zodat die voor meer vakken bruikbaar wordt. Maar wat Oorschot betreft is misschien de voornaamste doelstelling van dit project al bereikt. ‘De docenten op deze school zijn nu met elkaar in gesprek over het leerplan. Dat is voor ons als SLO het belangrijkste.’

Lees meer op curriculumontwerp.slo.nl en annavanrijn.nl.

Doelen vergelijken
‘Een officiële naam hebben we nog niet,’ zegt Frederik Oorschot van SLO over de tool die hij samen met het Anna Lyceum op poten zet, en die over een jaar gebruiksklaar moet zijn. ‘Maar “leerlijnplanner” dekt de lading aardig.’ Onder de motorkap van deze tool zit een gedetailleerde Exceltabel waarin de leerdoelen en de door SLO geformuleerde tussendoelen per vak naast de leerdoelen van de gebruikte methode worden gelegd. ‘Als docent wil je steeds op een andere manier kijken hoe die doelen zich tot elkaar verhouden,’ zegt Carin Cornelissen, docent biologie op het Anna Lyceum. Welke tussendoelen horen bijvoorbeeld bij de verschillende hoofdstukken? En kwamen ze ook al elders aan bod? Zijn ze allemaal even belangrijk voor het examen? ‘Op dergelijke vragen kunnen docenten straks met deze tool heel snel een antwoord vinden.’
Over de tussendoelen lees je meer op leerplaninbeeld.slo.nl.

Dit artikel verscheen in de rubriek Leerplan in Didactief, september 2017.

Click here to revoke the Cookie consent