Interview

In de biotoop van Sefalta Thakoerdin

Tekst Paulien de Jong
Gepubliceerd op 05-09-2016 Gewijzigd op 28-10-2016
Achterstandswijk of niet, de jonge Sefalta Thakoerdin legt de lat hoog. Haar creatieve ideeën en ʻleren door te doen’ werpen vruchten af.  

Aan de Haerestraat in de Beverwaard, een wijk ‘op Zuid’ zoals de Rotterdammers het zelf zeggen, staat obs De Barkentijn. Een ʻzwarte’ school met 180 leerlingen. Omdat Biotoop te vroeg is, is er nog tijd voor wat ʻwijk-research’. Het straatbeeld: een woonerfstructuur, rijtjeswoningen en laagbouw uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. ‘De bewoners zijn etnisch gemixt, de helft leeft van een laag inkomen,’ lezen we al Googelend. Vooroordelen zijn zo gemaakt, maar ook zo weer weggenomen eenmaal aan boord van De Barkentijn.

Leren door te doen

Donderdagochtend even na tien uur. Diepe stilte en concentratie in klas 7B van juf Sefalta Thakoerdin (27). Leerlingen kijken nauwelijks op van hun werk als de deur opengaat. Na enkele minuten doorbreekt ze de stilte. ‘Leg alles op de hoek van de tafel. Als je nog niet klaar bent, mag je dat vanmiddag afmaken.’ Het is tijd voor meetkunde. ‘Want meetkunde vinden wij allemaal nog moeilijk en dat is helemaal niet gek. Nigel, wil je even komen?’, vraagt juf Sefalta aan een jongen voorin de klas. ‘Ik wil dat je helpt bij het uitdelen van deze opdracht.’ ‘Wat denk je dat we gaan leren Dana?’ ‘Over oppervlakten, inhoud en omtrek,’ antwoordt het meisje. ‘Precies goed omschreven, Dana. Aan het eind van de les weten we hoe we oppervlakten, maar ook inhoud en omtrek kunnen uitrekenen.’

Puur, oprecht en vol energie beweegt juf Sefalta zich in haar habitat. Ze zit, staat op, loopt rond en schuift aan. Boeken dienen als basis van de leerstof, maar soms blijven ze dicht. ‘Het beste leer je als je het gewoon doét,’ richt ze zich tot haar klas. ‘We gaan meten in de klas! Groep één doet het zitvlak - daar waar je billen op passen - van stoel en kruk. Groepje twee neemt de vensterbank; het gaat om de héle vensterbank, maar laat zoveel mogelijk mijn spullen staan. En groepje drie, jullie gaan het raam meten. Aan de slag!’

‘Onderschat deze kinderen niet. We mogen echt wat van ze vragen.’

‘Het zijn keiharde werkers,’ wijst Sefalta Thakoerdin op haar klasje van zeventien. ‘Ik vind dat we kinderen uit achterstandswijken enorm onderschatten. Deze kinderen zouden geen voorbeeld kunnen nemen aan goed opgeleide ouders, allemaal opgroeien met een taalachterstand en thuis geen hulp krijgen bij huiswerk.’ Thakoerdin weigert daarin mee te gaan. ‘Laten we hen niet onderschatten. We mogen echt wat van deze kinderen vragen, ook als het gaat om verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gedrag.’ Zo bedenkt ze voor zes notoire te-laat-komers een beloningssysteem. Ze spreekt af met haar klas: ‘Als het ons allemaal, elke ochtend en middag een bepaalde periode, lukt op tijd te zijn, dan trakteer ik.’ Op koek, een spelletjesmiddag, een kwartiertje langer op de computer of buitenspelen. In korte tijd leren de te-laat-komers zelf verantwoordelijkheid nemen. En het systeem werkt. Pas na zeven weken komt de eerste leerling na de bel binnen.

Commissies en masterclasses

Nog maar net afgestudeerd van de pabo, begint de jonge Sefalta in 2014/2015 als invaller op De Barkentijn. Het schooljaar daarop al heeft ze haar eigen klas. Ze is ambitieus: ze zit bij de laatste vijftig (dertig gaan er door) van de Erasmus excellentie leergang, een community van de meest ambitieuze leraren in Rotterdam die werken aan onderwijsvernieuwing in de stad.

Ook bruist ze van de creatieve ideeën om, zoals ze het zelf noemt, kinderen ‘lekker te maken’ om te groeien, om actief te zijn en vooral om te willen leren en te kunnen genieten van het leven. Ze experimenteert met kindercommissies rondom feestdagen en andere activiteiten als schoolkamp en sportdagen. De kinderen moeten solliciteren naar functies in commissies, en alles zelf regelen: van de organisatie tot de communicatie. ‘Hoe bedoel je taal is saai, als we op deze manier kunnen leren,’ lacht ze.
Inmiddels zijn haar leerlingen heuse organisatietalenten. ‘Op mijn verjaardag hadden ze zonder hulp hun zakgeld bij elkaar gelegd, zelf ballonnen, taart enkaarsjes gekocht voor de verjaardagspartij en al voordat ik op school was in de klas gelegd.’

Maar haar grootste trots zijn haar zelfbedachte masterclasses. ‘Mijn eigen leerlingen geven elkaar masterclasses om kwart over acht of een kwartiertje na school.’ Dat het buiten schooltijd is, deert niemand. ‘Kinderen vinden het juist te gek en zijn super gemotiveerd.’ De schooldirectie gaat het experiment nu schoolbreed inzetten. Maar nog belangrijker vindt ze de positieve reacties van de ouders: ‘Sergiano is heel trots op z’n masterclass.’

Daltonjuf Monique

Sefalta’s roots liggen in Utrecht. Vader was rijinstructeur, moeder werkt als receptionist voor een waterleidingbedrijf. Zij is de oudste van drie kinderen. Als kind gaf ze al ‘een soort van leiding’ aan haar broertje en zusje. Lange tijd wilde ze politieagent worden, dan kon ze mensen helpen. Totdat ze in groep 6 van de Daltonschool in Maarssen juf Monique kreeg. Van haar leerde ze wat oprechte waardering van een leraar met je doet. ‘Ze was streng, maar had veel liefde voor ons, ze gaf me het gevoel dat ik bijzonder was. Dat probeer ik “mijn” kinderen ook mee te geven. Elke ochtend zeg én meen ik uit de grond van mijn hart: Hé, wát fijn dat je er bent.’

En inderdaad, na de middagpauze als de kinderen terugkomen, is juf Sefalta oprecht blij. Handen worden geschud, kinderen maken een high-five. En terwijl Biotoop al met één been buiten staat, wil ‘dondersteen’ Maxwell graag dat ook de klas wordt geïnterviewd. Zo gezegd zo gedaan. Aan de instructietafel praten de leerlingen over hun lieve, grappige, toffe, strenge juf die goed kan uitleggen en bij wie je écht jezelf kan zijn. ‘Een juf die je niet kwijt wilt raken,’ concludeert Chaimae. En Hawa? Die heeft nooit eerder zo’n juf gehad en noemt haar een voorbeeld voor álle leraren in heel Nederland. ‘Door haar weten we waarom we naar school gaan.’

Click here to revoke the Cookie consent